Debatavond als podium voor verdieping in de Friese kunst

ELSKE SCHOTANUS –  

Donderdagavond 14 juni debatteerden, voor ruim twintig man publiek, drie beeldende kunstenaars, B.C. Epker, Pedro Bakker en Alle Jong onder leiding van kunsthistoricus David Stroband in het Fries Museum over de verbinding tussen geschiedenis en kunst. Epker nam het initiatief voor deze avond om een podium te creëren voor meer verdieping van de hedendaagse Friese kunst, een initiatief dat ongetwijfeld, met andere kunstenaars en andere thema’s, een vervolg gaat krijgen.

 

Boeiend was het wel: elk van de drie kunstenaars had met gemak een avond kunnen vullen.

 

‘De werken van deze kunstenaars,’ zo luidt de aankondiging, ‘gaan allemaal op hun eigen manier een relatie aan met de moderne samenleving en slaan een brug naar het verleden. Het thema is terug te vinden bij alle drie, zoals ook uit ieders toelichting op het eigen werk blijkt. Het zijn met name (kundige) tekenaars, al maakt B.C. Epker ook grafiek, creëert Alle de Jong videogames en combineert Pedro Bakker zijn tekeningen met film, performances en voordrachten.

Als eerste vertelt Pedro Bakker, aan de hand van beelden op scherm. Op het omslag van het kunstenaarsboek Innocent zit hij met ‘zijn muze’ op schoot. De tekening is gemaakt naar aanleiding van een verblijf als artist in residence in China, het land dat hem sinds zijn eerste bezoek, eind jaren zeventig, fascineert. Het verhaal van de 18e-eeuwse Chinese romanklassieker Droom van de rode kamer (Cao Xueqin) verbindt hij met de huidige #metoo-discussie. Dergelijke verhalen spelen nog steeds en het uitrollen van een handroll tekenwerk – een liefdesverhaal dat uitloopt op suicide – kan dienen als aanleiding om eigen verhalen te vertellen in het land waar trauma’s worden toegedekt. Hij toont een fragment van de film ‘Pygmalion’s Bride’ waarin de oudere kunstenaar verliefd wordt op het portret van zijn jonge model, een ervaring die voor haar, zoals ook blijkt uit de voordracht van het feministische gedicht bij de beelden, bepaald niet prettig is. Bakker ziet zijn werk als de verbeelding van een verlangen: in feite was zijn verblijf in het land, waar trauma’s nog steeds worden toegedekt, tevens een oefening in het celibaat. Een ander werk waarover hij vertelt is ‘Ter herinnering 1871’. Op de tekening is ‘ús Ferlosser’ Ferdinand Domela Nieuwenhuis afgebeeld, in zijn hand het socialistische tijdschrift Recht voor Allen, samen met zijn vrouw Johanna – fraai gekleed, maar ook naakt en geketend – en op de achtergrond onder meer het zware werk in de veenderijen.

Alle Jong vervaardigt, vaak enorme, houtskooltekeningen waarin collages van authentieke oude prenten als landkaarten of een lijst met de namen van slaven zijn verwerkt. Zo kun je verschillende werelden samen laten komen. Als kind is hij vaak verhuisd, verhuizingen die ‘tijdbubbels’ creëren, een ervaring waaruit hij zijn belangstelling voor het verleden verklaart. Elk moment gaat over in het andere, je bestaat uit herinneringen. Het ook zijn boeken of gebouwen die historische sensaties geven. Hij tekent niet alleen, hij maakt ook videogames en laat een still zien uit ‘Palmyra’ waarin hij reageert op de dreigende destructie door IS van de Syrische stad, een archeologische site en cultureel erfgoed. In de game stelt de kunstenaar zichzelf de vraag: Wat is dat, destructie?

In Friesland wordt veel goede kunst gemaakt, aldus Epker. In discussies gaat het vaak over identiteit, maar interessanter is: wat hebben we gemeen. Dan gaat het niet om individuele uitgangspunten, maar veel meer: wat zit er in de tijd dat wij met geschiedenis bezig zijn. De docenten, in zijn academiejaren, waren ‘hippies’. Babyboomers, opgegroeid in de jaren dat er afgerekend diende te worden met geschiedenis, met het conservatisme. Het moest allemaal jong en vernieuwend. Het mooie van de academietijd was wel dat alles mocht en alles kon. Door de opkomst van het internet kreeg je toegang tot zoveel beelden, het maakt mogelijk dat je zelf kunt bepalen hoe je je tot het verleden verhoudt. Voor Epker is dat vooral ook een zich verhouden tot Friesland, het zijn de terpen die hem intrigeren: er zijn door de eeuwen allerlei invloeden van buiten geweest. ‘In Friesland,’ stelt hij, ‘krijg ik een dubbele dosis zuurstof, het heeft op mij een bijna narcotische werking.’ Hij toont een werk, geënt op een schilderij van Rubens, maar zet het in een Friese context. De houtsnede FZ Engwierum toont Frank Zappa met op de achtergrond een kerk met zadeldaktoren. En binnenkort verschijnt Poolkoorts / Arctic Fever, met tekeningen van Epker en gedichten van Peter du Gardijn gebaseerd op de dagboeken van de walvisvaarder Hidde Dirk Kat (1747-1824).

In zekere zin zijn het verhalenvertellers, alle drie, maar daarbij creëert ieder tevens zijn eigen verhaal. Er is het generieke, maar geschiedenis is subjectief, selectief ook, en er zit ook altijd een persoonlijk element in al was het maar in de gemaakte keuzes. De vraag uit het publiek of de drie geen illustratoren zijn, wordt door alle drie dan ook ontkennend beantwoord. Bakker geeft aan nóóit de illustrator te kunnen zijn van andermans idee. Zijn beelden, het engagement erin ook, ontstaan in zijn hoofd alvorens hij zich aan het werk zet. Voor Epker en Jong geldt dat zij voor zij beginnen niet precies weten wat ze zullen maken.

Een andere vraag uit het publiek is waarom er geen andere genres voor het ‘debat’ zijn gevraagd, een vraag die ik mijzelf, voor ik de avond bezocht, ook al had gesteld. Het debat, zo concludeerde iemand na afloop, op de stoep voor het Fries Museum, zou dan ook niet de geschiedenis in gaan als een gebeuren waarbij de politie zou moeten worden ingeschakeld om de vechtenden uit elkaar te halen. Boeiend was het wel: elk van de drie kunstenaars had met gemak een avond kunnen vullen.

 

 

Zie ook: http://bcepker.blogspot.com/http://allejong.com/ en http://pedrobakker.com/

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.