Schilderij van Laurens ten Cate gemaakt door zijn vriend Boele Bregman, met wie hij een langdurige briefwisseling onderhield (coll. Ineke Hauer-ten Cate)
fotografy: Schilderij van Laurens ten Cate gemaakt door zijn vriend Boele Bregman, met wie hij een langdurige briefwisseling onderhield (coll. Ineke Hauer-ten Cate)

Laurens ten Cate, journalist, politicus en nog zoveel meer

WILLEM HAANSTRA –

Laurens, zes maanden, met oma Beekhuis (coll. Ineke Hauer-ten Cate)

Laurens, zes maanden, met oma Beekhuis (coll. Ineke Hauer-ten Cate)

Een eeuw geleden werd op woensdag 30 augustus 1922 in het fraaie huis aan de Jongemastraat 10 in Bolsward het eerste kind in het doktersgezin Ten Cate geboren. Het kreeg de naam Laurens Othmar mee, namen die in de familie Ten Cate al aanwezig waren. Zo was Othmar ten Cate in 1806 een der burgemeesters van Enschede. Op 9 mei 1921 was vader Marius gehuwd met een dochter van collega Henricus Beekhuis, praktiserend arts, en grondlegger van de Rijwiel Elfsteden Tocht, aan de Grote Dijlakker 19, ook in Bolsward. Haar naam was Ernestina Frederika, maar ze werd Riekje genoemd.

Rechts op de foto geboortehuis Laurens ten Cate, met gaslantaarn. Foto genomen in 1922. Coll. Willem Haanstra.

Rechts op de foto geboortehuis Laurens ten Cate, met gaslantaarn. Foto genomen in 1922. Coll. Willem Haanstra.

In januari 1920 was Ten Cate vanuit Lochem naar Bolsward gekomen om,tijdelijk, de praktijk van dokter Arnoldus Banning waar te nemen, omdat deze zijn arm gebroken had. Hij was destijds ook, heel tijdelijk, waarnemend arts bij Beekhuis.Toen echter in februari dokter Banning plotseling kwam te overlijden, besloot Marius ten Cate de praktijk over te nemen. Even daarvoor had hij al kennis gemaakt met Riekje.

De familie Ten Cate behoorde tot een cultureel en sociaal zeer vooraanstaand geslacht. Laurens groeide op binnen een harmonieus gezin waar muziek, vooral barok, en litteratuur een voorname plaats innamen. Vader Marius (Lochem 1892 – Amsterdam 1973) zal zich binnen de vrijmetselarij opwerken van voorzittend meester in Sneek (Bolsward kende geen loge), tot grootmeester-nationaal, de hoogste positie in ons land binnen de vrijmetselarij. Die positie bekleedde hij vanaf 1961 tot zijn dood in 1973. Deze Marius verhuisde met Riekje in 1949, na bijna 30 jaar een geliefd huisarts in Bolsward te zijn geweest, naar Amsterdam. Daar werd hij keuringsarts voor de Sociale Verzekeringsbank. In Buitenveldert is, in aanwezigheid van de hele familie, een bejaardenhuis met zijn naam (Marius ten Catehof) in 1977 geopend. Vol trots zag opa Marius hoe kleinzoon Marius deze opening verrichtte. Tegenwoordig is het een wooncentrum.

Ik herinner me dat mijn oudste zus vertelde dat ze als kind veel speelde met Laurens en diens jongere broertje Harry (Henricus Willem, 1924). Twee indrukken waren haar sterk bijgebleven: het deftige huis met een grote, hoge kamer waarin een piano (barokmuziek had ieders voorkeur) en heel veel boeken, en de zachtaardige en altijd vriendelijke moeder Riekje. Riekje was een heel bijzondere vrouw, die als enigst meisje op het Sneker gymnasium examen in de bèta vakken deed, daarvoor cum laude slaagde en daarna biologie studeerde (1918).

Deze Riekje zal in de jaren ’30 veel aandacht besteden aan de in die tijd schrijnende armoede bij vele Bolswarders. Ze hielp waar ze kon en ook de dokter zelf, die op zijn spreekuur direct geconfronteerd werd met heel veel ellende voortkomend uit deze armoe, en het grote drankmisbruik dat mede daaruit voortvloeide, deed wat hij kon. Deze huiselijke omstandigheden, veel aandacht voor kunst en cultuur naast de betrokkenheid bij de kwetsbaren, zullen later ook grotendeels de houding van Laurens ten Cate in zijn journalistieke en politieke werk bepalen: een ietwat elitaire culturele houding en tegelijk een sociaal bewogen visie op talloze maatschappelijke omstandigheden.

Laurens, zes jaar in tuin doktershuis (coll. Ineke Hauer-ten Cate)

Laurens, zes jaar in tuin doktershuis (coll. Ineke Hauer-ten Cate)

Vermeldenswaard is nog de heel speciale tuin van het geboortepand aan de Jongemastraat. Deze tuin werd aan het begin van haar indrukwekkende loopbaan als tuinarchitecte aangelegd door Mien Ruys (1904-1999). Wereldberoemd zijn haar voorbeeldtuinen in Dedemsvaart. Ze ontwierp talloze stadstuinen, waarin bielzen een bijzondere rol speelden.

Eveneens opvallend is de eclectische bouwstijl van het pand (inclusief praktijkruimte), in 1875 ontworpen door architect Bouman, en fraai passend nabij de plek waar voorheen de plaatselijke stins met grote tuin van het landadelijke geslacht van de Jongema’s  stond.

Voor de oorlog was vader Marius lid van de Vrijzinnig-Democratische Bond, na 1945 sloot hij zich aan bij de pas opgerichte PvdA. Hoewel vrij en onafhankelijk van gedachten, zullen de vele gesprekken die hij op zondagmiddagen over politieke, kerkelijke en culturele onderwerpen had met de Bolswarder dominee Vink veel invloed hebben gehad op de maatschappijvisie van het hele gezin. Deze JacobVink (1895-1970), een overtuigd SDAP-er en drankbestrijder, was in de oorlog met name vanaf de kansel in de Sint Maartenskerk een fel verzetsman. Dikwijls zat de plaatselijke NSB-voorman van Bolsward, Matthijs Eerdmans, in de kerk aantekeningen van de preek te maken, aantekeningen die overigens onderweg naar de SS in Leeuwarden op het plaatselijke politiebureau in de laden bleven steken.

Daarnaast groeide Laurens op met een bijzonder zorgzame moeder  Riekje, begaan met de zwakkeren in de omgeving en de kwetsbare patiënten in de dokterspraktijk.

Schooltje in Kerkstraat dat Laurens zes jaar lang bezocht. V.r.n.l.: naaischool gezusters Zelle, Openbare school 2 met toegang tot schoolplein, gymnastiekgebouw en het Bolswarder Weeshuis (coll. Willem Haanstra).

Schooltje in Kerkstraat dat Laurens zes jaar lang bezocht. V.r.n.l.: naaischool gezusters Zelle, Openbare school 2 met toegang tot schoolplein, gymnastiekgebouw en het Bolswarder Weeshuis (coll. Willem Haanstra).

Laurens bezocht het openbare schooltje in de Kerkstraat, waar hij een slimme, wat in zichzelf gekeerde leerling was. Via het Sneker gymnasium, waar hij als enige leerling van zijn schooljaar examen in de alpha-vakken deed, belandde hij in een doolhof van studierichtingen, in Engeland en Utrecht. Hij kwam er niet uit welke richting bij hem paste, hoewel zijn moeder, vooral gelet op de beroepen binnen beide families, duidelijk stuurde op de bèta kant.

Uiteindelijk, na veel zoeken en onzekerheden van de adolescent Laurens, dook hij, via zijn ouders, onder bij de familie Galema aan de Hemdijk bij Blauwhuis. Een opmerkelijke tijd bleek deze periode, want daar leerde hij vlot Fries spreken, en vond een uitlaatklep in het schrijven van gedichten. Taalgevoelig als hij was, had Laurens, hoogstwaarschijnlijk op het Sneker gymnasium de eerste beginselen van het Hebreeuws al aardig onder de knie gekregen, zo bleek na de oorlog.

Laurens leerde Dietje Bos (1923-2021) kennen, dochter binnen de vooraanstaande familie Bos uit Sneek. De sterk sociale en zorgzame moeder van de kinderen Ineke en Marius had een zeer creatieve geest, die resulteerde in prachtige schilderkunst.

De maatschappelijke loopbaan van Laurens ten Cate na de oorlog zal bekend zijn: hij belandde, zeer tegen de zin van moeder Riekje in, in de journalistiek, via het aanvankelijk ondergrondse (Vrije) Volk, het linkse dagblad de Friese Koerier (sinds 1952), waar hij hoofdredacteur als opvolger van Fedde Schurer werd en kennismaakte met schrijvers als Kerst Huisman, Hielke Speerstra en Rink van der Velde. Met tenslotte de Leeuwarder Courant (ook als hoofdredacteur) als eindpunt van zijn medialoopbaan. De fusie tussen de beide Friese dagbladen in 1969 werd met name, tactvol, vorm gegeven door Laurens ten Cate.

Ook in de politiek speelde Laurens een vooraanstaande rol. Als lid van de ‘afdeling’ Oranjewoud kwam hij uiteindelijk in het landelijke hoofdbestuur van de PvdA terecht, waar hij aanvankelijk een groot voorstander bleek van de fel progressieve beweging Nieuw Links, maar na een tumultueuze vergadering koos voor een gematigder koers. Laurens had grote landelijke invloed als journalist, was dikwijls aanwezig in radio- en t.v.programma’s en had een tamelijk grote invloed in het Haagse wereldje.

Tot zijn plotselinge auto-ongeluk in 1972, waarna hij steeds meer moeite kreeg om tegen de stress en de druk in de mediawereld opgewassen te zijn. Laurens Othmar ten Cate, van 30 augustus 1922 en overleden op 7 april 1984, zou, achteromkijkend, vast een groot redactioneel commentaar op eigen leven hebben geschreven, waarin hij zichzelf niet zou sparen.

Naast alle hierboven beschreven activiteiten mag Ten Cate eveneens beschouwd worden als een treffend symbool van de politieke naoorlogse jaren, waarop hij voor Friese begrippen via de pen, de stem en de persoonlijkheid een niet te onderschatten invloed heeft gehad.

(met dank aan Ineke Hauer-ten Cate)

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.