Frans Zwarts en de UCF

Publisearre op 26 december 2013

RICHARD DE BOER –

“Een academisch kwartier, daar geloof ik heilig in”

In echte selsstannige universiteit mei it net hjitte. Mar de University Campus Fryslân is wilens ek gjin Frysk loftkastiel mear, sa fersekeret ús UCF-bestjoerder Frans Zwarts. ‘Ik doe nu meer met Philips Drachten dan welke universiteit ook. UCF vervult een schakelfunctie tussen het universitaire onderwijs en het Friese bedrijfsleven.’

Het was natuurlijk geen toeval dat de officiële opening van de University Campus Fryslân plaatsvond op 18 november 2011, op de dag nauwkeurig 200 jaar na de sluiting van de Franeker universiteit. Die symbolische datum moest de ambitie om in Friesland academisch onderwijs en onderzoek te realiseren van een roemrijke historische dimensie voorzien.

Pogingen in de afgelopen paar decennia om universitaire opleidingen naar Friesland te halen, leden steeds schipbreuk; de noodzaak kon niet worden aangetoond. Maar de belofte van UCF is dat het ditmaal wel gaat lukken, in de vorm van een samenwerkingsverband tussen de Friese kennisinstellingen Wetsus, Waddenacademie en de Fryske Akademy, de hogescholen NHL, Stenden en Van Hall Larenstein, en de universiteiten van Groningen, Twente, Wageningen en Delft.

Frans Zwarts, oud-rector van de Groninger universiteit, is nu ruim twee jaar aan de slag als hoogleraar-bestuurder van UCF. Wanneer ik met hem afspreek in het Leeuwarder Stadskantoor aan het Oldehoofsterkerkhof, heeft hij net een overleg achter de rug over de profilering van Leeuwarden als studie- en studentenstad. Zwarts: ‘Leeuwarden heeft een goede sfeer en een mooie historische binnenstad, maar ik vind dat we veel meer studenten in de binnenstad moeten zien. Zo hoort er een culturele studentenvereniging te zijn, maar die is er niet. Met dat soort dingen bemoei ik me met veel plezier.’

Toen hij nog rector-magnificus in Groningen was, liet Zwarts zich door drie Friese collega’s overhalen om het project-UCF te besturen. En daar heeft hij geen spijt van, getuige zijn ongeremde enthousiasme en optimisme over het project. ‘De drie Friese rectoren, Taede Sminia van de Vrije Universiteit, Douwe Breimer van Leiden en Jacob Fokkema van Delft, hebben de basis neergelegd voor UCF. Zij vonden dat ik UCF moest gaan leiden. In 2010 zeiden ze: doe ons een plezier en ga dat trekken! Dat heeft bij mij toch een vuurtje aangewakkerd.’

‘Leeuwarden heeft een goede sfeer en een mooie historische binnenstad, maar ik vind dat we veel meer studenten in de binnenstad moeten zien. Zo hoort er een culturele studentenvereniging te zijn, maar die is er niet. Met dat soort dingen bemoei ik me met veel plezier.’

Welk vuurtje?

‘Het is bijzonder om de kans te hebben zo’n fantastisch interessante onderneming op te bouwen. Mijn taak is de relatie tussen Friesland en de universiteiten aantrekkelijk te maken en te houden. Dat is een uitdaging. Ik geniet ervan, maar het is ook moeilijk en kost veel tijd. Friesland vraagt aan de universiteiten om zich aan dit project te committeren en daar moet je een behoorlijke overredingskracht voor hebben. Het is geen kwestie van snel scoren. Elke opleiding moet door de onderwijsminister worden goedgekeurd. Je hebt wel 2,5 jaar nodig om een masteropleiding te realiseren. Voor politici is dat lastig, want zij hebben een kortere tijdspanne. Maar ik krijg veel steun uit de Friese politiek. Toen ik mijn toekomstplannen verdedigde voor de Provinciale Staten ontving ik veel positieve feedback en suggesties hoe we van UCF een succesnummer kunnen maken.’

U wilt over enkele jaren 350 masterstudenten in de stad hebben. In 2020 is Leeuwarden een internationale studentenstad, zo belooft UCF. Maar andere stemmen zeggen: de markt voor hoger onderwijs en onderzoek in Nederland is verzadigd.

‘Nee, er is juist een enorme vraag. Het punt is dat Nederland juist sterker moet investeren in het onderwijs. De enorme toename van arbeidsproductiviteit en welvaart in Nederland is het gevolg van succesvol onderwijs en het probleem is dat dat nu vastloopt. We hebben over de gehele linie een veel te rigide onderwijssysteem, waarin weinig of niet individueel wordt gedifferentieerd. Het massaonderwijs heeft lange tijd gewerkt, maar doet geen recht aan de ontwikkeling van mensen met talent.’

Universitaire opleidingen zijn in Friesland al eens eerder opgedoekt. Groningen ligt op 35 minuten treinafstand. Er is amper ruimte voor een universiteit in Friesland.

‘Ik moet denken aan Coen Teulings, die een rede hield bij de opening van het Provinsjehûs. Hij was toen nog directeur van het Centraal Planbureau, en volgens zijn model zijn de innovatieve clusters in Nederland die gebieden waar de grondprijzen het hoogst zijn. Nou, dan weet je dus dat het noorden en oosten afvallen. En dat zei hij ook met zoveel woorden. Friesland kan geen deel meer hebben aan de kennisontwikkeling, want die achterstand is niet meer in te halen. Friesland moet het van toerisme hebben. Ik kon het níet geloven dat hij dat zei. Volgens mij is dat kenmerkend voor de bijziendheid van een groot aantal beleidsmakers in Nederland.’

Waarom kan het volgens u dan toch?

‘Ik heb me nog nooit zo goed gerealiseerd als nu dat er niet automatisch een aansluiting is tussen een universitaire opleiding en de arbeidsmarkt. Ik doe nu meer met Philips Drachten dan welke universiteit ook. Wij zijn daar bezig met een excellentietraject voor studenten High-Tech Systems and Materials. Die gaan materiaalsoorten met nieuwe eigenschappen ontwikkelen. Het idee is dat we meer Nederlandse studenten naar zo’n bedrijf kunnen toesluizen, want Philips heeft veel moeite om mensen naar Drachten te halen, zelfs vanuit het noorden. Iets soortgelijks gaat binnenkort met Friesland Campina spelen, omdat daar ook een arbeidsmarktprobleem is. Het draait om valorisatie. Voor Friesland is het van belang dat wij helpen om het universitaire onderwijs dichter bij de bedrijven te brengen en omgekeerd. UCF vervult een schakelfunctie tussen het universitaire onderwijs en het Friese bedrijfsleven.’

Welke resultaten heeft u tot nu toe behaald?

‘We hebben nu 71 masterstudenten op drie Engelstalige opleidingen met als vestigingsplaats Leeuwarden. Dit jaar is de masteropleiding Meertaligheid van start gegaan met 13 studenten. En er is nu een officieel goedgekeurde master Watertechnologie, een van de eerste Nederlandse joint degree masters van de universiteiten van Wageningen, Twente en Groningen. Die had dit jaar 16 inschrijvingen, maar krijgt in de komende jaren ongetwijfeld meer studenten.

Voor Friesland is het van belang dat wij helpen om het universitaire onderwijs dichter bij de bedrijven te brengen en omgekeerd.

De master Energy and Environmental Management is dit jaar een stuk groter geworden met 42 studenten. Er ligt nu een aanvraag voor bekostiging en dat gaat zeker lukken. Die opleiding wordt verzorgd door de Twentse universiteit. Het thema watermanagement is hier een nieuwe belangrijke component. Water is een grondstof van de eerste orde, dat is ook internationaal gezien een gigantische trekker. Dat zie je ook aan de studentenpopulatie, die komen hier vaak op beurzen van buitenlandse overheden.’

Hoe staat het met de vier masteropleidingen die nog gerealiseerd moeten worden?

‘Voor de master Toerisme gaan we nu de aanvragen voor officiële goedkeuring voorbereiden. We mikken hier op zo’n 80 tot 100 studenten per jaar. Met de RUG en de Thorbecke Academie ontwikkelen we een master Law and Governance, waarbij we ook rekenen op een jaarlijkse instroom van 80 tot 100 studenten. En de master Leefbaarheid werken we uit met cultureel geograaf Tialda Haartsen van de RUG. Zij is gespecialiseerd in de krimpproblematiek.

We werken ook aan een master Zuiveltechnologie, zo’n opleiding is echt van belang in Friesland. Je moet daarbij niet alleen denken aan Friesland Campina, maar straks gaan zich ook bedrijven als A-ware Food Group en Fonterra vestigen in Heerenveen. Fonterra is een zuivelgigant uit Nieuw-Zeeland en bouwt een fabriek in Heerenveen waar grondstoffen ontwikkeld worden voor de farmaceutische industrie.

En we hebben plannen voor een achtste masteropleiding, Gametechnologie. Die heb ik er zelf bijgehaald, omdat mij al gauw duidelijk werd dat gaming in Leeuwarden ook nationaal gezien een potentiële kans heeft. Er is al veel in Amsterdam en Utrecht, maar als we de krachten in het noorden bundelen, dan hebben we hier een kans.’

Sinds juni heeft UCF een onderzoeksschool, de International Graduate and Research School, die alle 180 promovendi in Friesland met elkaar wil verbinden. Waarom zou je dat willen?

‘Wat promovendi met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal voor de majeure opdracht staan om iets wat ze aan het concipiëren zijn handen en voeten te geven. Zij hebben een community nodig. Wetenschappers hebben zich door de eeuwen heen altijd al georganiseerd in communities. We hebben onlangs bij de Fryske Akademy een eerste bijeenkomst georganiseerd, de First Frisian PhD-Day, en dat werkt dus fantastisch. In principe willen wij voor alle promovendi die in Friesland zijn gestationeerd, van welke universiteit dan ook, hun ankerplaats zijn.’

Er is momenteel veel discussie over de kwaliteit van het hoger onderwijs, die onder het Europese gemiddelde ligt. Universiteiten zijn veranderd in diplomafabrieken met massaal toestromende studenten en steeds kleinere budgetten.

‘Ja, we hebben er in Nederland veel studenten en promovendi bijgekregen, maar ik vind het een enorm gemis dat de student-assistent is verdwenen van de Nederlandse universiteiten. Studenten kun je juist betrekken bij de organisatie van hoger onderwijs en inzetten voor veel ondersteunende taken. Amerikaanse universiteiten hebben soms wel drie- of vierduizend student-assistenten in dienst.’

Hoe gaat UCF zich financieel zelfstandig maken?

‘Voor de periode 2010-2015 ontvangen we van de provincie Fryslân 16,4 miljoen en van de gemeente Leeuwarden 2 miljoen euro. De rest van de financiering moet komen van de rijksbijdragen voor universiteiten. Uiteindelijk moet er dus een afspraak gemaakt worden tussen het provinciebestuur en de universiteiten over de financiële grondslag van de opleidingen. Eén ding is duidelijk: die opleidingen moeten zichzelf gaan bedruipen. Daarom zijn de studentenaantallen belangrijk. Een masteropleiding met dertig studenten kan zichzelf al bedruipen. Ik wil graag zien dat de provincie Fryslân en de universiteiten overeenstemming bereiken. Dan hoeft Fryslân daar geen geld meer in te leggen.’

Met al die samenwerkingen en verbindingen oogt UCF als een fragiele constructie. Het risico bestaat dat universiteiten zich terugtrekken als het financieel niet meer interessant is.

‘Ja, dat risico bestaat wel, maar het is niet zo dat dat onmiddellijk kan gebeuren. Als de masterprogramma’s van UCF een meerwaarde hebben voor Friesland en voldoende studenten aantrekken, dan is het echt niet een geweldige opgave voor universiteiten om dat te financieren. UCF moet de relatie tussen Friesland en de universiteiten aantrekkelijk maken en houden.’

U organiseert elke maand een goedbezocht Café van de Kleine Wetenschap in het Oranje Bierhuis. Hoe zichtbaar is UCF verder in Friesland?

‘Zichtbaarheid is een opgave. UCF is een academische netwerkorganisatie, dat is een abstracte term. Als je mensen vraagt wat een universiteit is, dan hebben zij een beeld van gebouwen. Als UCF een eigen gebouw heeft, dan is het ook zichtbaar.’

De masterstudenten zitten nu op de watercampus en de kenniscampus. Dat kan niet zo blijven, want dan komt er geen identiteit. Dan blijft het los zand.

Valt uw oog nog steeds op de monumentale Kanselarij?

‘De Kanselarij is een schitterend academiegebouw, zonder meer. Ik vind in elk geval dat we als UCF naar het centrum toe moeten. De masterstudenten zitten nu op de watercampus en de kenniscampus. Dat kan niet zo blijven, want dan komt er geen identiteit. Dan blijft het los zand. De locatie waar UCF komt te zitten wordt heel belangrijk, maar is nog niet uitgekristalliseerd. Daarover moeten de provincie en de gemeente Leeuwarden nadenken.’

Er wordt ook gekeken of de Kanselarij door Friese hbo’s en mbo’s betrokken kan worden.

‘Natuurlijk, dat zou ook kunnen, dat heeft te maken met de financiële realiteit en de exploitatie. Aan de andere kant vind ik dat de Kanselarij een symbolische waarde heeft waar je rekening mee moet houden. Ik heb het stadsbestuur daarom duidelijk gemaakt dat de Kanselarij en de pandjes die daaromheen staan mee moeten in de planvorming voor UCF. Dat is onderdeel van wat ik het academische kwartier van Leeuwarden noem. Daar geloof ik heilig in.’

Hoe ziet u dat academische kwartier voor zich?

‘Binnenkort gaat de verbouwing van Tresoar tot universitaire bibliotheek van start. Daar komen werkplekken voor studenten. Tot nu toe zie je al die studenten die naar de kenniscampus gaan niet of nauwelijks in de stad. Toch zoeken ze plekken waar ze rustig kunnen werken. Ik kwam er met Bert Looper op uit dat UCF misschien moet investeren in werkplekken voor studenten en Tresoar in de bouwkundige randvoorwaarden. Dus over anderhalf jaar zal het daar een heel ander gezicht zijn.

Onze droom is dat het plein bij de Oldehove een soort academisch plein wordt, waarin ook de HCL, de Fryske Akademy en de Afûk worden betrokken. Dat dit plein gaat leven en de instituten een relatie aangaan met jonge studenten.’

U heeft ook plannen voor de realisatie van een Centrum voor Cultuur en Wetenschap.

‘Ja, dat centrum past ook in dat idee. Met een Centrum voor Cultuur en Wetenschap willen we een publieksfunctie in Leeuwarden vervullen. Het centrum gaat met regelmaat interessante culturele activiteiten en wetenschappelijke ontwikkelingen presenteren aan de Leeuwarder. Met de wetenschapscafés in het Oranje Bierhuis hebben we al een goede formule gevonden. Het idee is dat we een soort publieke omroep van Leeuwarden worden op het terrein van cultuur en wetenschap. Het moet een van de paradepaardjes van 2018 worden.’

 

 

Richard de Boer is freelance sjoernalist en byldredakteur. Sjoch http://deboerr.wordpress.com

 

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels