fotografy: Dirk van Ginkel

Het wonder van het maken

DIRK VAN GINKEL – 

Friesland kent veel kunstenaars die in alle stilte en afzondering hun werk doen. Dat bleek wel uit de overzichtstentoonstelling Frysk in Museum Belvédère (2018-2019). Zulk goed werk van zoveel onbekende namen. ‘de Moanne’ start de serie ‘Talenten in de luwte’ om deze kunstenaars beter te leren kennen. Dit is Deel 1: Bartle Laverman.

Met zijn lange haar en baard lijkt hij op een oud-testamentische verschijning, maar dan wel een van het vrolijke soort. De dichter en kunstenaar Bartle Laverman, gekleed in een wijde rode kiel en linnen broek, ontvangt zijn bezoek met uitnodigende gebaren op het erf van zijn boerderij in Offingawier. We lopen direct naar zijn atelier waar de heldere gelen, blauwen en groenen direct in het oog springen. Zijn werk, dat onder andere is gepubliceerd in zijn dichtbundel ‘In echte Fries’, is heel herkenbaar. Het zijn alledaagse tafereeltjes: vaak interieurs met een tafel waarop wat visjes, brood, wijn, een mes en uitzicht op zee. Ze zijn op een vrolijke en speelse manier geschilderd, zonder veel aandacht voor ‘hoe het hoort’. Maar altijd wel met een Piet Paaltjens-effect. Bij alle luchtige anekdotiek is er steeds ergens iets dat duidt op onheil.

 

‘Het wonder van het maken. Een hele tijd is er niks, dan doe je wat en dan is er opeens een schilderij. Daar heb ik plezier van.’

 

Weerbaarheid
Laverman is een duizendpoot. Hij is pedagoog, dichter, kunstschilder, was ooit redactielid van literair tijdschrift Trotwaer, docent filosofie, galeriehouder, curator, biologisch boer, bouwvakker en tuinwerker. Sinds zijn pensionering in 2011 is hij serieus met schilderen aan de gang, voordien moest dat tussen de bedrijven door gebeuren.

In de kunstwereld is hij bekend geworden als docent kunsttheorie aan Academie Minerva, een post die hij twintig jaar bekleedde. Hij leerde vele tientallen studenten om zich innerlijk te wapenen tegen kunstkritieken.

‘Als kunstenaar ben je heel kwetsbaar. Je stelt je ziel open aan kritische blikken. Dat is griezelig, want het kunstklimaat kan heel hard zijn. Ik heb studenten geleerd om zich te realiseren dat kunstcritici hun stukken schrijven vanuit een bepaald perspectief: een verzameling voorgekookte opvattingen die ze over het werk van een ander leggen. Als je het met dat perspectief eens bent, kun je er je voordeel mee doen. Ben je dat niet, dan kun je de mening van de recensent weliswaar respecteren, maar ook naast je neerleggen. Ik vind het heel belangrijk dat jonge studenten kunstkritieken leren lezen en een zekere weerbaarheid en geloof in eigen kunnen meekrijgen. En ja’, zegt hij grinnikend, ‘ik heb er als dichter en kunstenaar zelf ook wat aan.’

 

Gelaagdheid
Lavermans schilderijen staan in rijtjes tegen de muur van zijn atelier. Ze zijn makkelijk naar onderwerp in te delen. Zo is er een serie waarin de Halligen centraal staan: kleine eilandjes voor de Noord-Duitse kunst – meestal niet meer dan een weiland met een enkel boerderijtje en wat koeien – waar het flink kan spoken. ‘Ik vind het fascinerend dat je daar durft te wonen’. Dan zijn er de schilderijen waarin het huiselijk interieur de hoofdrol speelt. De laatste tijd schildert Laverman vooral vogels. ‘Dat onderwerp diende zich zomaar aan’. Ze zitten vaak druk te kwetteren op zijn doeken. Maar je weet nooit waarom ze dat doen. Misschien hebben ze het naar hun zin, voor hetzelfde geld waarschuwen ze voor gevaar of zijn het mannetjes die in de broedtijd niet aan de bak gekomen zijn en nu wanhopig de aandacht proberen te trekken van een nog ergens rondzwervend vrouwtje. Al zingend attenderen ze ondertussen roofvogels op hun aanwezigheid. Ook hier is er de verborgen dreiging.

‘Mijn werk wordt anekdotisch genoemd’, zegt Laverman. ‘Dat vind ik helemaal niet. Er is altijd een zekere gelaagdheid: een verhaal achter het verhaal. Misschien komt het door mijn stijl. Die heeft iets kinderlijks, de kleuren zijn vaak vrolijk maar raar, het perspectief klopt van geen kanten… Kijk, ik had een 10 voor perspectief op mijn LO-Akte Tekenen, ik weet heus wel hoe het moet, maar ik vind dat totaal onbelangrijk. Ik heb er ook geen zin in om het anders te doen. Als het klopt, is het saai.’

 

‘Mijn stijl heeft iets kinderlijks. De kleuren zijn vaak vrolijk maar raar en het perspectief klopt van geen kanten…’

 

Werkwijze
Lavermans manier van werken is bijzonder en heeft net als zijn stijl ook wel iets spontaans en kinderlijks. ‘Ik ben zo klaar met een schilderij, een uurtje en het is gepiept. Ik maak eerst kleine tekeningetjes en als ik zin krijg om daar een schilderij van te maken, dan doe ik dat. Dan teken ik zo’n schetsje groot na op het canvas en dan ga ik het inkleuren. Het wordt vanzelf wat. Toeval speelt daarbij wel een rol. Bij mijn laatste schilderij heb ik aan weerskanten bomen geschilderd. Het is daardoor net alsof je door een venster de tuin in kijkt. Die begrenzing geeft het ook iets van een middeleeuwse miniatuur, vind ik. Enfin, die bomen waren toevallig groen. Voor de achtergrond had ik eerst ook groen gekozen, maar dat bleek wat te veel van het goede. Dus dat heb ik overgeschilderd, in dit geval met paars, want die tube had ik net gekocht. En dan denk ik, als ik het resultaat zie: goh, wat leuk. Ja, zo gaat dat hier. Het is het wonder van het maken. Dat fascineert me. Een hele tijd is er niks, dan doe je wat en dan is er opeens een schilderij. Daar heb ik plezier van.’

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.