Het algoritme van de waan, nij boek Huub Mous

Publisearre op 13 februari 2023

Fokke Sierksma en het messianisme van Hitler is in haadstik út it boek Het algoritme van de waan – Naoorlogse geschiedenis uit de ogen van een babyboomer fan Huub Mous dat ein febrewaris ferskynt by útjouwerij Aspekt. De tekst is in bewurking fan in haadstik dat hannelet oer de Fryske godstsjinstpsycholooch Fokke Sierksma (1917 -1977).

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

In de jaren zestig ontstond een culturele stroomversnelling die een verlangen voortbracht naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het was een nieuwe vorm van messianisme, die door Fokke Sierksma voor het eerst werd herkend op het terrein van de culturele antropologie, waar het geplaatst werd in het brede verband van breukvlakken in de cultuurontwikkeling. In 1961 verscheen zijn boek Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Daarin beschrijft Sierksma het verschijnen van de collectieve messianistische waan bij acculturatie-processen, dat wil zeggen bij de verschijnselen die het gevolg zijn van de confrontatie van verschillende culturen, alsook de plotselinge veranderingen in de cultuur door de onderlinge confrontatie van zeer verschillende groepen.

Fokke Sierksma 1917-1977 (Foto: Sirkwy)

Fokke Sierksma 1917-1977 (Foto: Sirkwy)

Het ging Sierksma vooral om de botsing van beschavingen bij de confrontatie tussen koloniserende blanken en de zogeheten primitieve culturen. Zo beschreef hij de plotseling opkomende heilsverwachtingen bij primitieve culturen in Hawaii, Venezuela, Noord-Amerika Australië en Nieuw Guinea. Telkens weer was daarbij sprake van een conflict tussen een inferieure en een superieure groep, waarbij de onderliggende partij zich door een vloedstroom van messianistische waanideeën een uitweg zocht. Hoewel sociale en culturele oorzaken aan de basis lagen van dit soort processen, waren volgens Sierksma de werkelijke oorzaken van psychische aard.

Messianisme werd door Sierksma gedefinieerd als ‘een complex van verwachtingen die een groep mensen koestert met betrekking tot een op handen zijnde, diep ingrijpende en bovennatuurlijke omwenteling in het bestaan van wereld en maatschappij, hetzij ten goede of ten kwade, aan welke omwenteling de betrokken groep dikwijls actief meewerkt, om zich aldus te bevrijden van de druk van een tweede groep die als superieur wordt beschouwd en gevoeld’  Een verlammend minderwaardigheidscomplex zou het essentiële kenmerk zijn van deze vorm van psychische desintegratie die zich manifesteert als een messianistische beweging ontstaat.

Zo kwam Sierksma met het idee dat alles zich omkeerde in een messianistisch waanidee: blanken werden zwart en omgekeerd. Blanken werden knechten, en zwarten meesters, landdieren werden zeedieren, de duivel werd God en vice versa. Bij het verlies van eigenwaarde gaan liefde en haat in één bed slapen en chaos verwekken. Dit idee van een radicale omkering in een uitzichtloze situatie met de zo typerende ambivalentie van afhankelijkheid en onafhankelijkheid ontleende Sierksma aan een studie uit 1955 van Wilhelm Mühlmann. Deze Duitse antropoloog was weliswaar geen overtuigd nazi geweest, maar had in de periode van Hitler-Duitsland toch bedenkelijke studies gepubliceerd met titels als Rassen- und Völkerkunde (1936) en Krieg und Frieden (1940). Sierksma stelde vast dat de conclusies van Mühlmann onafhankelijk van hem meestal overeen kwamen met de zijne, zonder diens dubieuze naziverleden daarbij te vermelden.

Het ging Sierksma vooral om de botsing van beschavingen bij de confrontatie tussen koloniserende blanken en de zogeheten primitieve culturen.

Al met al kwam Sierksma tot een conclusie die in 1961 als schokkend werd ervaren. De opkomst van Jezus van Nazareth – en de messianistisch beweging die destijds met hem op gang was gekomen – paste volledig binnen het cultureel-antropologisch stramien van de messiaswaan dat zich kan voordoen bij een acculturatieproces. Jezus kwam uit het achterland als zo vaak bij een messias het geval is. Hij kreeg zijn ideeën in een toestand van visionaire extase. Jezus was het irenische messias-type geweest, een figuur die een radicale maar in feite onrealiseerbare vorm van liefde predikte, zelfs tegenover de Romeinse bezetter. Zijn voorspelling van de nabijheid van het Koninkrijk Gods was fout geweest, zoals Albert Schweitzer al had beweerd, al hadden theologen eeuwenlang deze foutieve voorspelling willen verdoezelen met dogmatische scherpslijperijen.

Het Friese verzet

Het betoog van Sierksma was lucide, maar achteraf springen twee duidelijke omissies in het oog. In zijn beschouwingen over het messianisme liep Sierksma met een wijde boog om Adolf Hitler heen. Als overlevende van de oorlog, waarin hij zelf traumatische ervaringen had opgedaan in het Friese verzet, had hij een blinde vlek voor het messianistisch patroon in de opkomst van Hitler, terwijl het juist voor deze ervaringsdeskundige van de oorlog toch zo duidelijk had moeten zijn. Alles klopte: het Duizendjarig Rijk en de verkeerde historische inschatting over de komst daarvan, Hitlers afkomst in het achterland, de omgekeerde wereld van de hemel op aarde, de polaire omkering van goed en kwaad, het syncretisme, ‘het verborgen leven’ van dertig jaar, waarna ‘het openbare leven’ zich voltrok met een fatale afloop. Hitlers politieke carrière begon in 1919, toen hij – evenals Jezus van Nazareth – 30 jaar oud was.

Maar Sierksma zag het niet. Of hij verdrong het omdat hij het niet kon of wilde zien. In allerlei verschijnselen van de Europese geschiedenis had Sierksma varianten van het messianistisch patroon herkend, van de apocalyptische euforie van de Wederdopers die in 1535 naakt door de straten van Amsterdam renden en het stadhuis bestormden omdat het Laatste Oordeel en Gods Koninkrijk nabij zou zijn, tot aan de opkomst van het communisme in de twintigste eeuw, maar de utopische messiaswaan van het nationaalsocialisme met zijn allesverwoestende kracht van het messianistisch geloof bestond even niet in zijn optiek.

Al in 1940 noemde Hermann Rauschning het nationaal-socialisme ‘De Sint-Vitusdans van de twintigste eeuw’, daarmee verwijzend naar de plotselinge uitbraken van een mysterieuze dansmanie zes eeuwen daarvoor. Op 24 juni 1374 begon in het Duitse Aken een grote groep mensen plotseling te hallucineren en schokkende bewegingen te maken die op een wilde dans leken, eindigend in complete uitputting, waarna menigeen op de grond viel en sommigen zelfs stierven. Deze vreemde dansplaag bleek uiterst besmettelijk te zijn en verspreidde zich in de daaropvolgende eeuwen door geheel Europa. Rauschnings vergelijking tussen dit waanzinnige messianisme en het nationaalsocialisme was treffend. Maar nogmaals, Sierksma zag het niet. Het was wellicht nog te dichtbij voor hem. De naam Hitler kwam slechts terloops in zijn beschouwingen voor.

Cargo-cult

De tweede blinde vlek van Sierksma had betrekking op zijn eigen tijd. Wonderlijk genoeg vond hij in 1961 dat het tijdperk van de messianistische bewegingen voorbij was. Het kolonialisme beleefde zijn nadagen en de primitieve culturen hadden hun schokken van de moderniteit verwerkt. De enige vorm van messianisme die Sierksma in het heden herkende was het naïeve, Amerikaanse consumentisme, dat als een nieuwe waan beschouwd kon worden, een ‘Cargo-cult’ zoals hij het noemde.

Maar Sierksma schreef zijn boek op de drempel van een decennium, waarin het messianisme in een nieuwe gedaante zou opduiken in de tegencultuur. Zover was het in 1961 nog niet. Het utopisch modernisme zou een euforische doorstart beleven in de roerige jaren zestig, waardoor het anti-modernistische onbehagen, dat mede ten grondslag lag aan Hitlers messiaswaan, heel even uit zicht verdween. De poging om het fenomeen messianisme te democratiseren tot een speelparadijs voor ieder mens afzonderlijk was achteraf bezien misschien wel het kenmerk bij uitstek van de culturele revolutie, die de babyboomers in de jaren zestig op gang brachten.

Die radicale poging tot democratisering moest uiteindelijk wel stranden in een spagaat tussen twee onverzoenbare uitersten: extreem hedonisme tegenover radicaal collectivisme. De democratisering van de hemel leidde niet naar een nieuwe hemel op aarde. Maar het heimwee naar die onmogelijke apocalyps bleef nog lang bestaan, al was het maar bij de babyboomers die – verblind door hun eigen euforie – de eerste afslag misten naar Gods Koninkrijk op aarde.

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Het algoritme van de waan, Huub Mous

Het algoritme van de waan, Huub Mous

Huub Mous is keunsthistoarikus en publisist. Ein febrewaris ferskynt by útjouwerij Aspekt syn boek Het algoritme van de waan. Naoorlogse geschiedenis uit de ogen van een babyboomer.

De boekpresintaasje op 28 febrewaris is yn Tresoar en is fergees tagonklik.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels