Stadsfries, een ‘Mearke’ of actuele werkelijkheid?

Publisearre op 20 maart 2020

WIM AALBERS – 

Analyse van het Stadsfries als dialect tussen Fries en Nederlands
Naar aanleiding van het De Dach fan ut Stadsfrys is er even een levendige discussie geweest over de status van de dialecten die daar onder gerekend worden. De discussies spitsten zich vooral toe op twee punten:

  1. De vraag of het de moeite en het geld waard is om aan straatdialecten die nauwelijks schriftelijk zijn vastgelegd en bovendien gedoemd lijken uit te sterven nog zoveel aandacht te geven dat er ook nog het een ander op papier komt.
  2. De vraag of het Stadsfries en de verwante dialecten die in Ameland, Kollumerland en Heerenveen worden gesproken het achtervoegsel “‑fries” wel verdienen. Immers, het “Stads” blijkt volgens sommige onderzoekers eerder zijn oorsprong te hebben in het Nederduits en Hollands uit, vooral, de 19e eeuw dan in het Fries.

Op de eerste vraag heb ik mijn visie gegeven in de Leeuwarder Courant van 3 november 2018 op ‘Podium 14, Te gast’. Kortgezegd kwam die hierop neer:

  1. Het schriftelijk vastleggen van taal of dialect draagt bij tot het identiteitsbesef en saamhorigheid van degenen die die taal of dat dialect spreken.
  2. Een taal of dialect, vastgelegd op papier of digitaal krijgt eerder aandacht, erkenning en waardering dan wanneer dat niet het geval is.
  3. Het vastleggen van taalcultureel erfgoed in de vorm van spellingsregels en woorden en de toepassing ervan in artikelen, verhalen en literatuur geeft taalonderzoekers materiaal voor studie en vergelijking. Nu en in de verre toekomst.

Op de tweede vraag wil ik in het vervolg van dit artikel wat dieper ingaan.

Is het Stadsfries eigenlijk Nederlands (Nederduits) en Hollands met hier en daar wat verdwaalde Friese woorden ertussen, zoals Versloot en Jonkman beweren in hun artikel in ‘de Moanne’ van december 2018: Der wie ris in mearke en dat hiet fan Stedfrysk?

Kijkend en luisterend vanuit het Stadsfries van nu naar het Nederlands en het Fries is het gevoelsmatig moeilijk aan te nemen dat bovenstaande stelling van Versloot en Jonkman voor het Stadsfries van vandaag nog geldt. Mogelijk dat die vanuit historisch perspectief wel te beredeneren is, maar als je voor een andere benadering kiest, kom je tot heel andere resultaten.

Hier is gekozen voor benadering op basis van de huidige situatie, waarbij de relatie van het Stadsfries met het Nederlands en het Fries wordt gemeten met behulp van een afstandsanalyse.


Een benadering vanuit de huidige situatie op basis van afstandsanalyse
Hoewel duidelijk mag zijn dat we het Stadsfries niet officieel als taal kunnen beschouwen spreken we hierna in de metingen voor het gemak toch van drie talen.

Anders dan onderzoeken, gebaseerd op historische gegevens, is dit onderzoek gebaseerd op woordenlijsten uit het Fries, het Franekers en het Nederlands zoals die nu voorhanden zijn. Met deze benadering komt men uit op heel andere resultaten dan die van Versloot en Jonkman.

Het is een vergelijking van Stadsfriese zelfstandige naamwoorden met vertalingen zoals die in de huidige woordenboeken van het Fries en het Nederlands staan. Dus woorden die in het Fries uit het Nederlands zijn geassimileerd en in de Friese woordenlijsten voorkomen, doen gewoon mee. Zo zal het Stadsfriese woord miljeu niet worden vergeleken met fermidden maar met miljeu. Zo wordt lichaam wel met lichem vergeleken, maar niet met het Friese bealch, maar het Stadsfriese bealg dan weer wel.
Men kan tegenwerpen dat het Fries intussen al heel veel Nederlandse woorden heeft geabsorbeerd, maar daarom zijn ze niet minder Fries in het huidige taalgebruik.

 

Levenshtein: de afstand tussen twee woorden
Als gereedschap gebruiken we het afstandsalgoritme van de Rus Vladimir Levenshtein. Hij schreef in 1965 een artikel over een berekeningswijze waarmee het verschil tussen twee woorden getalsmatig kan worden uitgedrukt in, wat hij noemde, de afstand tussen die twee woorden. Eenvoudig gezegd: hoe groter het verschil tussen twee woorden in letters én de plaats ervan, hoe groter de afstand.

Op deze wijze kan men voor het Stadsfries verschillende categorieën onderscheiden.

  • Nederlandse, of aan het Nederlands verwante woorden
  • Hybride woorden, die zowel kenmerken hebben van het Nederlands als van het Fries.
  • Woorden die sterk verschillen van zowel het Fries als het Nederlands en die we tot het eigen (“unieke”) Stadsfries rekenen.
  • Friese, of aan het Fries verwante woorden

 

Een voorbeeld – de werkwijze
Om inzicht te krijgen in de werkwijze nemen we de eerste alinea van het door Versloot en Jonkman in het eerder genoemde artikel gekozen Leeuwarder fragment van het sprookje De nije kleren fan de keizer door Hans Christian Andersen:

De nije kleren fan keizer.

Se deeën asof se de stof fan de weefgetouwen haalden, se knipten met groate skeren in lucht, se naaiden met naalden sonner geren en seiden an et end: “Kyk, nou binne de kleren klaar.” De twie wevers hielden een arm omhoog en seiden: “Kyk, hier binne se! Licht as spinrag! Jou suden dinke datstou niks an hest, maar dat is krekt et bysondere derfan! Mar se sagen niks, want der waar oek niks.

Afgezien van het feit dat er geen bronvermelding bij staat, kan men zich afvragen of het wel allemaal Leeuwarders is. Zo zijn er de woorden kleren, stof, skeren, sonner, geren, omhoog, spinrag, suden, bysondere en waar die volgens het Woardeboek fan ut Leewarders als klearen, stòf, skearen, sonder, gearen, omhooch, spinrach, súden, besondere / bisondere en was gespeld zouden moeten worden.

Bovendien zijn Jou (U) en stou (jij/je) in datstou niet met elkaar te combineren. …dat Jou niks an hewwe… lijkt hier meer voor de hand liggend. Daarom is het fragment hier in ‘geef Leewarders’ omgezet.

De nije klearen fan keizer.

Se deeën asof se de stòf fan de weefgetouwen haalden, se knipten met groate skearen in lucht, se naaiden met naalden sonder gearen en seiden an et end: “Kyk, nou binne de klearen klaar.” De twie wevers hielden een arm omhooch en seiden: “Kyk, hier binne se! Licht as spinrach! Jou súden dinke dat Jou niks an hewwe, maar dat is krekt et bisondere derfan! Mar se sagen niks, want der was oek niks.

Drie kolommen om te beginnen. De middelste is die met alle 53 verschillende woorden uit deze alinea. Links de Friese vertaling en rechts de Nederlandse. Vanwege de ruimte worden nu de eerste tien woorden getoond.

Allereerst wordt met behulp van het Levenshtein-algoritme de afstand van het Leeuwarder woord tot het Friese woord bepaald. Daarna de afstand tot het Nederlandse woord. Het verschil in afstand is bepalend voor de plaats van het Leeuwarder woord ten opzichte van het Friese of het Nederlandse.

 

Een hybride woord (zie ook het schema hierna)
Is de afstand van het Leeuwarder woord tot de beide andere talen 3 of minder, dan wordt het woord als hybride gerekend. Dat wil zeggen dat het evenveel kenmerken van het Fries als van het Nederlands heeft.

 

Een volledig Fries of Nederlands woord (onder Fries(verwant) of Nederlands(verwant)) (zie ook het schema hierna)
Een Leeuwarder woord wordt tot het Fries gerekend als de afstand 0 is, dus als er geen verschil is. Hetzelfde geldt voor het geval dat de afstand tussen het Leeuwarder woord en het Nederlandse woord 0 is. Deze woorden zijn in de betreffende taalkolommen vet gedrukt. Is de afstand ten opzichte van beide 0, dan gaat het dus om een hybride woord.

 

Fries- of Nederlandsverwant (onder Fries (verwant) of Nederlands(verwant)) (zie ook het schema hierna)
Een Friesverwant Leeuwarder woord is er een met een afstand van 3 of minder tot het Friese woord. Voor een Nederlandsverwant Leeuwarder woord geldt hetzelfde. Is de afstand van 3 of minder tot beide talen even groot dan wordt het woord als hybride aangemerkt.

 

Uniek Leeuwarders (zie ook het schema hierna)
Is de afstand tussen een Leeuwarder woord en het Fries én het Nederlands groter dan 3, dan wordt dat bij gebrek aan een betere term aangemerkt als een “uniek” Leeuwarder woord.

SF=Stadsfries

N.B. De afstand <=3 als criterium voor het toerekenen tot één taal of beide is arbitrair, maar dit blijkt hier toch met vrucht toepasbaar.

 

Klank òf schrijfwijze?
Het probleem met de afstandsberekeningen is dat je letters met elkaar vergelijkt in plaats van de klanken die ze vertegenwoordigen. Daardoor zal de afstand van het Franeker woord slag tot het Fries (slach) groter zijn dan die tot het Nederlands (slag), terwijl de klank in beide gevallen dezelfde is, ook al zullen scherpslijpers volhouden dat er wel degelijk verschil is tussen de uitspraak van de Fries eind-ch en de Nederlandse eind-g.

Het programma dat de berekeningen uitvoert, doet daarom, voordat het Levenshtein-algoritme aan bod komt, een aantal aanpassingen om de schrijfwijzen van de drie talen zo weinig mogelijk te laten interfereren met de klanken die je bij het uitspreken ervan hoort.

Lees voor >: “wordt in de meting”.

Letters met diakritische tekens als â, ê, en ô blijven staan omdat zij, net als de ii, een verlenging van de klank laten horen die het Nederlands slechts bij grote uitzondering kent.
De Friese û wordt oe om onderscheid tussen de klanken van woorden als hûn (Fries) en brûg (bijv. Franekers) mogelijk te maken.

In de vergelijking met het Nederlands wordt de ue een uu.

Dat geldt ook voor de y die dan een ie wordt.

De ò en î worden o en i

Tweeklanken als oa, ea blijven.

Zo lijkt een verantwoorde combinatie van uitspraak en schrijfwijze te zijn gemaakt binnen de voorhanden zijnde mogelijkheden. Een nog fijnere vergelijking zou mogelijk zijn als alle woorden fonetisch zouden zijn uitgeschreven, maar het valt te betwijfelen of dat in overduidelijk andere uitkomsten zou resulteren.

Summaties
Fries of Friesverwant
Het blijkt dat van de 54 woorden er 10 Fries, dan wel Friesverwant zijn.
Afgezien van de hybride woorden zijn er 9 identiek aan het Fries (afstand = 0).

De afstandsscore van die Leeuwarder woorden tot het Fries is in totaal 56

‘Uniek’ Leeuwarders
Er komt in dit gedeelte van het sprookje één “uniek” Leeuwarder woord voor (súden).

Hybride
Er zijn 27 hybride woorden met gelijke afstand of verschil van 1 (> 0 en <= 3) tot zowel Fries als het Nederlands.

Nederlands of verwant aan het Nederlands
16 woorden zijn Nederlands of hebben een kleine afstand (<=3) tot het Nederlands.

Afgezien van de hybride woorden zijn er 15 identiek aan het Nederlands (afstand = 0).

De totale afstandsscore is 46

 

Voorlopige conclusie
Laten we de hybride woorden buiten beschouwing, dan staan er in de eerste alinea van het sprookje van de 54 woorden 5 Nederlandse of Nederlandsverwante woorden meer dan Friese of Friesverwante.

De gemiddelde afstand van de Leeuwarder woorden tot het Fries is 4,7 en die tot het Nederlands 2,9.

Samengevat: In dit gedeelte van het sprookje hebben de Nederlandse of Nederlandsverwante woorden een kleine meerderheid en de gemiddelde afstand tussen de Nederlandse woorden en de Leeuwarder woorden is kleiner dan die tussen deze en het Fries.

Dit zou erop kunnen duiden dat het Leeuwarders hier wat meer naar het Nederlands neigt.

Vanwege het kleine aantal woorden kunnen hier nog geen echte conclusies aan worden verbonden. Het vervolgonderzoek hierna geeft robuustere resultaten.

Maar vergelijk déze resultaten alvast eens met de conclusie van Versloot en Jonkman dat in de gegeven sprookjestekst een derde van de woorden specifiek Hollands zijn. De rest bestaat uit enkel Nederlandse woorden met een enkel Fries woord ertussen.

 

Een vervolgonderzoek
Hiervoor nemen we ruim 10.000 zelfstandige naamwoorden uit het Franeker Woardeboek dat binnenkort zijn voltooiing nadert. De woorden met hun vertalingen in het Nederlands en het Fries zijn digitaal beschikbaar en daardoor goed bruikbaar voor het programma.

De woorden worden aan hetzelfde programma onderworpen als dat wat voor de analyse van de Leeuwarder woorden is gebruikt met dezelfde voorbereiding op klanken en hetzelfde algoritme. Vanwege de ruimte worden hier alleen de eerste en de laatste resultaten getoond.

 

Samengevat
Aantal zelfstandige naamwoorden 10.220
Hybride 3665
Fries(verwant) 2483
Nederlands(verwant) 2959
‘Uniek’ Franekers 1485
Gemiddelde afstand Franekers-Fries 7,4
Gemiddelde afstand Franekers-Nederlands 6,8

Nu zijn de verschillen tussen Fries(verwant) en Nederlands(verwant), in vergelijking tot het voorbeeld in het vorige hoofdstukje, nog kleiner en zeker niet significant (4:5). Dat wil zeggen: de verdeling van het Fries en het Nederlands binnen het (Franeker) Stadsfries is praktisch om het even. De gemiddelde afstanden liggen verhoudingsgewijs nog dichter bij elkaar (12:11).

Opvallend is het grote aantal woorden met een grote afstand (‘uniek’ Franekers) of gelijke afstand (hybride) die samen meer dan de helft van de geteste woorden vormen. De hybride woorden lijken aan te tonen dat de drie talen meer en meer naar elkaar toegroeien.

 

Tot slot
Op basis van een afstandsanalyse van een Leeuwarder fragment van 54 woorden en van iets meer dan 10.000 Franeker zelfstandige naamwoorden kan met redelijke zekerheid worden geconcludeerd dat in elk geval voor die beide dialecten geldt dat de verhouding tot Fries en Nederlands ongeveer gelijk is. De verschillen zijn niet significant.
Het Stadsfries kan daarom zo beschouwd met recht een mengvorm van Fries en Nederlands worden genoemd met een zo goed als gelijkwaardige inbreng van beide talen.

Buiten beschouwing gebleven: de syntax en de vervoeging van werkwoorden
Interessant is dat, wanneer je naar de zinsbouw van het huidige Stadsfries kijkt, die duidelijker kenmerken heeft van het Fries dan van het Nederlands. Ook de vervoeging van werkwoorden heeft veel van de huidige Friese kenmerken.

Tel dat eens op bij de resultaten die bij het laatste punt zijn genoemd…

Zó beschouwd is ‘…in mearke dat hiet fan Stedfrysk’ geen sprookje uit het verleden. Stadsfries is gewoon hedendaagse realiteit, zij het dat die realiteit wel met zorgen is omgeven, doordat het dialect steeds minder wordt gesproken.

 

Literatuur:

Published online: 01 January 1997

  • Pieter Duijff, Taal in stad en land, Fries en Stadsfries, Útg. Sdu – Den Haag – 2002
  • Chris Elsinga en Anneke Visser, Harlinges, mien taaltsje, Útg. Vereniging Oud Harlingen – 2014
  • Aktuele oanpassingen oangeande de Fryske stavering, Útg. Fryske Akademy – Ljouwert – 2015
  • Bree, Cor van, Versloot, Arjen P. Oorsprongen van het Stadsfries. Leeuwarden, 2008,
  • Jonkman, R. Versloot, A. Der wie ris in mearke en dat hiet fan Stedfrysk, De Moanne 

nr 7, 2018

 

Wim Aalbers (1944), geboren en getogen in Franeker, onderwijzer in Castricum, onderwijskunde aan de UvA, informatica aan de VU en Universiteit van Twente. Docent onderwijskunde aan Pedagogische Academies in Leeuwarden, Meppel en Emmen. Specialisatie: invoering van computers in het basis- en voortgezet onderwijs en scholing van leerkrachten. Gastcolleges in Lüneburg (D), Glasgow (GB), Harslev (DK), Stord (N), Kristianstad (SE), Härnösand (SE) en lezingen o.a. tijdens congressen in Het Baken (Amsterdam) en Eisenstadt (AUT). Vertaler Franekers bij de gemeente Waadhoeke.

Lid van het Genoatskap foar ut Behoud fan ut Franekers. Projecten: o.a. het vastleggen van spellingsregels voor het Franekers en het Stadsfries, het Franeker Woardeboek, eindredacteur van diverse publicaties in het Franekers.

Kategory
Tags

Gjin tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels