Kleurkracht

Publisearre op 16 december 2019

DIRK VAN GINKEL – 

Friesland kent veel kunstenaars die in alle stilte en afzondering hun werk doen. Dat bleek wel uit de overzichtstentoonstelling Frysk in Museum Belvédère (2018-2019). Zulk goed werk van zoveel onbekende namen. In de serie ‘Talenten in de luwte’ leren we deze kunstenaars beter kennen. Dit is deel 7: Eddy Sikma.

Dik ingepakt opent de Friese expressionist Eddy Sikma (1957) de voordeur: vilten hoed, minstens vijf lagen kleren over elkaar, de volle baard op winterlengte. Hij is in en om het huis aan het werk, want de hele inboedel wordt binnenkort overgebracht naar een nieuw adres. Na 26 jaar moet hij zijn woning aan het Cambuursterpad in Leeuwarden verlaten. Het sympathieke wijkje uit 1920 gaat tegen de vlakte. Sikma zal er geen traan om laten, want de straat voor het huis is de laatste jaren een lawaaiige doorgaande route geworden. Hij is wel toe aan wat rust. Bovendien staat zijn nieuwe woning in de Hollanderwijk, ‘het enige arbeiderswijkje in Friesland dat tot rijksmonument benoemd is’. Voor de in architectuur geïnteresseerde kunstenaar is dat geen slechte ruil.

 

‘Al zet je duizend schilderijen op een rijtje, vanwege het expressieve kleurgebruik haal je die van mij er direct uit.’

 

Waterbeelden
De schilderijen en tekenmappen heeft hij in dikke rijen tegen de muur gezet. Midden in de woonkamer staan twee schildersezels die niet alleen kleurige landschappen dragen maar ook als kapstok dienen voor zijn verfbaretten. Op weg naar tafel en stoel moeten we nog wat slalommen langs plastic zakken vol penselen en verfpotten met acryl. ‘Ik heb je gewaarschuwd’, zegt hij, ‘het is hier een rommeltje’. Klopt, maar ik wilde graag de kans hebben om nog even rond te kijken in de ruimte waar hij al die jaren heeft gewerkt.

Sikma heeft altijd in Leeuwarden gewoond. Hij groeide op aan de Emmakade. ‘Dat was rond het begin van de jaren vijftig nog een druk bevaren water, want de fabrieken daar werden bevoorraad door schepen. Als kleuter heb ik daar veel tijd doorgebracht, ik vond het prachtig, raakte niet uitgekeken. Dat is altijd zo gebleven. Mijn ouders hadden me aan een touw vastgelegd, zodat ik niet in het water zou vallen.’

Tegen deze achtergrond is het niet vreemd dat in het werk van Sikma scheepvaart, havens en waterrijke gebieden een veel voorkomend thema zijn. Het is ook best passend dat hij al decennialang vertegenwoordigd wordt door Galerie De Vis in Harlingen, dat aan een botenrijke gracht gevestigd is. Hij exposeerde er zijn expressionistische schilderijen voor het eerst in 1987.

 

Kubisme wordt realisme
Sikma volgde een opleiding voor tekenleraar, gaf zo’n tien jaar les aan een middelbare school en onderwijst nu alleen nog gevorderde amateurs, een middag in de week. ‘De basis van mijn kunstenaarschap is gelegd op die opleiding, maar kunstenaar ben ik geworden op eigen kracht. Ik heb natuurlijk mijn grote voorbeelden, zoals Jean Bazaine van de École de Paris, De Ploeg en de Friese expressionisten van Yn ‘e line, maar uiteindelijk moet je wel zelf je weg weten te vinden. Dat ik te boek sta als een autodidact is dus eigenlijk wel en niet waar.’

Het vroege werk van Sikma omschrijft hijzelf als ‘enigszins kubistisch’. Zijn havens en landschappen zijn opgebouwd uit met losse hand geschilderde vlakken, cilindervormen, lijnstukken. Lekker wollig. De felle kleuren in acryl zijn naast elkaar op het doek gezet, waardoor zijn werk het karakter krijgt van een mozaïek – heel typerend voor Sikma’s handschrift. De figuratie schemert nog maar net door de abstractie heen. Daardoor krijgt het werk een soort algemene geldigheid. Als hij een haven schildert, dan kan die van Harlingen model gestaan hebben, maar het resultaat is een beeld van het fenomeen ‘haven’.

In later jaren wordt het werk realistischer. De abstracte vormen veranderen in duidelijk herkenbare kranen, schepen en schoorstenen. De kleuren echter zijn nog steeds even krachtig, het is bijna alsof de doeken licht geven. Maar nog steeds verwijst ook dat strakkere werk niet of nauwelijks naar bestaande situaties. En nu heeft zich onlangs een nieuwe verandering voorgedaan. Sikma is er van de zomer met ezel, doek en al op uitgetrokken om het landschap in De Alde Feanen ter plekke te schilderen. En plein air. Als een impressionist. Als je zou willen, kun je zelfs achterhalen waar het werk precies gemaakt is.

 

‘Ik heb onlangs voor het eerst realistisch geschilderd. En plein air, in de Alde Feanen. Benieuwd waar dat toe leidt.’

 

Voortdurende verandering
Sikma: ‘Als kunstenaar ben je voortdurend op zoek naar de manier waarop je je het best kunt uitdrukken en dat zoek je vaak in de vorm. Dat verandert niet van maandag op dinsdag, maar het is een geleidelijk proces. Door die verandering blijft het boeiend, ook voor jezelf. Vroeger werkte ik altijd op basis van schetsen: ik maakte een tekening van het buitendijkse wad bijvoorbeeld, nam die mee naar huis en transformeerde het idee daar in een schilderij. Dat had dan vaak met die oorspronkelijke tekening en met die specifieke plek nauwelijks nog iets te maken. Nu heb ik dus voor het eerst ter plekke geschilderd, naar de realiteit. Benieuwd waar dat toe leidt. Maar vraag me niet hoe ik op dit punt gekomen ben. Dat gaat buiten mij om.’

 

Herkenbaar uit duizenden
Toch is er ook iets hetzelfde gebleven in de decennialange schildersloopbaan van Sikma. Dat is zijn expressieve kleurgebruik, fel als dat van de Duitse expressionisten van honderd jaar geleden. ‘Dat hoort echt bij mij’, zegt hij. ‘Zet duizend schilderijen op een rijtje, vanwege die kleur haal je die van mij er direct uit.’ Hij wijst op een krachtig geel in een van zijn landschappen. ‘Dat is een combinatie van geel, oker, wit en gebroken wit. Zo maak ik al mijn kleuren: mengen. Zelfs het voor mij zo belangrijke ceruleumblauw bewerk ik. Je moet er echt wat voor doen om met kleur het goede licht in je werk te krijgen, het licht dat bij jou past. Wat ik ermee doe, maakt mijn werk heel herkenbaar.’

 

Topografische tekeningen
Misschien is het toch niet zo verwonderlijk dat Sikma realistischer is gaan schilderen. Het zat er altijd al in. Jarenlang maakte hij voor het Gemeentearchief Leeuwarden en later het Historisch Centrum Leeuwarden topografische tekeningen. Huisjes, straatjes, het Zaailand tijdens de bouw van de parkeerkelder… In gewassen inkt of met de watervaste viltpen legde Sikma de veranderingen in de stad vast. ‘Ik kreeg dan een telefoontje van de topografische dienst over een gebouw dat gesloopt zou worden en daar moest ik dan een tekening van maken. Documentair werk, realistisch, ik heb het jaren gedaan. Best mooi om te doen. Dat werk is helaas wegbezuinigd. Wat ik maar zeggen wil: ik heb dus ook wel aardigheid in het tekenen naar de werkelijkheid.’

Kategory
Tags

Gjin tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels