Iedereen moet weten dat er iemand bestaat die zich ‘Grond’ noemt

DIRK VAN GINKEL – 

Waar je ook kijkt in Leeuwarden, overal – op elektriciteitshuisjes, bruggen, schuttingen, muren, zelfs op de deuren van particulieren – zie je tags en pieces van een graffitikunstenaar die zich ‘Grond’ noemt. Wie is hij, wat doet hij, wat wil hij? En wat moeten wij daar vervolgens mee?

Het is oppassen geblazen in de verlaten vleesfabriek. Er liggen overal glasscherven, onbruikbare bouwmaterialen en losgerukte koperen leidingen. Voor je het weet maak je een smak. Ik merk dat ik de hele tijd naar de vloer loop te loeren om dat te voorkomen, terwijl er op de muren juist zoveel te zien is.

Nadat we ons een paar minuten eerder tussen twee nauwelijks zichtbaar uiteengebogen hekspijlen hebben doorgewurmd en snel over het rommelige buitenterrein zijn gelopen, laat graffitikunstenaar Grond me de vleesfabriek van binnen zien. Althans, wat er van over is. Hij kent deze plek goed, want hij heeft er samen met een stel vrienden een tijd gewoond. En hij voelt er zich thuis. Op het dak van het gebouw staat al geruime tijd zijn naam groot afgebeeld, samen met die van zijn vriend Burka. Het lijkt alsof ze met dit ‘bedrijfslogo’ de fabriek in bezit genomen hebben.

‘Toen wij hier kwamen, lagen overal nog botten en zakken bloed en het stonk verschrikkelijk. Er hing een echte kadaverlucht. Hoewel dat me inspireerde tot een hele reeks tekeningen over dood en verderf, hebben we al die troep toch maar opgeruimd en na een tijdje was het goed te doen. Na ons kwamen er jongeren die de boel hebben gesloopt en hier en daar brand hebben gesticht. Dat hebben wij niet op ons geweten. Je hebt jezelf ermee als je de plek vernielt waar je woont. Wat we wel hebben gedaan, is eindeloos veel oefenen op de muren. Er zijn verschillende spuittechnieken, die hebben we hier uitgeprobeerd. We hebben best goeie pieces gemaakt in deze fabriek.’

Terwijl we verder lopen, op weg naar werk van Grond zelf, loopt hij wat in zichzelf te mopperen. In plaats van de boel zo te laten verslonzen, zou de gemeente alles op moeten ruimen en de gebouwen openstellen tijdens evenementen als de atelierroute. ‘Kwaliteit genoeg. En het geeft toch een tijdsbeeld van de stad.’ Hij vindt ook dat industrieterreinen vrijgegeven zouden moeten worden voor graffiti. ‘Dat zijn vaak zulke lelijke plekken, die zouden er erg van opknappen als wij er mochten werken.’

Grond is aarde, de wereld, daar komt het allemaal vandaan. Grond is bovendien een begrip waar je heel veel kanten mee op kan, je kunt er eindeloos op associëren. Daarom is het een goede naam

Spanning
Zes jaar geleden is Grond begonnen met graffiti. Voor die tijd was hij vooral aan het tekenen en schilderen.

‘Dat doe ik nog steeds hoor, maar alleen om aan mijn techniek en vormentaal te schaven. Mijn voornaamste bezigheid is spuiten. Dat is veel dynamischer dan schilderen. Je bent in de stad bezig en niet op je kamertje, het is illegaal en dus is er veel spanning, er is enige onderlinge competitie, de dingen die je gemaakt hebt zijn er op het ene moment nog wel en het andere moment niet meer – ze zijn dan schoongemaakt of overgespoten. Wat voor mij naast die spanning ook heel belangrijk is: je bent zo zichtbaar. Schilderijen hangen misschien eens per jaar een paar weken in een galerie en worden daar door een handjevol mensen bekeken. Mijn werk wordt soms door honderden mensen per uur gezien. Dat is echt een kwaliteit van graffiti. Als je daaraan denkt, is het eigenlijk zonde van de moeite om te schilderen. Je wilt toch gezien worden en daardoor iets losmaken bij mensen. Nadeel van spuiten is alleen dat het nog duurder is dan olieverf en doek. Ik moet er dus wel voor werken.’

Ruzie en Burka
Als kind reisde Grond met zijn ouders een paar keer per jaar richting Zwolle, naar de caravan. Onderweg zag hij op de meest onmogelijke plekken tags van de graffitikunstenaar Same. ‘Ik kon toen niet begrijpen hoe zo’n naam zo vaak vermeld kon worden op zulke ver uiteen liggende plaatsen. Dat hield me wel bezig.’ Later raakte hij gefascineerd door de Leeuwarder graffitikunstenaar Ruzie. ‘Die heeft me erg geïnspireerd. Van zijn stijl heb ik niets overgenomen, van zijn motivatie wel. Hij heeft niet alleen heel veel gedaan in de stad, hij heeft mij ook geleerd hoe breed de mogelijkheden zijn binnen graffiti.’

Wat drijft Grond om zijn tags en pieces te plaatsen op elektriciteitshuisjes, bruggen, schuttingen, bedrijfsgebouwen en zelfs voordeuren?

‘Ik wil dat iedereen in Leeuwarden weet dat er iemand bestaat die zich “Grond” noemt. Waarom weet ik niet precies, ’t is gewoon zo. Dat doel heb ik nu wel bereikt naar mijn gevoel. Nu ga ik proberen aan die naam een soort mythe toe te voegen. Dat is al begonnen met de keuze van mijn schuilnaam. Vroeger zat ik altijd in de grond te wroeten, naar de beestjes en plantjes te kijken die erin leefden. Grond is aarde, de wereld, daar komt het allemaal vandaan. Het is ook de voedingsbodem van onkruid, dat net zo onuitroeibaar is als graffiti.

‘Grond is bovendien een begrip waar je heel veel kanten mee op kan, het heeft een hele batterij aan associaties. Daarom is het een goede naam. Als mensen die naam een paar keer op een dag tegenkomen in hun straatje, gaan ze er toch over nadenken: wat betekent dat, wat wil diegene die dat overal op spuit? Dat vind ik prachtig. Dat geldt ook voor namen als Ruzie en Burka. Het maakt dat mensen op zoek gaan naar betekenis, ze verwonderen zich. Het zorgt ervoor dat ze niet in een halfslaap naar hun werk fietsen en terug. We maken de mensen een beetje wakker.’

Zelfs diegenen die vertrouwd zijn met het werk van Grond zet hij nog wel eens aan het denken doordat hij variaties aanbrengt op de naam. Hij maakt er dan “V.D. Grond” van of “Grondroman”.

‘Het werkt. Jij hebt het gezien en je bent je gaan afvragen wat daar aan de hand is en dus zal dat anderen ook overkomen. Prima toch? Ik beschouw “V.D. Grond” als mijn naam en “Grond” als mijn roepnaam. Dat is de basis van waaruit ik kan variëren.’

Schilderijen hangen misschien eens per jaar een paar weken in een galerie en worden daar door een handjevol mensen bekeken. Mijn werk wordt soms door honderden mensen per uur gezien. Zichtbaarheid is echt een kwaliteit van graffiti

Harlingen-Leeuwarden-Groningen
Na ons bezoek aan de vleesfabriek gaan we naar een ander industrieterrein, langs het spoor. Opnieuw kruipen we tussen twee hekspijlen door. Terwijl ik m’n adem inhoud – in de graffitiwereld kun je maar beter graatmager zijn – hoop ik van harte dat er geen grote hond aankomt of een bewaker.

‘Hier heb ik een paar grote tags gemaakt, misschien kun je ze beter pieces of logo’s noemen. Ik ben hier heel tevreden over. Ik heb ze ’s nachts gezet, uiteraard zonder medeweten van de eigenaar. En zonder licht. ’s Nachts kun je niet met elke willekeurige spuitbus aan de gang. Je moet verf gebruiken die licht geeft. Je moet jezelf namelijk op deze manier bijlichten, want op heel veel van dit soort plekken zijn geen straatlantaarns. En je neemt zelf geen verlichting mee, want op bedrijfsterreinen wordt redelijk goed gesurveilleerd door de politie. Die kom je liever niet tegen. Dat levert alleen maar boetes en taakstraffen op en bovendien is je anonimiteit naar de ratsmodee.’

Door zijn ervaring heeft Grond er inmiddels een heel goed idee van hoe het werk dat hij midden in de nacht maakt er overdag uitziet.

‘Soms is het mooier dan je gedacht had, soms zie je foutjes. Maar ik breng nooit verbeteringen aan. Dit soort werk maak je in één keer.’

Straks, als in de herfst de bomen kaal zijn, is de graffiti op dit bedrijfsterrein goed te zien vanuit de trein. Maar het zal niet bij deze plek blijven, als het aan Grond ligt.

‘Ik ben van plan om langs het hele spoortraject Harlingen-Leeuwarden-Groningen een massa tags en pieces te hebben staan. Op muren, perrons, bedrijfsgebouwen, noem maar op. Het zijn plekken waar je werk zo’n beetje blijvend zichtbaar is. Ik denk dan wel eens aan al die kinderen die dat onderweg zullen zien, net als ik vroeger overal tags van Same zag. Wie weet worden ze daar dan net zo door geboeid als ik destijds. Dat zou ik heel mooi vinden.’

Halls of Fame
Werk van Grond zul je niet vaak aantreffen op de Leeuwardense ‘Halls of Fame’, de door de gemeente ingestelde gedoogplekken voor graffiti.

‘De echte uitdaging van de graffitikunstenaar’, zegt Grond, ‘is om in een zo kort mogelijke tijd op een zo zichtbaar mogelijke plaats, liefst illegaal, een zo goed mogelijk ding te maken. Je overweegt bij de keuze van de plekken of je daar, met jouw techniek en in jouw stadium van ontwikkeling, iets kunt maken wat jij goed genoeg vindt. Bij zo’n Hall of Fame kun je eindeloos gaan zitten punniken aan het beeld waar je aan werkt. Dat heeft, hoe goed de resultaten misschien ook zijn, met graffiti niks te maken. Die Halls of Fame stimuleren ook de onderlinge competitie en de creativiteit niet. Ze halen de angel uit wat een actieve subcultuur hoort te zijn. Dus nee, werk van mij zul je daar niet vaak zien.’

Wel overal elders, zelfs ook op een voordeur in de binnenstad. Kan dat nog wel door de beugel?

‘Het is toch maar een voordeur? Wie hecht zich nou aan een voordeur? Dat zou toch wel een beetje raar wezen. Bovendien is het een voordeur in de binnenstad, in de anonieme publieke ruimte, en daarmee is het ook mijn voordeur. Als die voordeur echt iemand aan het hart zou gaan, dan zou die persoon er wel voor zorgen dat die er ook mooi uitzag. Dat doet ie niet. Maar je hebt daar wel een punt, graffiti-spuiters hanteren regels voor dit soort dingen: op een normaal huis van een particulier zul je geen graffiti aantreffen.’

De Halls of Fame, de graffiti-gedoogplekken van de gemeente, stimuleren de onderlinge competitie en de creativiteit niet. Ze halen de angel uit wat een actieve subcultuur hoort te zijn. Werk van mij zul je daar niet vaak zien

Mythe
We rijden de stad uit en stoppen bij een viaduct waar ook nog tags en pieces van Grond te zien zijn. Hij zegt zich te verheugen op voltooiing van de Haak rond Leeuwarden. Al die nieuwe viaducten zijn immers evenzovele prachtplekken om te werken.

Maar hij heeft iets belangrijkers om te laten zien: de mythe die hij aan de naam Grond wil toevoegen. In de stad, om de hoek bij de Academie voor Popcultuur, staat een grote schutting met daarop een werk dat nogal afwijkt van de andere tags en pieces die ik van hem gezien heb. Dat Grond, anders dan veel van zijn collega’s, een voorkeur heeft voor beeld in plaats van typografie, was me al duidelijk. Hij heeft de letters van zijn naam zo vervormd dat je van typografie nauwelijks meer kunt spreken. Maar dat hij ook poppetjes aan zijn pieces koppelt, dat zie ik nu voor het eerst. Waar komen die vandaan?

Grond vertelt over de drug DMT, een middel dat al lange tijd bekend is bij Zuid-Amerikaanse indianenvolken en in de tweede helft van de vorige eeuw populair werd in de westerse wereld. Met DMT zou je toegang krijgen tot ‘een andere dimensie’.

‘Dat is ook zo’, zegt Grond. ‘In elk geval tot een werkelijkheid achter de werkelijkheid van alledag. Ik heb daar van alles gezien en meegemaakt en nu ben ik aan het uitzoeken hoe ik die ervaringen allemaal in een redelijk simpele vorm kan vatten. Dat poppetje, een “entiteit” noemen we dat, is daar als het ware de verbeelding van. Iedereen die DMT gebruikt, ziet zulke wezentjes en dit is de mijne. Ik hoop dat mensen nu weer verrast zullen zijn en zich van sommige zaken bewuster willen worden. Dit is de eerste, maar zeker niet de laatste entiteit die ik de komende tijd in de stad zal spuiten.’

Maar voor vannacht staat er wat anders op het programma.

‘Er is de laatste weken veel schoongemaakt door de gemeente. Hoogste tijd om te gaan “bomben”: hele wijken vol zetten met tags. Heb ik echt even zin in.’

Comments
2 reaksjes oan “Iedereen moet weten dat er iemand bestaat die zich ‘Grond’ noemt”
  1. G schreef:

    Beste Grond,

    Quote uit het interview:

    ‘Het is toch maar een voordeur? Wie hecht zich nou aan een voordeur? Dat zou toch wel een beetje raar wezen. Bovendien is het een voordeur in de binnenstad, in de anonieme publieke ruimte, en daarmee is het ook mijn voordeur. Als die voordeur echt iemand aan het hart zou gaan, dan zou die persoon er wel voor zorgen dat die er ook mooi uitzag. Dat doet ie niet. Maar je hebt daar wel een punt, graffiti-spuiters hanteren regels voor dit soort dingen: op een normaal huis van een particulier zul je geen graffiti aantreffen.’

    Vorige week heb je een tag aangebracht op het pand van particulieren, waar wij wonen. In de binnenstad. En ook nog eens terwijl we hetgeen jij hebt getagged deze zomer net mooi hebben gemaakt. Omdat we om ons historishce pand geven. Ons eigendom is niet publiek eigendom omdat het in de binnenstad staat, maar daar kunnen we best eens over discussieren onder het genot van een bakje koffie.

    We zien je van de week wel verschijnen met een rollertje en blik ‘oud-groen’. Je weet vast wel waar je moet zijn. Wees een kerel, herstel ons pand. Herstel de regels die jullie spuiters onderling hanteren.

    Ons mailadres kan je verkrijgen via de eigenaren van deze site..

    Vr.gr.

  2. Alie Terpstra schreef:

    Mooi artikel! Super om de achterliggende intentie te lezen.. dat is ook te voelen in de kunstwerken.. ik kom er al jaren heel vaak langs, en zie steeds meer versies. Mij heeft het enorm geïnspireerd om meer mezelf te zijn en op avontuur te gaan. Dankjewel daarvoor. en los daarvan zijn het gewoon prachtig mooie kunstwerken wow… Ik probeer zoveel mogelijk te fotograferen en op Instagram te delen dat nog meer mensen het kunnen zien 😁

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.