Over de nieuwe Wijnberg en ouwe zakken

RICHARD DE BOER –  

We leven in een voorjaar vol ambitieuze initiatieven in de online journalistiek. Bert Brussen lanceerde in december het opinieplatform The Post Online en in februari volgde De Nieuwe Pers, de digitale doorstart van wijlen het gratis dagblad De Pers. En de 30-jarige filosoof-journalist Rob Wijnberg, vorig jaar nog als hoofdredacteur van nrc.next aan de kant gezet, lanceerde afgelopen maand De Correspondent.

De Correspondent belooft een platform voor vernieuwende journalistiek te zullen zijn met elke dag ‘nieuwe artikelen die het nieuws van context voorzien door uitgesproken correspondenten’. Uitsluitend digitaal. ‘Dagelijks, maar voorbij de waan van de dag’. Bovendien een platform zonder advertenties waar journalistiek boven rendement gaat.

Dit halverwege februari verschenen boek kan gelezen worden als het manifest van De Correspondent.

Goed, de zakelijke aspecten waren bij de lancering niet meteen klaarhelder, maar afgezien daarvan is de ledenwervingscampagne wonderwel in de markt gezet. In een recordtijd van acht dagen werd het beoogde minimum van 15.000 leden (omgerekend een startkapitaal van negen ton) binnengehaald. Het virale effect van de campagne kwam niet in de laatste plaats door de aftrap bij Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door, waar Wijnberg een promotiepraatje van tien minuten mocht houden. Een wat ironisch tafereel, want juist aan het dwingende infotainmentformat van dit soort televisietalkshows wijdt Wijnberg een pittig hoofdstukje in zijn kritische pamflet De nieuwsfabriek: hoe media ons wereldbeeld vervormen.

Dit halverwege februari verschenen boek kan gelezen worden als het manifest van De Correspondent. Nieuws, betoogt Wijnberg, is iets wat we als vanzelfsprekend ‘innemen’. Dat het iets ‘met ons doet’ komt niet in ons op. Wijnberg wil nadenken over ‘de rol die het nieuws in de hedendaagse mediacratie vervult (…), in de hoop een groter bewustzijn te kweken van wat nieuws is en wat het zou kunnen zijn’ (p.34-35). Met name het essay ‘Weg met het nieuws’ van de Zwitserse schrijver Rolf Dobelli dat Wijnberg plaatste in nrc.next van 1 september 2011 is daarbij van grote invloed geweest op zijn denken over nieuws. Kort en goed: Wijnberg wil de journalistiek opnieuw uitvinden.

Wie zoekt naar persoonlijke ontboezemingen en anekdotes van Wijnberg als hoofdredacteur van nrc.next hoeft het boek niet aan te schaffen. De passages waarin hij terloops iets opdiept uit zijn tijd bij NRC zijn op één hand te tellen en dienen enkel om zijn betoog te onderbouwen – bijvoorbeeld over de categorie schandpaaljournalistiek:

Zelf heb ik dit mediamechanisme ooit van dichtbij meegemaakt in de nasleep van de publicatie van het gewraakte voorpagina-artikel in NRC Handelsblad over prins Friso, die in een skiongeluk was beland (kop: ‘Hoe zal het brein van Friso zich houden?’). In de discussie erover heb ik twee posities kunnen ontwaren. De ene herleidde alles tot het principe ‘beroepsgeheim van de arts’ en concludeerde: de dokter zit fout, de journalist dus ook en NRC is een pulpblaadje. De andere herleidde alles tot het principe ‘informatieplicht van de krant’ en stelde: het nieuws is groot, het artikel klopt en hiertoe zijn journalisten op aarde. Allemaal dodelijk principieel en zwart-wit: de rol van het toeval, de tijdsdruk, de emoties, de geldingsdrang, de omstandigheden, de commercie, de groepsdynamiek en meer van dat soort al te menselijke aspecten die morele dilemma’s raken, kwamen nauwelijks ter sprake. Geen wonder, want daarmee beslecht je het dilemma niet – daarmee leer je het alleen begrijpen. En dat is niet de bedoeling: begrijpen belemmert het oordelen. (p.88)

Waarmee gelijk een voorbeeld is gegeven van wat De nieuwsfabriek wél is: een fraai onderbouwd en vlot geschreven deconstructie van de logica achter de Nederlandse aandachtseconomie anno 2013. Het nieuws gaat altijd over incidenten, uitglijders en ongelukken, somt Wijnberg op. Nieuws is conservatief en concentreert zich op wat er fout gaat in de wereld. Nieuws is extreem repetitief, mede door de kopieerdrang onder journalisten. Ruim honderd pagina’s trekt Wijnberg uit om zijn diagnose uiteen te zetten langs trefwoorden als infotainment en slapstickjournalistiek, opiniedwang en ontknopingsdrang, visieloosheid en vooruitgangsblindheid.

Het boek biedt wellicht weinig verrassende gezichtspunten voor de journalist of de mediawetenschapper. Al in 1996 signaleerde de Franse socioloog Pierre Bourdieu dergelijke mechanismen in de journalistiek in zijn vermaarde voordrachten over televisie. Wat Wijnberg als geïnstitutionaliseerde kopieerdrang kenschetst, was bij Bourdieu het mechanisme van de circulaire circulatie. Wat Wijnberg de opiniedwangbuis noemt, omschreef Bourdieu als de demagogie van de spontane meningsvorming.

Wijnberg populariseert in een handomdraai een hoop kennis ontleend aan wetenschappelijke inzichten en onderzoeksresultaten en geeft daarbij talloze nieuwsvoorbeelden uit het hier en nu. Dat maakt De nieuwsfabriek alleszins lezenswaardig, hoewel Wijnberg het doet voorkomen alsof het alleen maar draait om nationale media en grote wereldissues.

Maar Wijnberg pretendeert ook nergens revolutionaire ontdekkingen aan de man te brengen. Het is veeleer het omgekeerde: Wijnberg populariseert in een handomdraai een hoop kennis ontleend aan wetenschappelijke inzichten en onderzoeksresultaten en geeft daarbij talloze nieuwsvoorbeelden uit het hier en nu. Dat maakt De nieuwsfabriek alleszins lezenswaardig, hoewel Wijnberg het doet voorkomen alsof het alleen maar draait om nationale media en grote wereldissues. Geen woord over regionale media, die immers in contreien buiten de grachtengordel een niet onbelangrijk aandeel in de nieuwsvoorziening hebben. In de regionale journalistiek – ook in Friesland – volgt de éne bezuinigingsronde na de andere reorganisatie en is er amper geld beschikbaar voor kostbaar onderzoek om de macht te controleren. Zoiets heeft gevolgen voor een actief en geïnformeerd burgerschap in de lokale democratie.

Zo’n blik landinwaarts ontbreekt in De nieuwsfabriek, en die schoen wringt nog ietsje meer bij de eerste feestelijke kennismaking met De Correspondent. Want het uithangbord met boegbeelden die zich in meer of mindere mate aan Wijnbergs project gecommiteerd hebben – Henk Hofland, Femke Halsema, Jelle Brandt Corstius, Arnon Grunberg, Joris Luyendijk – heeft nogal een hoog Randstedelijk culturele-elitegehalte. De nieuwe Wijnberg brengt ons gearriveerde ouwe zakken die soms wel letterlijk geronseld lijken in de wandelgangen van De Groene Amsterdammer.

En hoewel onderzoeksjournalist Jeroen Smit als talent scout op verkenning is gestuurd, blijft het voorlopig maar de vraag of De Correspondent de belofte van een dagelijks verse en waarachtig vernieuwende journalistiek gaat inlossen, of dat ’t blijft bij een royaal gecrowdfunded grachtengordelonderonsje powered by de Groene Amsterdammer. Voorlopig moeten we ’t nog enkel doen met de belofte van de ideale krant, zoals uitgetekend in De nieuwsfabriek. En met de geslaagde 1-aprilgrap van Daan Windhorst.

 

Rob Wijnberg, De nieuwsfabriek: hoe media ons wereldbeeld vervormen. Amsterdam, De Bezige Bij 2013

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.