Maagd, meid, meisje

Publisearre op 16 maart 2015

HENK WOLF – 

Het woord meisje is een verkleinwoord van meid. Hoewel dat woord in het Fries uitgestorven is, is de uitspraak ervan veel typischer voor het Fries dan voor het Nederlands. De verwachte Nederlandse vorm zou maagd zijn, een woord dat we nu alleen in een specifieke betekenis kennen. De oorsprong is niet met zekerheid bekend, maar een mogelijke verklaring is dat het betekent: ‘iemand die mag’. Dat ‘mogen’ slaat op ‘mogen trouwen’. Een ‘maagd’ is dan iemand die ‘mag trouwen’ en dus ‘nog niet getrouwd is’ en dus meestal jong is. In de middeleeuwen sloeg dat nog wel eens op een man, maar dat was toen al zeldzaam. De betekenis ‘jonge, ongetrouwde vrouw’ is al sinds de middeleeuwen overheersend.

De Oudfriese en Oudnederlandse vorm van het woord is magath of megeth. Nu gebeurde er in de middeleeuwen aan de Noordzeekust iets merkwaardigs. De mensen daar gingen allerlei klanken vervangen door j-achtige klanken. De sprekers van het Engels en Fries deden dat op grote schaal, waardoor zij het nu hebben over tsjurtsj en tsjerke, terwijl de Nederlandstaligen de oude uitspraak kerk hebben behouden. En ook in way en wei is de oude g-klank door een j-klank vervangen, terwijl het Nederlandse weg de oude klank nog heeft. Zo werd er in Engeland, Friesland en in sommige dorpen aan de Hollandse kust van het oude mageth het nieuwe meid gemaakt.

Nu bestond er in de middeleeuwen nog geen Nederlands. Er waren alleen maar Hollandse, Zeeuwse, Brabantse, Vlaamse en andere dialecten en sommige daarvan deden wel mee met die klankvervanging, die vaak ‘palatalisering’ wordt genoemd. In de 16e eeuw en 17e eeuw is het Standaardnederlands gevormd uit verschillende dialecten en zo zijn er een aantal van die j-klanken in het Nederlands beland. Dat verklaart dat het Nederlands de ‘Friesachtige’ woorden zeil en peil heeft, terwijl het Duits de oude vormen Segel en Pegel heeft bewaard. De vormen maagd en meid zijn waarschijnlijk uit verschillende dialecten in het Standaardnederlands gekomen en hebben verschillende betekenissen gekregen.

In het Fries is het woord meid verdrongen door het synoniem faam of famke, maar het is niet helemaal uit het Fries verdwenen. Het bestaat nog in meidzje, een ouderwets woord voor ‘verkering hebben’. Het Nederlandse maagd raakt ondertussen zijn in de middeleeuwen verworven vrouwelijkheid weer een beetje kwijt. Het betekent tegenwoordig vaak niet meer ‘jonge, ongetrouwde vrouw’, maar ‘persoon (man of vrouw) zonder seksuele ervaring’.

 

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels