Nederlands staatsburger, nationaliteit: Kaninefaat

Publisearre op 16 juni 2012

Wat doe je met een identiteitskaart? Het antwoord is simpel: jezelf identificeren. Het Burger Service Nummer heb je nodig om belastingpapieren in te vullen. Het is een reisdocument. Vreet je iets uit, dan kan de politie ernaar vragen. En wil je sigaretten hebben, dan kun je aantonen dat je oud genoeg bent om ze te kopen. Het is een juridisch document, de identificatieplicht is er een ten opzichte van anderen, niet ten opzichte van jezelf. Op mijn document staat: Nationaliteit: Nederlandse, Geboorteplaats: Heerenveen. Maar of ik genetisch gezien Nederlander ben, met Nederlandse ouders en Nederlandse voorouders en of ik mij ook Nederlander vóél – of Turks of Fries, Terbandster of Kaninefaat: het staat er allemaal niet op. Dat geldt niet alleen voor Nederlanders, ook een Belg identificeert zich als Belg – en niet als Vlaming en wie een paspoort, uitgegeven door The United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, bezit, is British Citizen. In alle landen gaat het bij de registratie van nationaliteit om staatsburgerschap, Staatsangehörigkeit, zoals op Duitse identiteitsbewijzen staat. De Welsh kunnen, op verzoek, hun geboorteplaats in Wales in het Welsh laten vermelden. Zou ‘It Hearrenfean’ op de identiteitskaart van een Fries wel ‘leuk’ zijn – maar niet meer dan dat -, etniciteit hoort er zeker niet op. Niet als plicht én niet als recht.

etnische registratie als plicht
In het verkiezingsprogramma van de PVV van 2010 staat, onder het kopje ‘oplossingen’ voor veiligheidsproblematiek: ‘Etnische registratie van iedereen. Inclusief vermelding ‘Antilliaan”. Het zou ook ‘Molukker’ kunnen zijn, ‘Jood’ of ‘Fries’. Uit het verkiezingsprogramma wordt niet duidelijk of de PVV alleen wil dat deze informatie bij de overheid wordt vastgelegd, of dat afkomst ook op de identiteitskaart zou moeten komen. In de Gemeentelijke Basisadministratie wordt trouwens al bijgehouden uit welk land mensen komen, en hun ouders, maar daarbij gaat het om landen, niet om etniciteit, al is het vaak wel een indicator voor etniciteit. Wie uit Bilbao komt, wordt in Nederland dus niet als Bask geregistreerd.

etnische registratie als recht
Wil de PVV burgers op etniciteit registreren om veiligheidsredenen, ook een aantal Friezen willen zich laten registreren, niet als ‘plicht’, maar als ‘recht’. Honderden mensen – opvallend is dat het voornamelijk om mannen gaat, waaronder Friese schrijvers als Ferdinand de Jong, Ate Grijpstra en Abe de Vries – tekenden de ‘loyaliteitspetysjelist’ om aan te geven dat zij er voorstander van te zijn dat Friezen naast het Nederlandse staatsburgerschap ook de Fryske nationaliteit kunnen laten vastleggen. Dit omdat de Friezen de enige erkende nationale minderheid binnen Nederland zijn. ‘As wy dizze nasjonale erkenning no net yn offisjele dokuminten útdrage meie, wurden wy emosjoneel te koart dien’, schrijft Sjoerd Groenhof op wiismeifryslan.webklik.nl. Groenhof is een van het handjevol Friezen dat, als Nederlands staatsburger, een verklaring van afstand van de Nederlandse nationaliteit tekende. ‘Yn de djipste djipte giet it om gefoel.’

Maar ‘gefoel’ is nu precies waar het niet om gaat bij de registratie van persoonsgegevens. Gevoel biedt geen sociale en juridische zekerheid en verplicht niet tot het afdragen van belastingen en premies. ‘Wat foar sin hat dit no?’ en ‘Wat ha jo deroan?’ vroegen respectievelijk Omrop Fryslân en de Leeuwarder Courant dan ook aan schrijver Willem Schoorstra, die 14 mei met trompetgeschal naar de gemeente stapte om zijn Fryske volksnationaliteit geregistreerd te krijgen.

Volgens Schoorstra gaat het om ‘in stap yn it bewustwêzen’, ‘selsbetrouwen’, om ‘net yn ’e hoeke treaun te wurden’. Waar de formele erkenning de mogelijkheid voor registratie als Fries zou moeten bieden, zijn het dus geen concrete zaken die de argumentatie ervoor vormen. Het gaat niet om de waardering voor fenomenen als de Alvestêdetocht en het skûtsjesilen, het gaat niet om Frysktalich onderwijs of subsidie voor Tryater, podia voor Baldrs Draumer of Nynke Laverman, het gaat niet om het behoud van het landschap, de wenselijkheid van wegen, spoorlijnen, een ‘stjonkfabryk’ en evenmin gaat het om de vele kleine scholen die moeten sluiten. Dat alles en meer is wat veel inwoners van Friesland belangrijke items vinden, maar waar iemand als Schoorstra zich druk om maakt, is ‘bewustzijn’ van het Frysk-wêzen.

Het zou, volgens de schrijver, dus mooi zijn om ‘Frysk’ in de hypotheekakte vermeld te krijgen. Dat is nog eens iets anders dan de voortdurende discussie over rente-aftrek, maar een sterk argument is het niet. Naam, adres, BSN-nummer, loonstrookje, uiteraard, de bank zal het allemaal willen weten en een aantal gegevens ervan willen en moeten vastleggen, maar wat hebben banken en notarissen en kadaster te maken met de volksnationaliteit van hun cliënten?

Ook zou registratie een eerste stap zijn om te voorkomen dat Friesland opgaat in een noordelijk landsdeel. Nu is het zo dat ook inwoners van andere provincies / regio’s tegen een dergelijke schaalvergroting kunnen zijn, daarbij gaat het om argumenten én gevoelens, maar waarom de energie in registratie van nationaliteit steken, in plaats van in discussies over de schaalvergroting zelf? Hoeveel als Friezen geregistreerde Friezen zijn er nodig om een argument te vormen voor het behoud van de provincie? Kun je ook tegen schaalvergroting zijn zonder het stempeltje ‘Frysk’ op het ID?

Daar komt bij: als nationale minderheid kunnen ook Friezen ‘om útens’ zich als ‘Frysk’ registreren. Maar een Fries die in Amsterdam woont, heeft geen stemrecht als het om gemeenteraads- of provinciale verkiezingen in Friesland gaat. En zo hoort het ook. Dus blijft alleen ‘grutskens’ over als reden om je, in Nederland, maar buiten de provincie, als Fries te laten registreren. Ludiek, dat predikaat ‘Frysk’ op je paspoort, maar welke rechten zou je er, buiten de provinciegrenzen aan willen en kunnen ontlenen?

Binnen de provincie is op die vraag ook al geen goed antwoord mogelijk. Onderwijs? Er is Friestalig onderwijs, al wordt er over de kwaliteit ervan wel geklaagd. Een vorm van zelfbestuur dan? Binnen de provincie lopen inderdaad wat bivakmutsen rond die naar een onafhankelijk Fryslân streven door bij allerlei bijeenkomsten binnen te vallen om er op tafels te springen. De woordvoerder, die zichzelf Pier Schuurstra noemt, kondigde in een kort interview met Vlaams Belanger Rob Verreijcken – zijn bijnaam luidt ‘Rob Klop’ – meer dan een jaar geleden alweer, ‘harde acties’ aan op rechtsaktueel.eu, waarna de groep manmoedig verder ging met het afplakken van Nederlandstalige plaatsnamen.

Schoorstra’s slechtste, om maar niet te zeggen meest lachwekkende argument is dit: ‘Ik sjoch it ek as stapke nei in bettere takomst foar ús bern. Want at der in grutte groep komt dy’t grutsk is op Fryslân en de Fryske identiteit, dan bliuwt der miskien ek mear wurk yn ús provinsje oer.’ Lachwekkend, want wie werkgelegenheid wil creëren, moet niet bij de Gemeentelijke Basisadministratie zijn, maar bij de Kamer van Koophandel.

Elske Schotanus

Elske Schotanus (1957) is skriuwster en keunstneres. Earder makke se foar Kistwurk en Farsk kritiken en kollems en skreau se resinsjes foar de Moanne. Sjoch ek: www.elskeschotanus.nl.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels