Avontuurlijke zoektocht naar balans in verscheidenheid

Publisearre op 16 juli 2019

SIPKE HOEKSTRA – 

Als pianiste betrad ze de bühne van prestigieuze zalen als Carnegie Hall en het Concertgebouw. Ze nam cd’s op die internationaal bekroond werden. Ze is gearriveerd actrice en muziektheatermaker. En nog geen vijfentwintig jaar oud. Valentina Tóth blijft nuchter en bescheiden.

‘Nou, ik was er lang vrij onzeker onder, alsof ik het iedere keer opnieuw moest bewijzen – bijna alsof ik het niet verdiende. Ook omdat er natuurlijk altijd nog zoveel te leren valt. En ik heb heel veel mooie kansen gekregen. Het overkomt je ook; het een leidt tot het ander. Maar soms, als ik er teveel over na ga denken, word ik er onzeker van en voelt het misplaatst of in elk geval onwerkelijk. Terwijl ik er heel hard voor heb gewerkt!‘

En hard werkte ze zeker. Valentina Tóth werd geboren in Leeuwarden, groeide op in Aldtsjerk. Van jongs af speelde ze piano, zong en acteerde ze en gelijk opvallend goed ook. Geen wonder dat ze al jong gedegen werd opgeleid en uiteindelijk aan de conservatoria van Den Haag en Brussel afstudeerde, om later in Brussel ook nog eens een af te studeren als actrice aan het Koninklijk Instituut voor Theater, Film en Geluid (het RITCS).

 

Debuut
Tóth’s debuut-cd is van 2013. Het album barst uit z’n voegen van het Hongaarse temperament van Bartók en Kodaly en natuurlijk de deels Hongaarse pianiste zélf. Tóth: ‘Slechts 3/8 deel, maar tóch!’ Het was gelijk goed voor het winnen van de Diapason d’Or, een onderscheiding van het Franse gezaghebbende muziektijdschrift Diapason. Met haar subtiele vertolking sleepte ze overtuigend deze internationaal zwaar wegende onderscheiding in de wacht. Vijf jaar later verscheen haar tweede cd.

‘En in 2018 kreeg ik een vijf-sterren recensie in hetzelfde tijdschrift, voor mijn tweede CD!’ Daarop werk van Ernö Dohnányi – eveneens Hongaar. Treedt ze dan misschien in 2022 met een derde cd misschien de Hongaarse grens over?

‘Ik loop zeker met plannen voor een nieuwe cd, maar het is niet voor niets zo dat er vijf jaar tussen de eerste en tweede cd zitten. Ik wilde het gevoel hebben dat ik er klaar voor was en iets had dat ik perse wilde opnemen en dat ik het gevoel kreeg dat ik echt iets kon toevoegen aan wat er al is. Ik verklap nog niet wat er op mijn nieuwe cd komt te staan, wél alvast dat ik waarschijnlijk deze keer inderdaad de Hongaarse grens over ga.’

 

Performance
Voor Tóth zijn acteren en musiceren even belangrijk. Beide kunstvormen gaan over performance, over het overtuigen van publiek en hoe dat mee te nemen in je verhaal. ‘En in muziek en in acteren kun je jezelf helemaal verliezen,’ vult ze aan. ‘Want net zomin als dat je bij een recital nog bezig moet zijn met de noten, ben je bij een voorstelling nog bezig met tekst en cues. Dat maakt dat ik ook in mijn acteren mezelf prima kan verliezen.’

Maar daar houdt de parallel wel op: ‘Afgezien daarvan is muziek toch ook wezenlijk anders dan acteren. Als ik een recital geef, vind ik het wel belangrijk om de muziek zoveel mogelijk zelf te laten spreken. Ik vind het dan leuk om daaromheen wel iets te vertellen, het te presenteren en mensen bij de hand nemen, te vertellen hoe een componist tot een stuk kwam. Hooguit dát raakt aan acteren. Maar als ik aan het piano spelen ben, tijdens recitals, dan spéél ik gewoon en probeer helemaal niet bezig te zijn met hoe ik overkom op het publiek.’

 

‘Gevleugeld’
Tóth is ten tijde van dit interview net bezig met een reeks voorstellingen van productiehuis Het Houten Huis in samenwerking met het Noord Nederlands Orkest, ‘Gevleugeld’. ‘De première is net geweest. Er is helaas maar één openbare voorstelling, tijdens City Proms [bij het verschijnen van dit interview net geweest, red.] maar ook maar liefst een slordige vijfentwintig schoolvoorstellingen, waarbij de scholen dan naar de theaters komen.’

De voorstelling stelt haar in staat om goed aan de wereld te laten zien hoe veelzijdig ze als artieste is en bewijst dat men haar inmiddels ook goed weet te vinden voor dergelijke producties. ‘Het is echt een heel interessant stuk geworden, waarin de dingen die ik graag doe goed samenkomen. Ik ben dan namelijk zogenaamd de assistent van een beroemde pianist, begeleid door het NNO, en als er dan van alles mis gaat, neem ik het over en blijk ik Rachmaninovs Derde Pianoconcert te kunnen spelen. En natuurlijk sowieso heel bijzonder om een keer Rachmaninov met een orkest te kunnen spelen. Ik speel de grote finale.’

Met zo’n indrukwekkende muzikale klapper is het haast onvermijdelijk dat de schooljeugd stevig werd geboeid. ‘Drie kwartier is wel echt zo’n beetje ‘de max’, hoor, maar je merkt dat er, ook in de momenten dat er alleen maar muziek is, aandachtig wordt opgelet en geluisterd.’

 

Zelf maken
Ook speelt ze nu Icarus, een voorstelling die ze maakte met Lucas van der Vegt en Anneleen Lemmens, met wie ze het gezelschap Schauhaus vormt. Deze voorstelling was eveneens te zien tijdens City Proms en wordt in juli nog een aantal keren opgevoerd, in binnen- en buitenland. ‘Het is heel losjes geïnspireerd op de Icarus-mythe van Ovidius, maar we geven er heel erg onze eigen draai dan. Ik was nauwer bij het maakproces betrokken dan bij ‘Gevleugeld’, en het is wat kleinschaliger; we zijn maar met zijn drieën op het podium. Een centrale plek heeft muziek van Weill, Scarlatti, Purcell, Sjostakovitsj en Grieg.’

Een manier om tot een soepele synthese van theater en muziek te komen die je past als een tweede huid is natuurlijk: zelf maken. Sinds een paar jaar maakt Tóth dan ook haar eigen (muziek)theaterstukken. Onlangs maakte ze voor de NPO een serie heel creatieve theatrale liedbewerkingen, waarin al haar talenten, waaronder ook zingen, goed tot hun recht komen. ‘Wat ik nu bijvoorbeeld ook merk met de NPO-columns, is dat het fijn is dat de dingen die ik kan in balans met elkaar zijn; niets voelt als een ondergeschoven kindje. Het voelt ‘harmonisch’ dat ik bij die column alles tegelijk kan en mag.’

Want de economische realiteit is er ook: ‘Soms moet ik namelijk, noodgedwongen, best harde keuzes maken: dan moet ik een periode van twee maanden meer het één doen dan het ander, periodes waarin ik bijvoorbeeld meer piano zou willen spelen of juist acteren… Momenteel voelt alles gelukkig zeker wél in balans.’

Tóth vult haar toch al brede activiteitenpalet aan met het spelen van kamermuziek. ‘Ik speel pianotrio’s met het Volkmann Trio. Heerlijk. Ik zou dat nooit willen opgeven, ondanks alle drukte. Maar ik zou er ook nooit 100% van afhankelijk willen zijn.’ De veelheid aan projecten vergt echter wel dat ze veel moet reizen, een situatie waar ze misschien verandering in gaat brengen. ‘Ik woon nu nog in Brussel, maar omdat ik toch best veel in Nederland werk, verhuis ik misschien volgend jaar wel terug. Al dat gereis is een teken dat het goed gaat en er veel gebeurt, maar het is natuurlijk ook gewoon vermoeiend.’

 

Afkomst
Tóths voorliefde voor de muziek van Hongaarse meesters is bekend en het is goed denkbaar dat DNA en opvoeding toch zo hun impact hebben op de vertolking ervan. ‘Het zou goed kunnen dat mijn afkomst misschien ook wel een rol speelt in vertolkingen van niet-Hongaars repertoire en misschien zelfs wel in mijn ‘zijn’, maar dan onbewust. Ik hoorde vroeger vaak, dat mijn spel te temperamentvol was, te stevig. Dat zou daaraan te ‘wijten’ kunnen zijn geweest. Om dat een beetje te polijsten heb ik hard gewerkt. Toen ik jong was, was het, denk ik, ook wel mijn kracht om verhalen over te brengen, waardoor ik er echt voor ging. Ik moest dat afleren om een goede musicus te worden en leren om gewoon te doen wat er staat. Dankzij mijn docenten – en mijn eigen inzet – is dat natuurlijk helemaal goed gekomen.’

Niet alleen afkomst en opvoeding maar ook haar jeugd in Fryslân gaf haar vorm. ‘Ik werd geboren in Leeuwarden, maar groeide op in Aldtsjerk. Ik was het enige kind dat Nederlands sprak thuis, dus het was wel vanzelfsprekend om me het Fries eigen te maken. Ik ben in elk geval heel dankbaar dat ik in Fryslân ben opgegroeid. Die nuchterheid en oprechtheid! Ik ben misschien daardoor zelf ook wel een redelijk nuchter iemand geworden.’

De toekomst van de veelzijdige artieste is veelbelovend en lonkt. ‘Als ik over bijvoorbeeld vijf jaar weer geïnterviewd word, hoop ik meer de balans te hebben gevonden tussen de dingen die ik doe. En dat ik veel interdisciplinaire dingen kan doen en vooral ook zelf maken. Theatrale concerten met zingen, pianospelen en acteren. Daar wil ik heen.’

 

Valentina Tóth is in Fryslân binnenkort te horen met haar Volkmann Trio op 7 augustus in de Nicolaaskerk van Oost-Vlieland (20:30 uur), met op het programma het pianotrio van Ravel en Beethovens eerste pianotrio. Buiten Fryslân zijn er binnenkort voorstellingen in Rijswijk (14 juli in Theater Steenvoorde) en Gent (22-24 juli, Gentse Feesten) van de Schauhaus-voorstelling Icarus. Absolute aanrader: beluister vooral haar NPO-columns via www.avrotros.nl/klassiek/item/muzikale-columns-mozart-door-valentina-toth/

Dit stik ferskynde earder yn ‘de Moanne’ nûmer 4 fan july 2019 mei in skriuwflater yn de yntrotekst. Dizze flater deryn slûpt by in redaksjonele tekstwiziging. By wize fan rektifikaasje is it stik no ek online te lêzen, sûnder skriuwflater.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels