fotografy: Linus Harms

Concerttweeluik Bob van Asperen en Theo Jellema

ZANDER LAMME –

Ongetwijfeld is hij niet de enige Friese klassieke componist van voor de twintigste eeuw, toch is de muziek van Reijnoldus Popma van Oevering (1692-1781) de enige Friese klassieke muziek uit die tijd die we nog kennen. Op zaterdag 19 september spelen in Leeuwarden klavecinist Bob van Asperen en organist Theo Jellema werken van hem en tijdgenoten.
De musici spelen delen van de zes baroksuites die de Fries schreef op jonge leeftijd. ‘Hij moet ongeveer zestien, zeventien jaar oud zijn geweest’, aldus Van Asperen. Erg bekend is Popma niet, toch lieten hij en zijn vader volgens Van Asperen aan de Nederlandse muziekcultuur ‘een niet weg te denken’ erfenis na.

 

Bach en Mozart
Popma zou zelfs Bach en misschien ook wel Mozart hebben geïnspireerd met zijn suites, zo ontdekte Van Asperen die bezig is met een biografie over vader en zoon. ‘Toen ik het muzikaal ging uitzoeken, moest ik soms aan Bach denken. Ik heb het tot op de bodem uitgezocht en wat bleek: er waren een aantal plaatsen, meerdere plaatsen, die zo sterk overeen komen met Bach, dat Bach zeer waarschijnlijk uitgaven van Popma heeft gehad.’
Heel onwaarschijnlijk is dat niet, vindt de klavecinist. De suites van de Fries werden uitgegeven bij de Amsterdamse uitgeverij van Estienne Roger, die onder meer ook werk van Vivaldi en Corelli uitgaf.
‘Het lijkt misschien ver gezocht, maar het ging eigenlijk heel eenvoudig. De Duitse prins ging naar Amsterdam en kwam met karrenvrachten vol met barokmuziek terug. Vanaf dat moment kent Bach ook Vivaldi van de Roger-uitgaves.’
Van Asperen vermoedt dat ook Mozart door Popma geïnspireerd werd. ‘Er is een melodie geschreven voor het Sneker carillon, dat is zonder meer ook van hem. En wie schetst mijn verbazing? Ik ontdekte een sterk verband met Mozart. De overeenkomst met een van Mozarts latere strijkkwartetten is treffend op meerdere plekken.’

 

Psalmhervorming
Hoewel Popma bijna negentig jaar leefde, is van hem niet meer bekend dan de zes suites. ‘Maar in de muziekliteratuur wordt vermeld dat er zeker een psalmboek van hem geweest moet zijn.’ In een ‘zeer deskundig oud boek’ wordt beschreven dat Popma zelfs verantwoordelijk is geweest voor een heuse hervorming van het psalmzingen.
‘Hij kantte zich tegen de statische, trage manier van psalmzingen. Het was destijds eenvoudig. Hij was voor een vlottere en flexibelere manier.’ Omdat de kerk nu eenmaal door de geschiedenis heen niet altijd groot fan was van veranderingen, hervormde Popma het psalmzingen in het geheim. Toen hij het uittestte in zijn kerk, werd het al snel omarmd en vervolgens verspreid door heel Nederland. ‘Het is opmerkelijk dat dat van één man uitging.’

 

Orgels
De rol van Popma in de kerk beperkte zich niet tot het hervormen van psalmgezang. Popma is degene geweest die het Müller-orgel naar de Grote of Jacobijnenkerk bracht. ‘De vader van Popma had een Schnitger naar de Martinikerk in Sneek gehaald’, aldus organist Theo Jellema. De Duitser Arp Schnitger was op dat moment misschien wel de grootste orgelbouwer ter wereld. Een paar jaar later mocht Popma zelf een orgel uitzoeken voor de Grote of Jacobijnenkerk in Leeuwarden. ‘Ik fantaseer dat hij heeft gedacht: ik wil ook wel zoiets als mijn vader heeft gedaan. Maar toen hij een orgel voor Leeuwarden zocht, was Schnitger dood. Zijn zoon was al in Alkmaar bezig met een orgel, dus is hij naar Amsterdam gegaan.’
In Amsterdam ontmoette Popma Christian Müller, net als Schnitger een geboren Duitser, die de opdracht voor de kerk in de Friese hoofdstad kreeg.
En hij bouwde een bijzonder orgel, vindt Jellema. ‘Een orgel dat zo groot was als dit, met zo’n volumineuze klank, dat kende men in Friesland niet. Het heeft de inwoners getrotseerd toen.’
Bovendien heeft het orgel een uniciteit die nergens anders te vinden is. ‘De pijpen van het derde klavier zaten niet in maar achter het orgel, waardoor het een echo-effect heeft. Alles wat zacht en poëtisch is, zit op het derde klavier. Je hoort dus eerst de tonen van het eerste klavier en pas daarna die van het derde. Alsof het iets is dat uit de verte komt. Dat is bijzonder.’

‘Een orgel dat zo groot was als dit, met zo’n volumineuze klank, dat kende men in Friesland niet. Het heeft de inwoners getrotseerd toen.’

Het orgel in de Waalse kerk heeft waarschijnlijk eenzelfde soort klank gehad, maar dat is halverwege de negentiende eeuw veranderd. Het orgel in de Waalse kerk is overigens gebouwd door een knecht van Müller, die ook met Müller samenwerkte aan het orgel in de Grote of Jacobijnenkerk.
Op de vraag of Jellema de muziek van Popma mooi vindt, slikt hij even. ‘Hij was jong toen hij het componeerde. Dat hoor je heel duidelijk. Je hoort dat hij goede ideeën heeft en dat zijn bedrevenheid tot het uitwerken daarvan ook wel eens tegenvalt. Bijvoorbeeld in de tweede helft van een stuk.’
‘Maar ja, wat zou hij zelf gekend hebben. Misschien wat van zijn vader en meer ook niet. In Popma’s tijd waren Bach en Händel de grootsten, maar ik sluit niet uit dat hij daar geen noot van gekend heeft.’
Misschien ontwikkelde Popma zich in latere jaren nog verder, maar dat is niet bekend. Het is ook niet iets waar Jellema zich echt mee bezig houdt. ‘Wat ik me wel afvraag: hij heeft de suites geschreven voor klavecimbel, maar hoe zou het op een orgel geklonken hebben? Ik vul het aan met middenstemmen en af en toe een pedaalnoot, à l’improviste. Dat is ook wel een beetje een achttiende eeuwse benadering. Als ik goed in mijn vel zit, speel ik beter. Zit ik minder in mijn vel speel ik minder.’

 

Het concert bestaat uit twee delen. Theo Jellema bespeelt vanaf 16.30 twee orgels: die van de Waalse Kerk en die van de Grote of Jacobijnenkerk. De bezoekers wandelen halverwege naar de tweede locatie. ’s Avonds (aanvang 20.00) vindt het concert van Van Asperen plaats in Keramiekmuseum Princessehof, het vroegere woonhuis van Maria Louise van Hessen-Kassel aan wie Popma van Oevering zijn suites heeft opgedragen. Kaarten zijn te bestellen via www.fryskmuzykargyf.nl.

 
Bob van Asperen leidt een internationale klavecimbelklas aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Hij heeft deelgenomen aan diverse festivals en nam talrijke soloplaten op. Met zijn opnames won hij meerdere internationale prijzen, waaronder een Edison.

Theo Jellema is conservatoriumdocent en sinds 2006 de vaste organist van de Grote of Jacobijnenkerk. Hij geeft concerten in binnen- en buitenland en is regelmatig jurylid bij orgelconcoursen.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.