Sint Anthony Gasthuis

ERNST BRUINSMA – 

Meestal heerst er een serene rust op en rond het complex van het Sint Anthony Gasthuis in het hartje van Leeuwarden. En dat al zes eeuwen lang. Vroeger was het gasthuis een dak boven het hoofd van ‘oude lieden van onbesproken gedrag’ en bood men hulp aan ‘arme, kranke, troostelooze en desolate personen, weduwen en weezen.’ Nog steeds zijn het ouderen die er wonen, maar verder is er veel veranderd. Stil is het er ook niet. Aan de vier hoeken van het gasthuis is het een drukte van belang door een grootscheepse verbouwing.

Het complex van het Sint Anthony Gasthuis omvat tegenwoordig de laagbouw aan de Groeneweg, de Julianavleugel aan het Schoenmakersperk, het Perkswaltje, de Pijlsteeg en een deel van de Grote Kerkstraat. Er is een stichting die het complex onder haar hoede heeft en artikel 1 van de statuten van deze instelling zegt het volgende: ‘Het St. Anthony Gasthuis is eene stichting, bestemd om zonder onderscheid van godsdienstige gezindte, aan oude lieden van een onbesproken levensgedrag huisvesting en verzorging of tegemoetkoming te verstrekken, hetzij tegen betaling, hetzij kosteloos. Het verleent wijders hulp ten bate van arme, kranke, troostelooze en desolate personen, weduwen en weezen, en strekt in het algemeen ter voorkoming van armoede’.

Eeuwenlang bood men passanten, proveniers en minderbedeelden een dak boven het hoofd maar daar is zo vanaf de negentiende eeuw een en ander aan veranderd. Kosteloos kun je er al heel lang niet meer verblijven en proveniers bestaan ook al lang niet meer. In de kern biedt Sint Anthony Gasthuis evenwel nog altijd huisvesting aan ouderen. Vanaf het begin van de twintigste eeuw heeft het Sint Anthony Gasthuis zich bovendien verder ontwikkeld als een belangrijke filantropische stichting die steun verleent aan tal van sociaal-culturele goede doelen.

Voorzitter van de Stichting is raadsheer Hans Bosch: ‘Er wonen nu zo’n negentig mensen en die kunnen allemaal een beroep doen op de zorg uit het gasthuis. De vergoeding die wij voor die zorg kunnen ontvangen is niet helemaal kostendekkend, maar gelukkig kunnen deze exploitatietekorten (maar ook de verbouwingen) worden betaald uit de opbrengsten van ons bezit. Dat wordt in belangrijke mate gevormd door zo’n 1400 hectare grond, verdeeld over tal van boerderijen. Het gasthuis verbruikt het geld in zekere zin, de landerijen brengen het op. Dat is altijd zo geweest.’

Deze woorden, of woorden van vergelijkbare strekking die naar de rijke geschiedenis van het gasthuis verwijzen, onderstrepen nog maar eens dat Sint Anthony Gasthuis in een eeuwenoude traditie staat van zorg voor ouderen en minderbedeelden en dat men dat ook graag zo wil houden. Iedere betrokkene bij ‘Sint Anthoon’, maar niet in het minst de zich ‘voogden’ of ‘voogdessen’ noemende bestuursleden, voelt die geschiedenis. Hans Bosch: ‘Ik vind het een intrigerende organisatie. Het idee dat je zes eeuwen voorgangers hebt en de zaken hopelijk ook nog zes eeuwen na jou goed lopen … Het is schitterend dat je in die traditie staat en dat je moet zorgen dat dingen aan de eisen van de tijd blijven voldoen. Dat je dat kunt doorgeven.’

Ernest de Lange, oud-notaris, is al sedert 1986 bestuurslid van de stichting en weet veel van de geschiedenis van het Sint Anthony Gasthuis. Bestuurders doen hun werk onbezoldigd, er zijn geen exuberante jaarlijkse diners voorzien, maar tradities zijn er zeker ook voor het bestuur. Zo wordt op 17 januari de sterfdag van Sint Anthoon gevierd. Dan wordt een uiterst zware lunch geserveerd, met onder andere de beroemde Rumfordsesoep, boffert en paling op toast: ‘Maar wij krijgen als voogden geen speciale behandeling. Dat willen we ook niet. Ons genoegen halen we uit het feit dat we de zaken hier goed laten marcheren.’

Het Sint Anthony Gasthuis de afgelopen 150 jaar vaker verbouwd of herbouwd. In 1861 ontwierp F. Stoett een nieuw, tweede Sint Anthony Gasthuis aan de Groeneweg. Het oude terrein, aan de Grote Kerkstraat (waar nu Vredenhof ongeveer ligt) kon vanaf 1878 de bewoners in nieuwe panden opnemen en W.C. de Groot heeft begin twintigste eeuw de Julianavleugel gebouwd. Dat gebouw staat in de Hollandse traditie van bouwen in de renaissancetijd. De hoofdingang werd verplaatst naar het Schoenmakersperk, waarbij de poort van het Oude Sint Anthony Gasthuis aan de Grote Kerkstraat werd geïntegreerd. Dat oude deel werd in 1986 overgedragen aan de Vereniging voor Volkshuisvesting en het nieuwe deel werd gerenoveerd. Ernest de Lange: ‘Bij de vorige renovatie hebben we tweekamer appartementen laten ontstaan en een aantal driekamer appartementen. Bij de huidige renovatie, waar architect Kees de Haan druk mee is, wordt het leeuwendeel driekamer appartementen. Men kan meer betalen, wíl ook meer betalen, maar men wil er ook meer voor hebben. Daarom komt er bijvoorbeeld ook een heel nieuw gebouw op de hoek van de Groeneweg en het Schoenmakersperk. Aan het begin van de twintigste eeuw heeft de stichting een vooruitstrevende manier van bouwen nagestreefd en ook nu hebben we een bijzondere architect benaderd. De tijd gaat snel en we willen natuurlijk ook in de toekomst onze appartementen kunnen blijven verhuren.’

Eerst werden nieuwe woningen aan de Grote Kerkstraat opgeleverd, onder architectuur van Adema Architecten uit Dokkum. Onlangs is een begin gemaakt met de nieuwbouw en inmiddels worden ook de vleugels van het bestaande Gasthuis onder handen genomen. In 2017 moet alles afgerond zijn. Jelle de Jong Architekten uit Lemmer kreeg de opdracht om het complex aan te passen aan de eisen van deze tijd. Oud en nieuw wordt gecombineerd.

‘In principe hechten wij waarde aan het bestaande gebouw en de bouwtraditie’, zegt Kees de Haan van Jelle de Jong Architekten. ‘Vaak zijn de oude materialen nog in goede staat. Bovendien heeft een oud stuk metselwerk of een bestaande plankenvloer een ‘doorleefdheid’ die een specifieke sfeer ademt. Wij koesteren dat. Een stukje oud metselwerk vervangen in de oude stijl om het weer even op te frissen, is bij ons uit den boze. Dan klopt het niet meer. Oud moet oud blijven. Nieuwe elementen kunnen juist dan een spannende relatie aangaan met het oude, wanneer het oude in al zijn heer en veer behouden blijft. We zijn zeker niet bang om het nieuwe ook echt eigentijds te maken, we houden niet van historiserend ‘nep’. Soms is contrast van oud en nieuw juist spannend. Het nieuwe kan ook best aansluiten op de traditie, maar moet die traditie dan wel vertalen naar deze tijd.’

Voor de nieuwbouw van het Sint Anthony Gasthuis in dit zo gave deel van de oude binnenstad wilde het architectenbureau de gevel in de baksteentraditie maken. ‘Die traditie gaat in Friesland over het verschil in voor- en zijgevels’, aldus de Haan. ‘De voorgevels zijn vaak luxer uitgevoerd (meestal rode baksteen) dan de zijgevels (meestal gele baksteen). Wij hebben een gevel ontworpen waarbij aan de openbare kant een rij stenen om en om uitsteekt, een verbijzondering dus aan twee straatzijdes.’

Opvallend aan het complex van het Sint Anthony Gasthuis zijn twee dingen: de carrévorm en de laagbouw aan de Groeneweg. De Haan: ‘Natuurlijk zoek je met nieuwbouw naar aansluiting met het bestaande stedelijke weefsel. De nieuwbouw staat op een prominente hoek waar veel fietsers de binnenstad in- en uitgaan, met rondom monumentale gebouwen. Aan het Schoenmakersperk grenst het aan de Julianavleugel van het Sint Anthony Gasthuis, een rijzig en rijk gebouw met een steile hoge kap van architect W.C. de Groot. Aan de zijde van de Groeneweg grenst de nieuwbouw aan de Jacobsvleugel van het Sint Anthony Gasthuis, een gebouw van maar één laag met juist een hele flauwe kap. Onze nieuwbouw is daarom getrapt opgebouwd aan de Groeneweg, ook in de diepte, het verbindt hoog met laag.’

‘Deze hoek, die een tijdje onbebouwd is geweest, zal straks weer zijn gevuld. Het nieuwe volume springt zelfs zo’n vier meter uit ten opzichte van de voorgevel van de Julianavleugel. Op oude foto’s en tekeningen konden we zien dat hier heel lang bebouwing heeft gestaan, ongeveer op dezelfde positie waar we nu het nieuwe volume plaatsen. Waarschijnlijk was de toenmalige nieuwbouw van de Julianavleugel zo fors van schaal ten opzichte van de buren, dat de architect heeft besloten om deze terugleggend te bouwen. De nieuwbouw zal dus voor de Julianavleugel uitsteken. Dat geeft het Schoenmakersperk straks een veel beslotener karakter.’

Aan de Groeneweg heeft het complex iets geheimzinnigs. Achter die lange muur van kleine woningen ligt de prachtige stadstuin van het Sint Anthony Gasthuis. Kees de Haan: ‘Dat die tuin min of meer als een verrassing wordt ervaren, vinden wij een grote kwaliteit. De tuin, die ’s nachts zal worden afgesloten, is een oase van rust in de stad. De entree van de tuin via het Schoenmakersperk zal straks nog mooier worden doordat de parkeerplaatsen verdwijnen. De auto’s krijgen een plaatsje in de parkeerkelder onder de nieuwbouw. Het verrassingseffect van de entree wordt nog iets aangezet door een nieuwe begroeide fietsenberging. Alle appartementen krijgen hun eigen voordeur straks in deze tuin. Het geheimzinnige karakter aan de Groeneweg blijft onveranderd’.

Een wens van het bestuur was dat het Sint Anthony Gasthuis levensloopbestendig zou worden. Alle appartementen zijn geschikt gemaakt voor mensen die afhankelijk zijn van een rollator of rolstoel. Dat betekent ruimere gangen, ruimere slaapkamers en badkamers.

De Haan: ‘Alles is zo ontworpen dat je vanuit een rolstoel bijvoorbeeld alle deuren kunt bedienen. Zoveel mogelijk appartementen hebben ook een extra slaapkamer. De appartementen op de begane grond krijgen een tuindeur zodat het wonen direct wordt gekoppeld aan de prachtige tuin. Onder de nieuwbouw zit een parkeerkelder in twee lagen. Er zijn voorts een aantal centrale voorzieningen in het complex. Daarbij moet je denken aan een fitnessruimte of aan een keuken om gezamenlijk te koken en te eten. Die ruimtes zijn allemaal verplaatst van het hart van het complex naar de rand aan de stadzijde. Dat biedt de bewoners de kans om de stad in te kunnen kijken en krijgt het Sint Anthony Gasthuis ook een gezicht in de openbare ruimte. De centrale voordeur in de Julianavleugel zal straks ook gaan fungeren als formele entree.’

Op het terrein van de Fryske Akademy, in dezelfde hoek van de stad, wordt ook stevig verbouwd. Ook daar worden allianties gesmeed tussen oud en nieuw. Oude verbouwingen zijn soms vernietigd. Bij het Sint Anthony Gasthuis is dat ook het geval.

‘Met name de interieurs van de woonvleugels waren in de loop der tijd zo aangepast dat niks van de oorspronkelijke monumentale sfeer terug was te vinden. Er was bijvoorbeeld een interne gang aangelegd, dwars door de oorspronkelijke kamers,’ vertelt De Haan. ‘Op oude tekeningen is te zien dat van origine het complex verbluffend eenvoudig was opgebouwd: een lange gang in het midden met aan weerszijden éénkamerwoninkjes. Wij hebben de nieuwe plattegronden zo georganiseerd dat in elk appartement deze middengang weer herkenbaar is. Verder komen de oude balklagen weer zo veel mogelijk terug in de appartementen. Het is de bedoeling dat de interieurs weer net zo mooi worden als je zou verwachten achter de gave gevels.’

De architect heeft veel respect voor de wijze waarop de opdrachtgever de zaak organiseert. Kees de Haan: ‘Dat gebeurt allemaal in een decor om ‘u’ tegen te zeggen. Het bestuur vergadert in een bestuurshuis dat prachtig is ingericht met gedecoreerde wanden, mooie meubels, serviezen en zilveren suikerpotjes. Maar de sfeer is verre van formeel. We hebben zelfs wel eens gezamenlijk erwtensoep gegeten, gemaakt door een van de bestuursleden. De stichting ontpopt zich als een voorbeeldige opdrachtgever die zijn taak serieus neemt. Men neemt de tijd om zaken af te wegen en komt dan ook met een stevige boodschap. We hebben bijvoorbeeld discussie gehad over de uitstraling van de nieuwe gevels. Daar hebben wij hoge ambities geformuleerd. Aan die ambitie werd door de opdrachtgever in het geheel niet getornd, maar wij kregen wel de boodschap mee dat de gevel honderd jaar mooi moet blijven. Dat tekent de positie van een instituut als het Sint Anthony Gasthuis’.

 

Earder ferskynd yn ‘de Moanne’ 15 (2016), 1 (jannewaris), side 34-37.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.