Besturen is filosofie in actie

Publisearre op 13 juli 2015

HANS KOPPEN – 

Onvrede onder burgers is van alle tijden, maar het aantal politieke cynici neemt de laatste decennia wel opmerkelijk toe. Politieke cynici hebben een erg negatief oordeel over de politiek en over politici. Zij uiten zich door extreem links of rechts te stemmen, of door dat helemaal niet (meer) te doen. In ieder geval zijn zij tégen. Tegen plucheplakkers, tegen vriendjespolitiek, tegen mooipraters. Politicologe Claartje Brons onderzocht recentelijk de gevoelens en verwachtingen van politieke cynici. Het bleek haar dat deze malcontenten niet zozeer willen meebeslissen, maar vooral verlangen naar deugden in de politiek. Ze kijken met morele blik naar politieke ambtsdragers en verwachten dat politici het goede voorbeeld geven. Brons stelt de vraag of politici en politieke partijen zich wel voldoende bewust zijn van het morele karakter van het oordeel dat burgers over hen vellen.

Waarden, ethiek en openbaar bestuur zouden idealiter nauw met elkaar verbonden moeten zijn. Met burgemeester en ervaren overheidsbestuurder Hayo Apotheker sprak ik over de waarden die ten grondslag liggen aan het Nederlandse openbaar bestuur en over de morele overtuigingen waardoor hij zich als privépersoon en als ambtsdrager laat leiden.

 

Wat zijn voor u bestuurlijke waarden?
Waarden schetsen een na te streven ideaal. Ze geven zin en betekenis aan de werkelijkheid. Waarden helpen ons, om met Augustinus te spreken, te weten wat het goede is en om het goede goed te doen. Waarden zijn niet hoog boven de werkelijkheid verheven, integendeel, ze zijn afwegingsinstrument bij praktische zaken en daagse beslissingen. Waarden zijn gebaseerd op je levensvisie, op je overtuigingen, die weer voortkomen uit je nadenken over wat je belangrijk acht in het leven. Vandaar dat ik mij goed kan vinden in wat Mark Rutgers, hoogleraar Filosofie van het Openbaar Bestuur aan de Universiteit van Amsterdam, daarover zegt: ‘Besturen is filosofie in actie’. Waarden vormen de grondslag onder je inzet om de functie van bestuurder uit te oefenen en helpen je de vraag te beantwoorden wat je met het land, of met de gemeente, wilt.

 

Welke waarden zijn voor uzelf belangrijk?
Ik kom uit een Gronings middenstandsmilieu, zowel van de kant van mijn vader als van mijn moeder. Zij hielden mij voor om als mens betrouwbaar te zijn. Van hen heb ik meegekregen om zélf verantwoordelijkheid te nemen voor mijn leven, leerde ik hoe belangrijk zelfbewustzijn is, om kansen te grijpen als die zich voordoen. Van hen leerde ik ook om blij te zijn als iets gelukt is; voldoening is iets dat je mag vieren.

 

En wat is de relatie daarvan met het ambt van burgemeester?
Ten eerste vind ik het belangrijk om door mijn werk situaties voor mensen te creëren waardoor zij zélf verantwoordelijkheid willen én kunnen nemen voor hun leven. Omstandigheden die hen in staat stellen zich te ontwikkelen, om hun eigen energie te benutten. Ik weet mij nog te herinneren dat ik als burgemeester in Muntendam betrokken was bij de promotie en verkoop van premie-A woningen. Ik probeerde mensen ertoe te brengen niet te blijven huren, maar om hun nek uit te steken en een huis te kopen. ‘Burgemeester’, zei later eens zo’n koper tegen mij, ‘u heeft van mij een ander mens gemaakt.’ Dat vind ik mooi.

Ten tweede is van belang dat ik van mening ben dat ik mijn bewustmakende en stimulerende rol als overheidsbestuurder kan vervullen omdat ik mij daartoe geëquipeerd acht door mijn achtergrond, opleiding, ervaring én ideologische overtuiging. Als mijn rol van boegbeeld van de gemeente, en van voorzitter van het College van B&W en de Gemeenteraad, alleen een technische en een ceremoniële zou zijn dan hoefde dat niet van mij. Nee, juist vanuit de door mij aangehangen waarden voel ik mij geroepen om inhoudelijk en bestuurlijk stimulerend en inspirerend op te treden. Alleen lintenknippen is niets voor mij.

Maar, en dat ten derde, ondanks het feit dat je als door de Kroon benoemde burgemeester onafhankelijk bent, en dat vind ik een héél groot goed binnen de Nederlandse bestuurlijke verhoudingen, is het van belang dat de waarden die ik in mijn werk probeer te verwezenlijken mede gedragen worden door je collegeleden en de Raad. De waarden die ik hanteer als burgemeester, dienen democratisch gelegitimeerd te worden. Waarden zonder herkenning en draagvlak: daar kan je weinig mee.

 

Dat centraal stellen van zelfontplooiing, weerbaarheid, kansen grijpen, je ontwikkelen, is dat niet een beetje paternalistisch? Iets van: ‘dit is goed voor jou, burger!’ Misschien zitten mensen daar wel helemaal niet om verlegen en voelen ze zich gelukkiger in een meer op het collectief gerichte ideologie.

We hebben keuzevrijheid in dit land. Niets moet, je mag de keus maken die je wilt. Maar ik ben ervan overtuigd dat overheid en openbaar bestuur betekenisvol kunnen en mogen zijn als het gaat om zelfontplooiing.

 

Vanuit welke waarden opereert de Nederlandse overheid?
Nederland is een teamland. Wij zijn het land van de polderdemocratie, al eeuwen. Wij zijn niet het land van sterke instituties. Onze achtergrond is die van het samendoen, van wisselende meerderheden, verschillende godsdiensten en uiteenlopende ideologieën. Iets anders is de neoliberale en technocratische ideologie die de overheid van nu kenmerkt. Die denkstroming ziet zich geconfronteerd met een aantal grote problemen zoals de multiculturele samenleving, het integratievraagstuk, de aandacht voor ouderen en zorgbehoevenden, de europeanisering. Hoe gaan we als overheid deze vraagstukken aanpakken?

Ik onderken ook dat de sociale media een openbare macht op zichzelf aan het worden zijn. Ze hebben het vermogen om in korte tijd massaal de publieke aandacht en meningsvorming op te roepen, waarmee ze kunnen inbreken op de democratische besluitvorming. Ik zie hier nieuwe opgaven waarvan de oplossing gebaseerd zal moeten zijn op de waarden die we als samenleving en als overheid aanhangen. De essentie van openbaar besturen blijft naar mijn stellige overtuiging dezelfde, maar dit soort vraagstukken kan je niet alleen met het neoliberale denken te lijf. We zullen als overheid onze overtuigingen en waarden opnieuw moeten ordenen en doordenken.

 

Friesland heeft de laatste jaren nogal wat gemeentefusies meegemaakt en binnenkort volgen er meer. Is dat een overwinning van wat wel genoemd wordt New Public Management: het runnen van de overheid als een bedrijf, met als belangrijkste waarden efficiency, doelmatigheid en het terugdringen van kosten?
Nee, dat is niet de essentie voor mij. Het ligt breder. Ook hier gaat het om betekenisvolheid.

Kijk, die drang naar gemeentelijke schaalvergroting is van alle tijden maar is écht stevig ingezet met de bezuinigingen van Bestek ’81. Sindsdien wordt de overheid voortdurend geconfronteerd met schaaleisen en financiële druk. In 1980 waren er nog ongeveer 800 gemeenten in Nederland, nu 406. In Friesland is in dezelfde periode het aantal vastelandsgemeenten teruggelopen van 40 naar 20. Die schaalvergroting was nodig voor de organisatorische volwassenwording van gemeenten. Effectiviteit en efficiency mogen, en moeten zelfs, als eis zwaar wegen bij de besteding van belastinggeld. Schaalvergroting en bedrijfsmatig werken zijn wat dat betreft dus goed. Maar er is nog iets.

Die gemeentelijke schaalvergroting móést ook plaatsvinden omdat gemeenten het anders niet verdienen een volwaardige democratische bestuurslaag te zijn. Ik vind dat lokale democratie moet gaan over de belangrijke zaken voor iedere burger en voor elk gezin! Over bijvoorbeeld lokale economie en werk, onderwijs voor je kinderen, de zorg voor je ouders. Over voorzieningen als cultuur, recreëren en winkelen. Maar om daarover besluiten te nemen, samen met de gemeenschap, moeten die zaken wél spelen en van voldoende gewicht zijn om op de lokale agenda te staan. Dáárom is schaalvergroting nodig: niet als bedrijfskundig kunstje, maar om de lokale democratie een interessante en burgergerichte agenda te geven. De drie huidige decentralisaties jeugdzorg, werk en inkomen en zorg passen in die gedachte en versterken de draagvlakeis. Alleen als robuust overheidsorgaan heb je de positie en de mogelijkheden om serieus aan de toekomst te werken. Wel geef ik toe dat het hedendaagse overheidsjargon is doorgeschoten. Hoezo ‘klant’ als je als burger niets te kiezen hebt bij het verkrijgen van een vergunning of het uitreiken van een paspoort?

 

Een van de kenmerken van overheidsbestuur is dat er bij de realisatie van het beleid conflicten kunnen optreden tussen waarden die elkaar onderling niet verdragen. Bijvoorbeeld het conflict tussen participatie en rechtmatigheid: wat moet je als de bevolking A wil en het beleid schrijft B voor? Of tussen het strikt handhaven van democratisch vastgestelde regels versus menselijkheid en compassie? Bent u zelf wel eens met zulke waardenconflicten geconfronteerd geweest?
Ja, indringend. En die gaan je als bestuurder niet in de koude kleren zitten. Ik herinner mij iemand die mij, nadat hij jaren daarvoor een seksueel foute schaats had gereden, om een Verklaring omtrent Gedrag vroeg, nodig om elders in het land een nieuw begin met zijn leven te kunnen maken. De adviezen over die man waren ambivalent, met een afwijzende tendens. Ik heb die persoon, na een gesprek, toch een VOG gegeven, niet alleen omdat de rapportage naar mijn idee daar wel een klein beetje ruimte toe bood maar mede vanuit mijn persoonlijke overtuiging dat mensen een tweede kans verdienen. Het is goed gegaan, maar ik realiseer mij zeer wel dat als dat niet het geval was geweest, en als die persoon toch weer ontspoorde, ik daar keihard mee geconfronteerd zou zijn geworden. Als bestuurder had ik kunnen inpakken. Dat was dus een spannende beslissing voor mij.

Het probleem kan ook op een ander vlak spelen. Ik kom dus uit een MKB-familie en MKB-gerelateerde vragen hebben mijn bijzondere belangstelling, waarbij ik een zwak heb voor ondernemers. Ik vond het als bestuurder dan ook lastig om, als één van de spelers, mijn positie te bepalen in de discussie over paracommercie in dorpshuizen, die in kleine gemeenschappen een belangrijke sociale functie vervullen, versus de gerechtvaardigde economische belangen van de horeca. Héél actueel speelt nu opnieuw een waardendilemma, en wel bij de discussie over windenergie in mijn gemeente. Een gemeente die met het waardevolle landschap én de vele historische steden en dorpen al een enorme duurzaamheidsagenda heeft.

Ik denk wel eens: voor wélk rentmeesterschap moet je nu kiezen? Bij al dat soort vraagstukken spelen je eigen waarden een rol. Hierbij moeten we echter niet uit het oog verliezen dat besturen een ambacht is, een vak. Je positie als bestuurder, plus je deskundigheid, waarden, persoonlijkheid en moed maken je geloofwaardigheid uit. Waarden zijn essentieel voor goed overheidsbestuur.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels