De moord op een principe als zinderend theater

Publisearre op 26 april 2013

ELSKE SCHOTANUS – 

Op het toneel een hoge lichttoren, binnen een vrouw, de woekeraarster, die bezig is staven goud en sieraden te ordenen. Een tweede vrouw, haar zuster, dweilt de trap. Daarbuiten een enorme bel, oude dozen, een deken waaronder iemand ligt, een kapotte fauteuil en nog zo wat rekwisieten. Hier en daar staat of zit iemand, maar de afstand, tussen de mensen, de dingen, is zo groot, dat het enigszins vervreemdend werkt. Er klinkt muziek, accordeon. Een meisje, een jaar of acht, loopt, een kartonnen beker in de hand, de zaal in, kiest mijn rij, wringt zich tussen stoelen en knieën door, haar stem klinkt zacht: ‘Mag ik wat geld?’ Wie naar het waarom vraagt, krijgt te horen: ‘Ik heb heel erg honger.’ Vervolgens klimt het kind het toneel op en vliegt een jonge man in de armen. De voorstelling Misdaad en straf, naar de bekende roman (1866) van Dostojevski, kan beginnen.

Tekst én spektakel
Hij leeft in armoede, de gesjeesde student Raskolnikov en al wat hij om zich heen ziet is armoede: Het hongerige kind, de dronken sloeber wiens dochter als prostituee de kost verdient, zijn zus die door haar werkgever wordt vernederd. Daartegenover staan de machtigen: De rijkaard die zijn perverse lusten botviert op vrouwelijk personeel, op jonge meisjes zelfs. En dan is er nog de woekeraarster in haar glazen toren, waar Raskolnikov, uit geldnood, zijn enige kostbaarheid beleent.

Zou het niet zo zijn dat ‘buitengewone mensen’ gerechtigd zijn te moorden?, zo vraagt hij zich af. Het is zijn theorie, Raskolnikov schreef zelfs over het fenomeen, maar het abstracte idee dat moord gerechtvaardigd zou kunnen, wordt concreet als hij, gewapend met een bijl, het domein van de woekeraarster weet binnen te dringen.

Wie weet dat het boek, afhankelijk van de versie, 6 à 800 bladzijden telt, verwacht een tekstueel stuk, literair verteltheater. Dat is het ook. Er zijn monologen, dialogen, regelmatig is er een voice-over of fungeren de spelers als verteller, dan weer vanuit het ik-perspectief, dan weer gaat het om een auctoriale verteller. De stemmen, versterkt als het dramatisch wordt, overlappen elkaar, maar het visuele aspect – decor, kleding, rekwisieten – van de voorstelling is minstens even belangrijk. Ook de muziek en de belichting spelen een rol. Wat dat laatste betreft: scenes doen nu en dan herinneren aan oude foto’s. En staat Raskalnikov in het begin nog vrij statisch op de toneelvloer, de armen slungelig langs het lijf, naar gelang de voorstelling vordert gaat het ‘spel’, ook zijn spel, steeds meer over in fysiek bewegingstheater.

Na haar dood verschijnt de woekeraarster voor Raskolnikov’s geestesoog, gekleed in een lange, smetteloos witte jurk, als een balletdanseres balancerend op spitzen. Niet de toevallige getuige van de moord – het tweede slachtoffer dat door Raskolnikov’s bijlslagen het leven liet – maar zíj treedt in zijn dromen op als de vermoorde onschuld. ‘Ik heb een principe vermoord’, roept Raskolnikov als om zichzelf, nu zijn geweten opspeelt, te verdedigen.

Joris Smit
Er zijn prachtige rollen van Kees Hulst als Marmeladov, de dronkaard, en Svidrigailov, de perverse rijkaard en de hinkende Malou Gorter als rechter-commisaris Porfiri. Maar de hoofd- en glansrol is voor Joris Smit als Raskolnikov, een personage dat talloze rollen in zich heeft. Smit is even gemakkelijk de vrolijkspeelse oom als de bezorgde broer, switcht probleemloos van de rol van studentikoze vriend naar die van brute roofmoordenaar. Ook is hij even sterk in het tekstuele – als in het fysieke spel van de man die, na zijn gruweldaad, wordt geplaagd door schuldgevoelens en twijfel. Een acteur van wie je elke toekomstige voorstelling zou willen zien …

Een pauze zou de sfeer van de voorstelling verbreken, maar twee uur is lang en na anderhalf uur verlies ik op een gegeven moment de aandacht. Het wordt net iets tevéél spektakel – een glitterpak, spelers die met (met spinnen beschilderde) dozen op het hoofd rondlopen – de zin ervan ontgaat mij en ik droom heel even weg. Tót ik wordt opgeschrikt doordat er gordijnen en strengen verlichting naar beneden komen en het decor van stemmig en armoedig ineens circusachtig wordt, met de bijpassende muziek.

Raskolnikov heeft besloten zichzelf aan te geven, hij staat op het punt naar Siberië te vertrekken. Sonja, zijn lief, gaat met hem mee. De liefde overwint en het is een moment van hoop, feestelijk zelfs. Overdreven feestelijk… Maar de grap is meesterlijk. De eindscene verwijst, zo blijkt achteraf, namelijk naar Fellini: de NNT-productie die in oktober in première gaat.

 

Elske Schotanus over Misdaad en straf, De Lawei, 24 april 2013

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels

  • Kategory: Literatuer,Resinsje

    SJOERD BOTTEMA -   Jacob Nauta syn beppe is mâl mei har hinnen. Se praat dermei. ‘Kwòòòk-hoe-wiiie-it-meiiii-jim-kwòòòk-kwòòòk-ha-jim-ekaaaaien-ein-kwòòòk?’ En hoewol’t de hinnen allinne mar ‘kwòòòk?’ weromsizze, [...]

  • Kategory: Literatuer,Resinsje

    ERNST BRUINSMA - Yn 1990 ferskynde de roman Possession fan de Britse skriuwster A.S. Byatt. Datselde jier waard it boek bekroand mei de prestigieuze Bookerprize [...]

  • Kategory: Opiny,Teater

    HANS BRANS - Een festival van twaalf dagen om een nieuw artistiek leider welkom te heten - dat is een opmerkelijke, nooit eerder vertoonde openingszet. [...]