The Grand Budapest Hotel

NIELS LAHUIS –

Vrijwel al zijn werk wordt overladen met lyrische recensies. En toch lijkt Wes Anderson, ondanks die enorme druk, telkens weer een stap beter te worden. Met zijn nieuwste film, The Grand Budapest Hotel, weet de perfectionistische regisseur zichzelf opnieuw te overtreffen. Zijn totaal eigen wereld is ditmaal gesitueerd in het Oost-Europese landje Zubrowka. Hoog in de bergen van het plaatsje Nebelsbad staat het karakteristieke hotel dat de naam van de film draagt.

Het hotel wordt geleidt door de charismatische conciërge Monsieur Gustave, briljant neergezet door Ralph Fiennes. De man is uiterst professioneel en houdt de wensen van elke gast nauwkeurig in de gaten. Nieuwkomer Tony Revolori speelt de rol van zijn scherpe protegé Zero, terwijl diens oudere zelf (een rol van F. Murray Abraham) het verhaal van de twee vertelt. Dat verhaal zet de film in volle gang wanneer de rijke aristocrate Madame D. dood wordt aangetroffen in haar huis. Haar ‘minnaar’ Monsieur Gustave, die zijn voorkeur voor rijke, oudere vrouwen niet onder stoelen of banken steekt, wordt aangewezen als erfgenaam van een kostbaar schilderij. De familie, onder leiding van zoonlief Dmitri (Adrien Brody), is het er alleen niet mee eens en al gauw wordt de conciërge aangewezen als hoofdverdachte.

Het zijn de snelle, gevatte dialogen, het schitterende decor en de kleine momenten tussendoor, die van The Grand Budapest Hotel een hoogtepunt maken in het oeuvre van de 45-jarige regisseur.

Vanaf dat moment vindt het verhaal in rap tempo plaats. Ondanks een weinig indrukwekkende ontsnappingspoging (rennen is niet altijd de beste oplossing), wordt Monsieur Gustave opgepakt en achter de tralies gezet. Al snel neemt hij ook in de gevangenis zijn rol als conciërge erg serieus, terwijl Zero en zijn geliefde Agatha ondertussen verwoede pogingen doen om hem weer terug in het hotel te krijgen. Hetzelfde hotel dat intussen door een staatsgreep in het kleine Zubrowka, overgenomen is door het vijandige leger.

Het zijn de snelle, gevatte dialogen, het schitterende decor en de kleine (maar erg humoristische) momenten tussendoor, die van The Grand Budapest Hotel een hoogtepunt maken in het oeuvre van de 45-jarige regisseur. Ook de imposante sterrencast, bijna gebruikelijk in de films van Anderson, ontbreekt niet in deze film. De inmiddels vertrouwde namen als Bill Murray, Owen Wilson, Jeff Goldblum en Willem Dafoe komen voorbij, en ook Edward Norton en James Bond slechterik Mathieu Amalric zijn sterk aanwezig.

Maar al die grote namen zouden niks zijn als de film niet het oog voor detail van de regisseur zou hebben. Het is tot in de puntjes uitgewerkt; de bijna grimmige straten van het plaatsje Nebelsbad, de decoraties in het hotel en de perfect afgestemde muziek van Alexandre Desplat maken van The Grand Budapest Hotel een absoluut meesterwerk. Ook de moeite waard: de bijbehorende toeristische website over Zubrowka.

The Grand Budapest Hotel is de komende week te zien bij Slieker Film in Leeuwarden.