Hoe blond je aap

GERT JAN DE VRIES –

Politieke satire is zo oud als de literatuur. En misschien zodoende ook wel even oud als de politiek. Het genre wordt in Nederland echter nauwelijks meer beoefend. De literatuur heeft de satire uitbesteed aan cartoonisten en cabaretiers. Op Koos Tiemersma na.

Tiemersma schreef onder zijn pseudoniem Froon Akker al geëngageerde boeken toen het noemen van dat genre nog vloeken in de postmodernistische kerk was. Literatuur hoorde op zijn best over literatuur te gaan en anders over emoties, maar relaties met de maatschappelijke werkelijkheid waren in heel de Nederlandse literatuur eigenlijk uit den boze. In héél de Nederlandse literatuur? Nee, wis net! In een uithoek van ons literaire koninkrijkje bleef Froon Akker moedig weerstand bieden.

Voorbeeldig is zijn Lied van de Ibis waar hij de vlak bij zijn woonplaats gepleegde moord op Marianne Vaatstra aangrijpt om een dicht tegen de realiteit aanschurkend verhaal te vertellen over discriminatie en vreemdelingenpolitiek. Literatuur in zijn aloude functie van spiegel van de samenleving.

Hoe Blond Je Aap staat grotendeels in diezelfde traditie. Tiemersma vertelt erin over opkomst en ondergang van een populistische partij waarin gefrustreerden en randfiguren hun treurige denkbeelden aan anderen proberen op te dringen. De NP is een ietwat tobberige partij die in de loop van het verhaal dankzij snoeiharde oneliners snel aan invloed en zelfvertrouwen wint: ‘Discriminatie is goed.’

Satire gaat verder dan een terloopse overeenkomst met de werkelijkheid. En dieper. Wie denkt dat verklede humoristen op de tv het genre beoefenen, verwart satire met lolbroekerij. Om echte satire kun je weliswaar lachen, maar je haalt er ook je ziel aan open. De humor van de satiricus bijt en strooit zout in wonden. Tiemersma doet dat ook, met veel gebruik van absurdisme en humor.

 

Om echte satire kun je weliswaar lachen, maar je haalt er ook je ziel aan open. De humor van de satiricus bijt en strooit zout in wonden. Tiemersma doet dat ook, met veel gebruik van absurdisme en humor.

 

Met grote vanzelfsprekendheid laat hij een aap de nieuwe leider worden van de NP. Bobo Schat, zoals het beest grotendeels door toeval wordt genoemd, ontsnapt aan het begin van het boek uit de dierentuin en verwerft zich gaandeweg een positie in de mensenmaatschappij. Absurdisme, maar wel binnen een grootse traditie.

Geheel in de lijn van Esopus, de Reynaert, De La Fontaine en Toon Tellegen krijgt Bobo van zijn schepper alle menselijke trekjes die hij nodig heeft om zijn dramatische rol te vervullen. Tegelijkertijd verliest hij geen moment zijn dierlijke kenmerken. Zo gebruikt Bobo zijn minimale taalbeheersing om zich allereerst staande te houden en vervolgens om ook in de mensenwereld bovenop de apenrots te belanden. Daar aanbeland, leeft hij zijn driften uit.

De satire schuilt er natuurlijk deels in dat de rancuneuzen van de NP een aap accepteren als hun leider. En Tiemersma geeft daar nog een extra dimensie aan door de partijleden te laten beseffen dat Bobo’s uiterlijk wel wat aan de donkere kant is voor de leider van een racistische partij … om hem vervolgens naar Kapsalon & Nailstudio Manoe te brengen waar hij wordt geblondeerd. En het resultaat mag er zijn: ‘Bobo’s gefileerde kop had nog het meeste weg van zwarte koffie met een flinke klodder slagroom.’

 

Tiemersma’s absurdisme zit hem niet alleen in beelden en gedachten, maar zeker ook in de taal.

 

Tiemersma’s absurdisme zit hem niet alleen in beelden en gedachten, maar zeker ook in de taal. Hoe Blond Je Aap is in een bijzonder fris idioom geschreven, vol verrassende zinnen. Neem nou deze:

‘Als Rudy Slagters onderbuik ruimte bood aan een vakantieverblijf voor gehandicapte kinderen, dan paste in Bobo’s vermoeidheid gemakkelijk een tweepersoons bed met ingebouwde wekkerradio.’

Uit de context gelicht roept zo’n zin referenties op aan symbolistische poëzie of doet hij op zijn minst het gebruik van geestverruimende middelen door de auteur vermoeden, maar binnen het bestek van de roman leest hij lekker weg en is hij volkomen vanzelfsprekend. Via een complexe metafoor wordt de uit eenzaamheid geboren gastvrijheid van Rudy Slagter gekoppeld aan de bereidheid van Bobo om zich aan te passen aan het verblijf in een mensenhuis. Niks geks aan, welbeschouwd.

Maar het kan ook eenvoudiger. Hier een voorbeeld van situationele humor, onderkoeld geformuleerd voor extra effect.

‘Halverwege de volgende dag zat Norbert Schnabel op de wc, zijn dagelijkse gang naar Canossa. De broek hing als vanouds op zijn enkels; het grote, hoekige lijf zat rechtop om anus en endeldarm zo goed mogelijk in elkaars verlengde te brengen, waarbij de buik zijn gerimpelde geslacht discreet aan het zicht onttrok. Zijn boeddhistische houding was natuurlijk bedoeld om via transcendente meditatie zijn darmstelsel te ontspannen en daarmee zijn anus te bewegen enkele, meestal keiharde keuteltjes, door te sluizen naar het riool.’

Het is hilarisch, uiteraard. Maar de dubbele boodschap is giftig: terwijl Schnabel als partijlid leeft en denkt vanuit zijn onderbuik, is zijn lichamelijk functioneren ernstig verstoord. Dit natuurlijk in sterk contrast met het volmaakte oerfysiek van de primaat die zijn partij leidt …

 

Hoe bizar de gedachte ook is dat een aap zich meester weet te maken van de mensentaal en van een complete politieke partij, het kost je als lezer geen enkele moeite mee te gaan in die gedachte.

 

De al eerder genoemde vanzelfsprekendheid – door Tiemersma bereikt met een palet vol stijlmiddelen en fantasie – is ongelooflijk krachtig. Hoe bizar de gedachte ook is dat een aap zich meester weet te maken van de mensentaal en van een complete politieke partij, het kost je als lezer geen enkele moeite mee te gaan in die gedachte. Ondanks of misschien wel dankzij het feit dat je Bobo steeds als aap blijft zien is die fictie acceptabel. En uiteindelijk is dat wat deze satire zo verontrustend maak. Want wat zou er gebeuren als er in de buitenliteraire werkelijkheid nu eens een aap in mensenkleren zich al oneliners strooiend een politieke machtspositie zou weten te verwerven?

Humor en absurdisme hebben bij Froon Akker steeds een luchtige en een wrange kant. Het is allemaal ter lering ende vermaak. Een schoolmeester in de literatuur. Die ene schoolmeester die iedereen zich later nog herinnert.

Comments
Ien reaksje oan “Hoe blond je aap”
Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.