Waterrijke ontboezemingen

Publisearre op 28 februari 2020

DIRK VAN GINKEL – 

‘Waterwereld’ in het Jopie Huisman Museum is een tentoonstelling die schilderkunst paart aan poëzie. Naast de werken van de achttien deelnemende kunstenaars – Jopie niet meegerekend – hangen bordjes met gevoelvolle teksten van de kunstenaars over hun ervaringen met het Friese waterlandschap. Hoewel ze niet in dichtvorm gesteld zijn, is hun inhoud poëtisch te noemen. Ze verdiepen de beleving van de werken op een onverwachte manier.

 

Jopie Huisman: ’s Nachts, aan het water, als iedereen sliep, dan voelde je dat het kwaad uit de wereld was. Het gevoel dat de lucht zuiver was: alle spanning weg’.

 

Het spel van wind en licht
Van de onlangs overleden Sjoerd de Vries is een bruikleen te zien van Museum Belvédère: ‘De Deelen’. Hij zegt erover: ‘Dat riet was een ware openbaring. Het waait en het zingt, het bedekt de naakte oevers en het is een half jaar lang van goud’. De Vries plaatst de horizon precies in het midden van het beeld, want hij vindt: ‘hemel en aarde hebben evenveel ruimte nodig’.

Marije Bouman toont drie werken met de titel ‘Waterschap’, gemaakt met inkt en houtskool op moerbeipapier. Wat direct opvalt, is dat het papier rimpelig is als het wateroppervlak zelf. Het is een en al levendigheid en beweging. Bouman zegt erover: ‘Vanuit mijn vroegere atelier keek ik uit over de Engelenvaart. Voortdurend was daar het spel van wind en lichtreflecties in het water. Zó mooi. Elk moment zag het water er anders uit. Dat idee, dat zo’n beeld continu verandert en ongrijpbaar is, inspireert me. Ik wil het dan vastleggen en me eigen maken.’ Het moerbeipapier helpt haar daar heel mooi bij.

Haar werk hangt naast dat van Evert de Graaf, die net als De Vries een groot liefhebber was van De Deelen. Hij woonde er op een woonboot en hield zich in leven met turfsteken en palingvissen. Hij ontdekte dat een gelooide palinghuid een prachtige drager was voor olieverf. Het heeft van zichzelf al een prachtige tekening en een diepe gloed. De charme van waterwereld wordt bij hem zo wel heel erg tastbaar. Van De Graaf is er geen watercitaat beschikbaar. Begrijpelijk, want hij heeft ooit – in een aan hem gewijde publicatie uit 2001 – gezegd: ‘Woorden schieten tekort bij het uitleggen wat mooi is aan de natuur’.

Jopie Huisman had daar geen last van. Die had woorden in overvloed. De meeste werken op de expositie zijn van zijn hand, de meeste citaten dus ook. Bij ‘Zelfportret als fuikvisser’, een heel mooi klein olieverfje uit 1989, staat te lezen: ’s Nachts, aan het water, als iedereen sliep, dan voelde je dat het kwaad uit de wereld was. Het gevoel dat de lucht zuiver was: alle spanning weg’.

 

Verrassingen
Van de meeste kunstenaars is slechts één werk te zien. Daarbij is soms een heel verrassende keuze gemaakt. De Harlinger Jan Roos bijvoorbeeld is, hoe woest hij soms ook schildert, meestal heel duidelijk in zijn voorstellingen: het is goed te zien wat hij wil verbeelden. Waterwereld toont echter het werk ‘Nacht’, gemaakt tijdens een vakantie aan het Sneekermeer. Grof geschilderd, veelkleurig, op het abstracte af, maar toch zeer krachtig.

Anderen zijn ruimer bedeeld. Zoals Jan van der Kooi bijvoorbeeld, die met vier werken is vertegenwoordigd. Hij is ook geïnspireerd geraakt door De Deelen en het Sneekermeer. Van der Kooi heeft echter nauwelijks kleur nodig, aan veenzwart ‘gewassen inkt’ heeft hij genoeg. ‘Voor mijn gevoel past dat zo goed bij dit landschap’, zegt hij. ‘Dat zompige, dat weidse, dat stille.’

Goed vertegenwoordigd is ook Christiaan Kuitwaard. Hij laat vele kanten van zichzelf zien. Een landschap uit 2008 is zo nevelig en mistig als de beste werken van Willem van Althuis, van wie er trouwens ook een schilderij hangt. Er zijn ook een paar aquarellen van Kuitwaard behorend tot een project met schrijver Jan Kleefstra, waarbij ze samen aandacht vragen voor de bedreigingen van de natuur. En er is zijn bekende olieverf ‘Meer’.

Het Friese landschap inspireert talloze kunstenaars al jarenlang. Daar getuigt ook deze expositie weer van. Het is goed om te zien dat het Jopie Huisman Museum heeft gegrasduind in particuliere collecties en kennelijk op bezoek is geweest bij enkele kunstenaars thuis. Dan kom je als bezoeker nog eens voor verrassingen te staan, zoals nu met Jan Roos, Tjibbe Hooghiemstra, Jan van der Kooi, Jelle Schotanus, Marije Bouman en Reinder Homan. Want er zijn – zo blijkt maar weer –  echt nog heel veel nooit eerder geëxposeerde rietkragen, gezichten op het Sneekermeer en andere waterlandschappen te vinden die de moeite van het bekijken waard zijn. Dat is behalve voor de bezoekers ook voor de kunstenaars wel zo leuk. Hier had men echter nog wel een stapje extra kunnen zetten. Want nu zijn er toch nog best veel ‘usual suspects’ te zien uit de collectie van Museum Belvédère: oude bekenden als Benner, De Vries, Van Althuis… Het had allemaal nog net iets spannender gekund.

 

De tentoonstelling Waterwereld in het Jopie Huisman Museum is te zien tot 3 januari 2021

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels