De sleetse voordeur

Publisearre op 21 maart 2014

BAUKE TUINSTRA –  

Een eerste indruk maak je helaas maar een keer. Een sleetse dooddoener, maar daarom niet minder waar. Het geldt niet alleen voor personen en bedrijven, maar dus ook voor dorpen en steden. En die indruk bepaalt of mensen ergens graag wonen, werken of op bezoek komen.

Deinum heeft een Uientoren. Sneek een Waterpoort. En Huins een vervallen school. Afzonderlijke gebouwen kunnen het beeld bepalen van een gehele plaats. Dat kan een positief beeld zijn, zoals in Sneek en Deinum. En denkend aan Workum, Leeuwarden of Grou verschijnen bij eenieder vanzelf de beelden voor het oog. Maar het kan ook een negatief beeld opleveren. Een enkele ‘rotte kies’, vervallen pand of schreeuwerig bedrijfspand kan de identiteit van een dorp definiëren. Dat beeld raak je niet snel kwijt.

Wommels heeft een mooie terp en een driesprong met een classicistische villa van architect Romein en een karakteristieke herberg. Maar voordat je vanuit het noorden in het dorpscentrum aankomt moet je eerst door een wildgroei aan loodsen, bedrijven en een voormalig wooncentrum. Schrale gebruiksgebouwen en bedrijfsgebouwen die enkel de aandacht naar zichzelf willen trekken bepalen het beeld en vormen geen gezamenlijke openbare ruimte. Ze zijn het wat smoezelige visitekaartje voor het dorp.

Ameland is misschien niet het allermooiste eiland, maar wel een van de leukste. De pier vanwaar je de vaste wal verlaat heeft geen verblijfskwaliteit, maar eenmaal aan boord is het anders. Het vakantiegevoel begint al bij het vertrek van de veerboot uit Holwerd en zou alleen maar sterker moeten worden. Maar bij aankomst op het eiland gaat het vreselijk mis en is de betovering weg. De toegang van Ameland gaat niet door mooi dorp Nes maar langs een reeks van loodsen en schuren. Het is alsof je via de berging en de riekende vuilcontainers een restaurant binnenkomt; het eten smaakt dan toch anders. Gelukkig heeft Ameland ook nog Nes en Hollum. En bovendien de meest archetypische vuurtoren van de Wadden. Want de aantrekkelijkheid van de omgeving is de belangrijkste reden van het toeristisch bezoek.

Achterstallig onderhoud van een enkel pand en door een enkele eigenaar schaadt een hele gemeenschap. Het ene loodsje bij de entree van een dorp is wellicht goed voor enkele arbeidsplaatsen. Maar kan dat belang niet elders of mooier worden gediend? Want uit onderzoek is onder meer gebleken dat vooral de ruimtelijke kwaliteit reden is om van elders naar ons platteland te verhuizen. Dat is goed tegen krimp, goed voor de waarde van onroerend goed, bedrijvigheid en leefbaarheid. Zo blijven scholen bestaan en winkels open. Zo is er minder leegstand en komen er minder nieuwe ‘rotte kiezen’. En dus is het ‘mooi’ zijn van onze provincie van groot economisch èn maatschappelijk belang.

 

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels