Fries Mediafonds is te exclusief

RICHARD DE BOER – 

Het was opbeurend nieuws voor de mediasector, een jaar geleden. Het Friese provinciebestuur ging zich ontfermen over de noodlijdende regiojournalistiek door als eerste en vooralsnog enige provincie in Nederland een eigen mediafonds in het leven te roepen. Tot en met 2015 stelt Fryslân hiervoor jaarlijks een ton beschikbaar, waarvan 70% bestemd is voor innovatieve mediaprojecten en 30% voor onderzoeksjournalistiek.

Dat is uiteraard een verdienstelijk gebaar in een tijd waarin ontslaggolven en bezuinigingen de regionale dagbladen en omroepen teisteren, krantenoplages in een vrije val zijn geraakt en verdienmodellen in de digitale wereld zich nog moeten bewijzen – of zelfs nog moeten worden uitgevonden.

 

Paradoxaal genoeg wil het provinciebestuur de pluriformiteit van het Friese medialandschap ondersteunen met een fonds dat het leeuwendeel van de Friese media buitensluit.

 

Evengoed is de oogst van het eerste jaar opvallend mager. In de eerste ronde (voorjaar 2013) honoreerde het provinciebestuur, daarbij geadviseerd door een commissie onder voorzitterschap van CDA-politicus Joop Atsma, slechts twee van de zeventien aanvragen. Een dikke 57% van het budget bleef onbesteed. Om die resterende euro’s voor 2013 toch te benutten werd in het najaar een extra aanvraagronde ingesteld, waarbij het budget royaal werd opgehoogd tot 70.000 euro. Maar ook nu was de opbrengst matig. Slechts drie van de vijftien inzendingen werden beloond en zo’n 47% van het budget bleef staan.

Gehonoreerd werd onder meer het familiebedrijf van Wout Gerstel GPTV voor het ontwikkelen van live-uitzendingen op sport- en cultuurgebied (à 28.500 euro) en een plan voor een ‘Business Class’-achtig tv-format (à 17.700 euro). Omrop Fryslân gaat een tweeluik maken over tuinarchitect Gerrit Vlaskamp (à 10.000 euro); het is maar wat je onder maatschappelijk relevante onderzoeksjournalistiek verstaat.

Ter contrast: Omrop Fryslân krijgt voor de komende twee jaar 600.000 euro van de provincie toegestopt om mediaproducties te maken rond de Culturele Hoofdstad. Maar wie o wie gaat de komende jaren Leeuwarden 2018 kritisch op de vingers kijken bij de miljoenenbestedingen in de stad? Toch niet de bloggende kunsthistoricus Huub Mous weer in z’n eentje, mag ik hopen?

Wat was er aan de hand met het hoge aantal afwijzingen? Het probleem daarmee ligt deels besloten in de criteria van het fonds. Alleen mediabedrijven die niet meer of minder dan de hele provincie als verspreidingsgebied hebben, mogen aanvragen indienen. Dat komt er in de praktijk op neer dat deze pot geld alleen bestemd is voor de Leeuwarder Courant, het Friesch Dagblad, Omrop Fryslân en GPTV. Paradoxaal genoeg wil het provinciebestuur de pluriformiteit van het Friese medialandschap ondersteunen met een fonds dat het leeuwendeel van de Friese media buitensluit.

Al in een opiniestuk van vorige zomer riep hoofdredacteur Gerard de Jong van de Bildtse Post de provincie op om bij het Fries Mediafonds ook lokale partijen te verwelkomen. Lokale media zijn als plankton, stelde De Jong: “Regionale en landelijke media voeden zich er regelmatig mee door er ideeën of verhalen uit te halen. Als er geen plankton meer is, lijdt de gehele journalistieke keten honger.”

Lokale media hebben een betrokken achterban en laten de thema’s die het mediafonds belangrijk vindt, zoals de kwaliteit van de leefomgeving en de regionale economie, niet links liggen. Om een voorbeeld te noemen, er is geen medium dat jarenlang zijn publiek zo op de hoogte heeft gehouden van elke manoeuvre rond de Harlinger afvaloven of de veerbootoorlog tussen Rederij Doeksen en EVT als de kleine onafhankelijke Harlinger Courant. De waarde van journalistiek op lokaal niveau wordt ook begrepen door de landelijke Vereniging van Onderzoeksjournalisten, die met regelmaat speciale trainingsdagen organiseert voor lokaal en regionaal spitwerk.

De provincie gaat dezer dagen de werking van het Fries Mediafonds tussentijds evalueren. Het is te hopen dat de conclusie luidt dat het fonds zijn blikveld gaat verruimen naar het lokale medialandschap, waar een levendig maar kwetsbaar amalgaam van kranten, nieuwsbladen, omroepen en websites onze provincie de hoogste mediadichtheid van het hele land bezorgt.

 

Zou het netto resultaat niet veel groter en effectiever zijn wanneer Fryslân, Groningen en Drenthe gezamenlijk geld inleggen voor een noordelijk mediafonds?

 

En misschien wil het fonds dan meteen nóg een stap verder gaan, want dat medialandschap gaat onvermijdelijk de komende jaren in heel Noord-Nederland veranderen. De gedeeltelijke samensmelting van de redacties van de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden is hiervan een voorbode. Regionale samenwerking tussen concullega’s lijkt het sleutelwoord voor de toekomst, en soms moet daarbij over de provinciegrenzen heen gekeken worden. Zie ook RTV Drenthe, die het vege lijf probeert te redden met toenaderingen tot partijen als Omrop Fryslân, RTV Noord en NDC Mediagroep.

Zou het netto resultaat dan ook niet veel groter en effectiever zijn wanneer Fryslân, Groningen en Drenthe gezamenlijk geld inleggen voor een noordelijk mediafonds? De mediasector schiet niet zoveel op met een subsidiepot voor het behoud van een viertal lang en breed gevestigde mediatitels in één provincie. Des te meer baat zal zij hebben van een fonds dat lokale en regionale media in de hele noordelijke regio uitdaagt om na te denken over innovatie, onderlinge samenwerking en diepgravend onderzoek – waar nodig medium– en provincie-overstijgend. Zo’n mediafonds onderkent de problemen en taakstellingen waar de regionale journalistiek op dit moment voor staat.

 

In het nieuwe nummer van de Moanne is er uitgebreid aandacht voor de actuele ontwikkelingen in de regiojournalistiek.

 

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.