Amateurs niet pamperen

Publisearre op 28 mei 2013

ELSKE SCHOTANUS – 

Vier jaar geleden studeerde Esther van Til af aan de Hogeschool voor de kunsten in Zwolle in de richting theatermakend docent, daarna volgde zij nog een regiemaster. Zij is zelfstandig ondernemer en maakt deel uit van de theatergroep ‘VOLT’. Daarnaast is zij één van de vijf ‘jonge makers’ die een bijdrage levert aan Leeghwater, de voorstelling die BUOG onder regie van Pieter Stellingwerf vanaf 12 september in Breezanddijk, halverwege de Afsluitdijk, brengt. De ‘jonge makers’ worden onder meer ingeschakeld voor het begeleiden van het leger amateurs dat een bijdrage levert aan de voorstelling. Esther neemt de spelregie op zich.

Zij viel al op toen ze als ‘kok’ in het ruim van het schip dat in de binnenhaven van Breezanddijk lag op de avond dat de videoclip ‘de Kus’ werd opgenomen druk in de weer was de overige leden van de crew van een maaltijd te voorzien. Een vrolijke, goedlachse jonge vrouw.

In haar woning in Zwolle vertelt Esther hoe zij, toen ze de oproep voor ‘jonge makers’ onder ogen kreeg, een motivatiebrief met CV stuurde. Het was de enorme omvang van het project die haar aansprak. Zij had ervaring opgedaan bij het stadsfestival van Zwolle waarvoor ze met haar theatergezelschap een theatervaarroute had uitgezet, ook werkte zij mee aan een project waarbij er theateracts in stadsbussen werden gebracht. Want al heeft zij haar eigen gezelschap, samenwerken met andere makers inspireert. ‘Het is fijn werken met Pieter en Kees, het zijn mensen die met bezieling werken. Even denken… hoe moet ik dat zeggen… Een mannelijke manier van werken. Alles is mogelijk. De werkbesprekingen houden we op de gekste locaties. Hoe heet het daar ook alweer? Waar al die stenen opgestapeld zijn? De ecokathedraal, ja. Een hele dag zitten we daar, concepten en ideeën uitwerken. Van idee naar concept, van iets vaags naar iets concreets. Voor iedereen is het uitvinden. Het fijne is dat ik als maker initiatieven kan nemen, mijn eigenheid kan inbrengen.’

Voor het voortraject voor ‘Leeghwater’ maakte Esther vorig jaar een korte voorstelling. De opdracht luidde: Ga maar naar Zürich, kijk eens wat er bij de bewoners leeft en maak er, samen met hen, een voorstelling over. Onbekend met het dorpje aan de Friese kant van de Afsluitdijk, ging zij er naar de kroeg en al gauw kwam zij erachter: Krimp, dáár draait het in Zürich om. Jongeren trekken weg. De eigenaar van de kroeg, met hotel, wil stoppen: het is niet geworden wat hij ervan verwacht had.

‘Wat ik mooi vind aan amateurs,’ zegt Esther, ‘is dat zij zich overgeven aan zoiets. Wat je van ze vraagt in het spel is: lef… energie… Een eerste reactie is vaak: “dat kan ik tóch niet”. Het ligt buiten hun straatje, maar als mensen het wél doen komen ze er algauw achter dat het wél kan. Ik zet hoog in, maar op een subtiele manier.’ Ze zoekt naar een goede manier om het te formuleren, lacht dan: ‘Vaag, hè?’ Denkt na en dan, heel beslist: ‘Vooral niet pamperen. De manier van werken is niet wezenlijk anders dan met professionals. Ze zijn niet dom. Ik gebruik juist wél vakjargon, zodat mensen zich serieus genomen voelen. Ik heb een soort visioen van wat ik wil maken, het is de basis, maar het is nooit kant en klaar. Ik speel in op wat hen aanspreekt. Zij kwamen zelf met het Züricher volkslied, de folklore ervan is versterkt met overalls en klompen.’

Rond het speelveld van ‘Leeghwater’, de buitenhaven van Breezanddijk, komen platforms, voor elk platform is ruimte voor 14 auto’s waarmee het publiek naar de voorstelling komt. Door, tegelijk met wat er op het water gebeurt, voorstellingen op de platforms te brengen krijgt het publiek twee spelers ‘voor zichzelf’. Hun taak zal zijn om in de grootsheid van het hele gebeuren intimiteit te creeëren.

Ook de bewoners van Zürich die meewerkten aan ‘Krimp’ zullen weer van de partij zijn. ‘Eén mevrouw van 85, die durfde het toch niet aan, maar ze waren allemaal enthousiast.’ Hetzelfde geldt voor amateurs aan de Noord-Hollandse kant van de Afsluitdijk. ‘De repetities per discipline zijn gescheiden, maar Esther en de andere makers houden wel constant contact met elkaar om af te stemmen. Spel, muziek, beweging: het moet wel in één sfeer, in één stijl.

 

Zie ook ’meedoen‘ op de website van Leeghwater.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels