FRYSK, een puzzel

Publisearre op 6 februari 2019

WILLEM WINTERS – 

Eindelijk! Dacht ik. Het jarenlang verwachte encyclopedische boek over de geschiedenis van de kunst in Friesland: FRYSK, een uitgave van museum Belvédère bij de gelijknamige tentoonstelling. Het boek is mooi, maar blijkt niet aan die hoge verwachting te voldoen.

 

Waarom die lichte toon? Worden de bezoekers van Belvédere daarmee niet onderschat?

 

Peter Karstkarel beschreef indertijd in Kunst in Friesland [1980] de Friese beeldende kunst na 1945. Een (te) korte periode om als encyclopedie te functioneren, bovendien ontbrak een register. Huub Mous selecteerde in De kleur van Friesland [2008] voor zijn kritische bespreking een (flink) aantal beeldend kunstenaars, ook beeldhouwers en tekenaars. Jammer dat een register ook bij hem ontbrak.

Wil een boek nog concurreren met de digitale media dan moeten boeken als FRYSK uitgerust zijn met zaak- en personenregisters. Overigens is het aanleggen daarvan sterk vereenvoudigd. Was het vroeger handwerk, tegenwoordig is daar een programma voor. FRYSK moet het zonder doen.

Het ontbeert ook een heldere structuur. In plaats van met de gebruikelijke begrippen is een indeling gemaakt met niet steeds dezelfde criteria. Het boek telt 9 hoofdstukken. Het eerste heeft als thema de woon- en verblijfplaats van de kunstenaar, met veel aandacht voor Jan Mankes, in Kunst in de Knipe.

In de afdelingen 1.2 en 1.3 worden Friese kunstenaars die naar Holland en Parijs verkasten gevolgd. In deel 2 komen avantgardistische en abstract werkende kunstenaars aan bod, waarbij de dadaïstische Rinsema’s een belangrijke plaats innemen. Hier zijn dus wel kunsthistorische begrippen gebruikt en niet bijvoorbeeld ‘Kunst in Drachten’. In deel 3 vinden we opnieuw woonplaats als ordeningsprincipe. In 3.1 gaat het over kunstenaars die zich van elders in Friesland vestigden. De Waddeneilanden krijgen een aparte beschouwing. In 3.2 treden de moeilijk plaatsbaren aan. Dat zijn eenlingen zonder opleiding die eigenlijk tot geen enkel ‘isme’ behoren. Ze zijn in de categorie autodidacten bijeengebracht. Die term zegt nauwelijks iets over de kunstenaar en helemaal niets over zijn kunst.

Als lezer word je – bijna – op het verkeerde been gezet door het opschrift boven hoofdstuk 3.2: van A [autodidacten] tot Z [zondagsschilders]. Wie hier een alfabetische ordening verwacht komt bedrogen uit, de namen van de kunstenaars staan vrolijk door elkaar.

Elk hoofdstuk wordt vooraf gegaan door een nostalgische foto, die nogal detoneert met de kunstreprodukties: een boerderij met koeien in de wei, zeilen op de Friese meren en badvermaak. Het boek mag dan vol staan met fraaie reproducties, een grote lijn waardoor de lezer meer zicht krijgt op de kunsthistorische ontwikkelingen ontbreekt.

Directeur Han Steenbruggen tracht discussie over de opbouw en structuur van het boek te voorkomen door in het voorwoord en de verantwoording critici het gras voor de voeten weg te maaien. ‘FRYSK biedt een overzicht maar pretendeert geenszins volledigheid en is niet samengesteld volgens wetenschappelijke uitgangspunten.‘ Het museum wil op ‘lichte toon’ inzicht geven in de regionale schilderkunst; ‘de selectie is intuïtief en associatief tot stand gekomen. Waarom deze keuzen. Waarom die lichte toon? Worden de bezoekers van Belvédere daarmee niet onderschat?

Lastig is dat de reproducties lang niet allemaal direct bij de tekst staan waarin ze worden besproken. Het gevolg hiervan is dat de lezer voortdurend moet bladeren om tekst en afbeeldingen te koppelen. Het boek slijt daardoor zienderogen als je er een uurtje mee bezig bent. Het is alsof de zaak in pastei gevallen is en weer bij elkaar geraapt. Dan zijn er nog de schilderijen die van trefwoorden zijn voorzien. Zoals: ‘blommen, stillibben, beammen, muzyk, boatsjes, reit, sleat’, enz. Dit suggereert een thematische indeling die echter nergens wordt doorgezet. 

Volledigheid was niet de pretentie, schreef Steenbruggen. Om na te kunnen gaan of en welke kunstenaar ontbreekt zou ik moeten zoeken tussen de plusminus 100 door het boek verspreide kunstenaars. Wat er op neer zou komen dat ik zelf alsnog een register zou moeten maken!

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels