fotografy: Kees Botman

Leeghwater: er gaat iets gebeuren. Maar wat?

ELSKE SCHOTANUS –

Aan Leeghwater, de megaproductie die BUOG in september in de buitenhaven van Breezanddijk gaat brengen, doen zo’n vijftig amateurs mee. Het is vakantietijd, dus niet iedereen is aanwezig, die zomerse zaterdag op het veld bij Pier’s Hûs in het Friese Kimswerd waar in de verte de hanen kraaien en regisseur Pieter Stellingwerf het bonte gezelschap, meest vrouwen, welkom heet. ‘Moos zit nog in India, Ruth is er weer. En super dat Esther er tóch bij is.’ Esther is de ‘jonge maker’ Esther van Til die vandaag, samen met Cyrelle Faille met de amateurs aan de slag zou gaan. Het had haar dag moeten zijn, maar helaas, zij liep een hersenschudding op en moet zich afzijdig houden.

De posters en de flyers zijn klaar, de kaartverkoop komt op gang. Pieter stuurde de definitieve versie van het script, samen met een mp3-bestand naar alle deelnemers. ‘Check even of je mailbox vol is’, waarschuwt hij, want een deel van de mails kwam terug. Maar al gaat er soms iets mis en moet de voorstelling over twee maanden al staan, ontspannen vertelt hij wat zoal de bedoeling is. Als hij laat weten dat de spelers een autokaart krijgen voor de try-out volgt een luidruchtig gemompel. Zij staan immers zelf op de planken? ‘De ogen open, jullie krijgen de voorstelling nog zo vaak te zien dat je er de laatste avond echt wel genoeg van zult hebben’, pareert hij.

Even later vormt de groep een kring rond Cyrella. ‘Ik soe sizze, doch mar gewoan even mei’, zegt iemand. Het is de bedoeling dat de aanwezigen een handeling bedenken met de eerste letter van hun naam. ‘Cirkeltjes draaien met Cyrella’, zo bijt zij de spits af en vervolgens is het ‘close met Coby’ en ‘jumpen met John’, eerst met, daarna zonder woorden. ‘En maak het groter, maak het héél groot’, gebiedt Cyrella. De spelers lopen rond ‘alsof jullie één grote machine zijn … en probeer elkaar aan te kijken … neem je hele lichaam mee … enorme kaplaarzen … en nu op hakjes … ja, ook de mannen … wat gebeurt er met je handen … met je hoofd?’

Na de buitenoefening wordt de groep in tweeën gesplitst. Vorige week is er in Den Oever voor het eerst met de amateurs gewerkt ‘aan bewegings- en groepsdingen’. Degenen die er toen niet bij waren gaan met Pieter en Lida (Esther’s vervanger) mee, naar één van de zalen op de bovenverdieping van Pier’s Hûs waar zij meer uitleg zullen krijgen. Cyrella neemt de overige deelnemers mee naar de naastliggende ruimte waar, onder het banier van Muziekvereniging O.K.K. Kimswerd, de bewegingen die vorige week zijn geoefend ‘theatraler’ zullen worden gemaakt. Ook de parkeerwachten en de cateraars maken deel uit van de voorstelling, maar de spelers vervullen dubbelrollen. Wat de ‘professionals’ op het speeloppervlak laten zien, wordt namelijk ook op de ‘steigers’ gebracht, maar dan ‘net iets anders’. ‘Jullie zorgen ervoor dat de voorstelling echt letterlijk dichtbij het publiek komt.’

Als betrof het een schoolklas, zo telt zij ‘één, twee, drie, vier, één …’ en wordt de groep opgesplitst. ‘Wij gaan een aantal momenten pakken en dan kiezen jullie drie bewegingen. De trouwerij van Senta en Sigfried, een ruzie, een werkbeweging en een begroeting. Hou het heel sec, heel realistisch, hou het gewoon heel sec.’

In de groepjes wordt druk overleg gevoerd. John omhelst het niets. ‘Dat is één. En daarna gaan wij netten naaien.’ ‘Boeten heet dat.’ Eén van de vrouwen doet het voor en zo blijken sommige deelnemers zich algauw te ontpoppen tot mederegisseurs.

‘En dan kom jij erbij …’

‘Nee, je begint klein …’

‘Há, en dan: báf!’

‘En als John de kus nu eens alleen doet?’

Cyrella loopt rond, geeft nu en dan aanwijzingen. ‘Probeer echt te zoenen, zo realistisch mogelijk.’ Zij noemt de ‘sec’ uitgevoerde oefeningen de verf waarmee vervolgens het schilderij gemaakt gaat worden. ‘Eén iemand kan een beweging brengen, of alle vier. En hoe ga je staan? In een kring? Hoe pakt iets uit als je gaat versnellen? Of juist vertragen?’

De deelnemers geven elkaar feedback – wat werkt, wat niet – en even later, buiten op het veld volgt een tweede presentatie. Er wordt gedanst, gewacht, gezoend. Netten worden geboet, zeilen gehesen, de vangst binnen gehaald. Het is materiaal waar de jonge makers de komende weken, vóór de echte repetities beginnen, twee keer per week, mee aan de slag kunnen.

Ook Pieter bemoeit zich er nu mee. ‘Het is mij af en toe nog iets te illustratief. Moet je illustreren of abstraheren?’ ‘Doe maar voor’, roept iemand. Esther stapt naar voren, laat zien hoe je op verschillende manieren kunt ‘wachten’: op je horloge kijken of gewoon staan, slechts een mondhoek die even beweegt. ‘Het gaat om een soort taal die wij met elkaar ontwikkelen’, legt Pieter uit. ‘Het publiek het gevoel geven: er gaat iets gebeuren. Maar wat?’

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.