‘Ik weet nu wat me te doen staat’

Publisearre op 21 augustus 2020

WENDY KENNEDY – 

Keunstner en grafysk ûntwerper Peter Boorsma (47) hâldt derfan om de boel op te skodzjen en minsken te ferlieden om alles los te litten. Tagelyk hat hy der grutte muoite mei hân om syn eigen koers te farren. ‘Ik weet nu wat me te doen staat: bij mezelf blijven, me afvragen: klopt wat ik doe met wie ik ben?’

Hoe hâlde je in ynterview yn dizze gekke tiden? Der liket in nije wrâld ûntstien te wêzen wêryn’t minsken elkoar moetsje fia Skype, Zoom, Houseparty of Facetime: digitaal dus. Dochs kieze Peter en ik derfoar om yn it ‘echt’ ôf te praten. It is healwei april en moai waar, dus ergens bûten. Yn de tún fan museum Belvédère, healwei Ljouwert − dêr’t ik wenje − en Zwolle − dêr’t Peter wennet. Dochs rint it wer allegearre oars as oars. Myn auto wol net starte, dus rydt Peter troch nei Ljouwert, dêr’t we in plakje fine yn it Julianapark. Wat ik dan noch net wit, is dat dy gong fan saken in foarboade is fan wat de reade tried fan it ynterview wêze sil: it loslitten fan kontrôle, fêstichheid en feilichheid.

 

Het wordt nooit meer zoals het was en dat is helemaal niet erg.

 

‘Ik was bang dat het hele interview over de coronacrisis zou gaan’, seit Peter Boorsma, dy’t bliid seit te wêzen dat dat net it gefal is. Fansels ûntkomme wy der net oan om it deroer te hawwen. ‘Zo’n 90 procent van mijn werk is weggevallen door de situatie waar we nu in zitten.’ Sa hat hy de foarmjouwing foar Oerol dien, dat dit jier net trochgiet. ‘Het wordt gezien als een eer als je de vormgeving voor Oerol mag doen. Veel mensen vragen me of ik het niet ontzettend jammer vind dat de wereld het nu niet ziet. Ja, ik heb er heel veel van mezelf in gelegd en het is jammer, maar je moet het loslaten. Bovendien vind ik het proces belangrijker dan het eindproduct.’

Hy seit dat hy der faak wat om gniffelje moat. ‘Mensen zijn gewend aan vastigheid en veiligheid, maar nu is iedereen de controle kwijt. Al hadden we voorheen ook geen controle, maar het wordt nu bevestigd. Je kunt twee dingen doen: je best doen om te zorgen dat het weer wordt zoals het was, of al je verwachtingen loslaten. De culturele sector ligt op zijn gat. Je ziet nu bijvoorbeeld ontwerpers posters maken over het afstand houden. Ik denk dan: waarom doe je dat? Zo blijf je in de verandering zitten en houd je je dáár weer aan vast.’

Peter omearmet it ‘loslitten’. Sa ek by it ûntwerpproses foar Oerol, dat hy tegearre mei Else Boekema dien hat. ‘Oerol wilde een campagnebeeld dat het festival moet uitstralen, maar wij wilden af van hét campagnebeeld. Samen met Oerol hebben we gezocht naar hoe we het complete festival en alles wat daarbij hoort onder één noemer kunnen brengen. In plaats van een enkel campagnebeeld maakten we een nieuwe Oerol-beeldtaal.’ Se binne in healjier lyn al oan ’e slach gien en hawwe earst foaral in soad neitocht. ‘Wat is Oerol eigenlijk? Het is een hoop verschillende mensen bij elkaar: theatermakers en muzikanten die een verhaal willen vertellen aan een publiek dat nieuwe ideeën wil opdoen, zichzelf wil laten voeden maar ook gewoon lekker een biertje wil drinken. O ja, en soms op zoek is naar een relatie’, laket er.

‘Hoe het verhaal van de maker van een voorstelling of expeditie aankomt, is bij iedere toeschouwer weer anders. Het komt nooit bij de ander aan zoals je het van tevoren bedacht hebt: wat het met een ieder van ons doet is uniek, iedereen ervaart het weer anders. Dit, en de ingrediënten natuur, wetenschap en kunst bracht ons op de gemene deler “woekeren”. Alles wat de ruimte krijgt, heeft namelijk de neiging te woekeren. Dit geldt in de natuur, maar ook bij creativiteit. Zo kwamen we bij de gedachte van het woekeren van ideeën. Alles wat we ervaren, verandert en staat niet stil. Dit hebben we naar het beeld vertaald van meer of minder georganiseerde grafische cellen, waar uiteindelijk tien posters uit voortkwamen. Vlak voor de release van de huisstijl moest Oerol echter de onontkoombare beslissing maken het festival niet door te laten gaan in de vorm zoals we die gewend zijn, vanwege het coronavirus.’

Spitich dat de wrâld it net te sjen krijt, mar it proses fynt Peter wichtiger. Tagelyk seit er ek dat er graach sjoen wurde wol, mar as er sjoen wurdt him dan ferstoppet. Hy fertelt oer syn jeugd, dat er him nea sjoen fielde. ‘Ik ben opgegroeid in Witmarsum, in een gezin waar hard werd geploeterd om geld te verdienen. Mijn ouders runden de dorpswinkel en waren constant aan het werk en bezig met het voorzien van andere mensen: de klant was altijd koning. Er werd in mijn familie niet veel nagedacht over gevoel en men was niet heel onderzoekend, terwijl ik dat wel was. Werken was vooral heel belangrijk. Mijn ouders hebben hun stinkende best gedaan voor de kinderen en alles gegeven wat nodig was, zo hebben we allemaal kunnen studeren. Mijn broer en zus een exacte studie en ik wist lange tijd niet wat ik wilde. Ik deed een opleiding voor jongerenwerk en woonde bij Doet Boersma op haar atelierschip. Uiteindelijk heeft zij me geïnspireerd om naar de kunstacademie te gaan.’

‘In eerste instantie koos ik de richting van grafisch ontwerp: heel behoudend en lekker functioneel. Ik dacht zo mijn ouders tevreden te stellen om toch een “vak” te leren.’ Mar hy koe syn draai net fine fanwege alle regels en stapte stikem oer nei de rjochting fan it skilderjen, dêr’t hielendal gjin regels wiene. Ek dêr rûn er fêst. ‘Er waren geen opdrachten, alles moest vanuit jezelf komen. Ik ging zelf van alles bedenken, waardoor de noodzaak verdween om het te maken. Ik heb van alles uitgeprobeerd. Zo heb ik zwembaden geschilderd, waarbij ik halverwege dacht: waarom doe ik dit? Als ik iets bedenk, dan moet het nu gebeuren, anders is de urgentie weg.’

De falkûle fan himsels op te jaan foar de oar is in gefolch fan hoe’t er grutbrocht is, sa tinkt er. It komt faak foarby yn syn libben. ‘Ik heb samen met vrienden het festival Into the Great Wide Open op Vlieland bedacht. Het was gelijk een groot succes, maar ik was steeds meer bezig met wat het publiek en collega’s wilden en wat mijn rol nou eigenlijk was, waardoor ik mezelf kwijtraakte. Dan is het klaar en loop ik weg, het klopt niet meer.’ Itselde jildt foar syn houlik, dat nei 18 jier stikkenrûn. ‘Ik had de neiging om in de ander te verdwijnen en uiteindelijk gaat het niet meer. Ik ben letterlijk weggelopen.’

Oan de iene kant is er hiel bot op syk nei symbioaze, mar oan de oare kant is dêr de drang om him los te meitsjen. ‘Ik ben heel erg op zoek naar de wereld en naar mezelf. Onbewust heeft dit altijd al heel erg gespeeld, maar de laatste jaren is het het thema van mijn leven geworden. Ik ben me inmiddels veel bewuster van de valkuil en houd me minder bezig met wat anderen belangrijk vinden. Ik besef dat het niet erg is om de botsing op te zoeken, in plaats van mezelf zo te buigen dat de botsing niet komt, zoals in de film The Matrix. Laat het maar ploffen, wat is het ergste dat er kan gebeuren? Accepteer dat het niet altijd gaat zoals je wilt dat het gaat.’

Mar dat is net altyd like maklik. Sa wie hy koartlyn dwaande mei de hússtyl foar in bedriuw. Syn idee dêrby strookte net mei it idee fan ien fan de direkteuren. ‘Ik dacht op een gegeven moment: wat ben ik aan het doen? Ik ben bezig te maken wat een ánder wil en ben mezelf aan het verloochenen. Het kost me dan veel energie om dat los te laten en dan tóch een nieuwe versie te maken waar ik achter sta. Ik vind dat spannend, maar weet dat dit me te doen staat. Ik breng opdrachtgevers er tegenwoordig wel vroeg van op de hoogte dat je me inhuurt als mens en je moet weten waar je aan begint.’ Uteinlik is dat net goed ôfrûn, mar dat fynt Peter hielendal net slim. ‘Ik doe het er niet om.’ Hy tinkt dat it net foar neat west hat en dat er de boel wol opskodde hat. ‘Doordat ik een beeld of een idee in de organisatie heb gebracht, ontstaat er wel discussie.’

‘Je moet vertrouwen op je gevoel en dat het okay is wat je doet. Een vriend van me is schilder en die zegt dat het moedigste wat je kunt doen is om die streep niet te zetten, omdat een schilderij zichzelf maakt. Pas als je er niet bent, kan het een schilderij worden. Je moet niet bedenken wat het wordt, maar alles loslaten en zien wat er gebeurt. Dat is vrijheid, dat je op ieder moment in je leven alles op het spel kan zetten zonder dat je bang bent voor de uitkomst.’

By dy wize fan wurkjen florearret Peter it bêste. It mei ûntstean yn it momint. Dat is ek de reden wêrom’t hy himsels mear in keunstner fielt as in grafysk foarmjouwer.

‘Dit is in de loop van de jaren gegroeid. Ik wil dingen laten ontstaan zonder vast te zitten aan een medium, en werken vanuit hoe ik het zou willen. Tijdens het grafisch ontwerpen ben je altijd bezig om een sausje te leggen over iets bestaands. Toch ben ik dít ook en vind ik het fijn om te doen.’

We ferjitte hast dat we yn it coronatiidrek libje, by ús petear yn it Julianapark yn Ljouwert, mar net hielendal. Peter sit op de iene útein fan in bankje en ik op de oare, mei de laptop op skoat. Under it ynterview komme in soad minsken by ús lâns dy’t de hûn útlitte.

‘Het wordt nooit meer zoals het was en dat is helemaal niet erg’, sa sjocht Peter foarút. ‘Ik ben erg nieuwsgierig naar wat de toekomst gaat brengen. Gaan we festivals organiseren waar we 1,5 meter afstand houden? Er zullen instellingen failliet gaan en theaters ophouden te bestaan. De instituten vallen om, maar de makers zullen niet stoppen, want dat is wat we doen als mens. Het biedt nieuwe dingen. Ik vind dat we de kunst weer IN het leven moeten brengen.’

‘Toen ik op de kunstacademie zat, exposeerde ik met houtsneden van groente en fruit in de winkel van mijn ouders. Ik heb altijd het idee gehad om iets te doen met schilderijen, poëzie of filosofie in een café-setting. Je kunt dan luisteren of gewoon doorkletsen. Op deze manier maakt kunst deel uit van het leven in plaats van dat het een projectie is van het leven. We hebben kunst en cultuur in een eigen hokje gestopt, in de theaters en musea, waar we naar werk van dode schilders gaan kijken. Ik denk dat er straks allerlei nieuwe manieren zullen ontstaan waarop de makers hun werk en verhalen aan de wereld kunnen laten zien.’

En hoe fynt hy it sels eins om de kontrôle te ferliezen? ‘Eng, maar als ik erin beland, is alles ook weer okay. Het groeit − hoe vaker je het doet, hoe minder eng het wordt.’

 

Dizze bydrage stie earder yn ‘de Moanne’ nûmer 2, 2020

 

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels