fotografy: Saris & Den Engelsman

De straatopera en zijn ‘creatives’

ELSKE SCHOTANUS – 

Het leegstaande bankgebouw op de hoek van de Doelesteeg, vlak bij het Saailân waar de cast die middag zal repeteren, fungeert als uitvalsbasis en opslag voor De IIsfoarstin, de voorstelling die van 13 tot en met 31 mei in de Leeuwarder binnenstad te zien zal zijn. De kale ruimten, met hier en daar afgedankt en achtergelaten kantoormeubilair, ogen naargeestig. Wie aan de voorstelling meewerkt, kan er een boterham eten, een glas melk halen. Ik praat er met theatervormgever Jan Ros en kostuumontwerpster Linda Eijssen. Op iisfoarstin.nl staan zij, samen met onder meer de ontwerpers van licht en geluid, vermeld als ‘creatives’. Het zijn de mensen die achter de schermen – figuurlijk want De IIsfoarstin is een straatopera ­ – verantwoordelijk zijn voor het visuele aspect van de voorstelling.

Friesland is een beetje als Limburg. Als je iets nodig hebt, is het meteen ‘zo’n ding heeft mijn oom nog in de schuur liggen’. Een relatief klein gezelschap dat zúlke dingen weet te maken. Fantastisch! Er zijn wel tíén vrijwilligers om de kleding te naaien.

‘In eerste instantie,’ vertelt Jan Ros, ‘werden de speellocaties in de wijken gezocht, maar algauw kwamen we bij het centrum uit. De leidende factor is niet alleen dat een plek ‘mooi’ is, wat je er doet moet ook praktisch haalbaar zijn. Na een aantal weken hadden we, voor vijf actes, vier plekken gevonden. Het sprookje is een wandeling door de seizoenen, in het Westerpark is het lente, in de Domincuskerk zomer, de Harmonie verbeeldt de winter. Het zijn plekken die je cadeau krijgt. Bij locatietheater moet je grote gebaren maken, zoals de sleep van de ijsvorstin, het enorme doek dat van het dak van het Fries Museum komt, terwijl het symboliseren van de herfst niet veel meer hoeft te zijn dan met wat nevel een sfeer creëren.’

Jan begon met schetsen, maar anders dan bij toneel waar je een autonoom, los beeld kunt maken, stapte hij al snel over naar photoshop, want voor een straatopera is de omgeving medebepalend. Lang voor uitgeprobeerd werd of het allemaal wel kon, zo’n enorm doek – de sleep is twintig meter lang – van het museumdak neer laten dalen, was het beeld op het scherm al ontworpen en vastgelegd.

Jan is freelancer en werkt veel met Jos van Kan die voor Tryater de Presidentes en Down South regiseerde en daarmee geen onbekende bij Tryater. Hetzelfde geldt voor Linda die, zegt zij, ‘van dezelfde lichting is als Ira Judkovskaja.’ Ira deed de regie-opleiding in Amsterdam, Linda de Academie Beeldende Kunst in Maastricht. Ze kenden elkaar al toen Ira haar voor De Presidentes vroeg, later ontwierp zij de kostuums voor Omke Wanja en In moaie jûn. ‘Friesland is een beetje als Limburg. Als je iets nodig hebt, is het meteen “zo’n ding heeft mijn oom nog in de schuur liggen”. Een relatief klein gezelschap dat zúlke dingen weet te maken. Fantastisch! Er zijn wel tíén vrijwilligers om de kleding te naaien.”

Voor de koorleden ontwierp zij mantels met daarop gehaakte ijsbloemen en organiseerde zij in januari een haakmiddag in het Tryatergebouw waar jong en oud, maar altijd vrouw, driftig zaten te handwerken. “Zo kun je de voorstelling helemaal van Friesland laten zijn.”

Er is weinig tijd: Jan en Linda moeten op het Saailân zijn, waar de buitenrepetitie zo begint. Voor ik naar buiten ga, haal ik iets eetbaars in de geïmproviseerde kantine en met een boterham in de hand verlaat ik het Fortis gebouw om op het plein te gaan kijken en hiervan verslag te doen. Op de stoep staat een aanhanger, het laadplateau gaat naar beneden. Behoedzaam rolt een kledingrek naar beneden. Het zijn de mantels voor de koorleden met daarop, glinsterend in het vroege middaglicht, de gehaakte ijskristallen.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.