Achterwielen of achterste wielen

Publisearre op 14 oktober 2020

HENK WOLF – 

Er is een regionaal verschil tussen Noord-Nederland en de rest van het Nederlandse taalgebied wat betreft het gebruik van de woorden ‘voor/achter/onder/boven’. Het is geen keihard verschil en mogelijk wordt het ook kleiner, maar in het noorden is er een sterke neiging om van die woorden aparte bijvoeglijke naamwoorden te maken, terwijl je in West- en Zuid-Nederland eerder samenstellingen tegenkomt.

 

Ik heb de indruk dat jonge sprekers van zowel het Fries als het noordelijke Nederlands niet veel meer over ‘achterste wielen’ of ‘achterste tsjillen/tsjellen’ praten.

 

Zo herinner ik me dat taalbewuste ouderen me vroeger verbeterden als ik ‘achtertsjel’ zei. ‘Achterste tsjel’ was gebruikelijker, zeiden ze. Dat heb ik me ter harte genomen, al kan ik het advies wel een beetje relativeren, als ik zie dat ‘eftertsjil’ in 1897 al als grappige aanduiding van een rijksdaalder werd gebruikt.

Ik heb de indruk dat jonge sprekers van zowel het Fries als het noordelijke Nederlands niet veel meer over ‘achterste wielen’ of ‘achterste tsjillen/tsjellen’ praten. Voor oudere sprekers is dat duidelijk nog wel het geval. Zo viel me laatst op hoe een oude Groninger het in een relaas over een ritje met kapotte lichten steeds had over z’n ‘achterste wielen’, ‘achterste bank’ en ‘achterste lichten’.

 

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels