Fleurich skaad

Publisearre op 27 juni 2014

MARRIT DE SCHIFFART – 

‘Er is niets mooier dan ’s ochtends mijn atelier binnenkomen en het ochtendlicht door één van mijn glaswerken te zien schijnen. Het spel van licht wat dan ontstaat, de gekleurde schaduwen op de vloer, dat is magisch.’ It is dúdlik: glêskeunstner Monique Verbruggen hâldt fan glês.

As ik it foarportaal fan it atelier ynkom, rin ik tsjin in skeind stik glês-yn-lead oan. Ut de grutte letters dy’t ‘Kûbaard’ foarmje docht bliken dat it om it úthingboerd fan It Mienskipshûs fan Kûbaard giet. Monique Verbruggen (1957) makke it yn opdracht fan Doarpsbelang. It wurk oerlibbe de lêste stoarm net. De striptekening fan glês-yn-lead – tekene troch doarpsgenoat Caspar Oosterbaan, eigener fan stripwinkel Aha yn Ljouwert – is dwers troch midden en moat reparearre wurde. Efkes fierder, yn it ljochte atelier mei fiif kowerútsjes en in geweldich útsjoch oer de greiden, leit noch mear reparaasjewurk. Verbruggen docht it graach. Al makket se it alderleafst nije, eigen, ûntwerpen.

Het moet niet zo zijn dat mensen zeggen: kijk dat raam nou eens. Wat dat betreft ben ik misschien meer een designer dan een kunstenaar.

Moai plakje hjir yn ‘keunstnersdoarp’ Kûbaard, wenje jo hjir al lang?
‘Ik woon nu zo’n 25 jaar in Kûbaard, waarvan vier jaar in dit pand. Toen de makelaar mij 25 jaar geleden een huisje aan de rand van Kûbaard liet zien, was ik op slag verliefd. Op het dorp, de straten en het huisje. Het uitzicht is fenomenaal. De makelaar liet me ook een huis zien in dat andere kunstenaarsdorp: Pingjum, maar daar had ik geen goed gevoel bij. Overigens, beide dorpen groeiden pas veel later uit tot die zogenoemde kunstenaarsdorpen. Het ging mij gewoon om een dorp op het platteland, ik wilde de zon zien opkomen en de ganzen zien vliegen.’

Wêr wennen jo dêrfoar?
‘Ik ben opgegroeid in Amsterdam. Daar studeerde ik ook Klassieke Dans aan de Theaterschool. Na mijn studie heb ik nog een poos in Amsterdam gewoond. In die tijd werkte ik als danser voor verschillende organisaties: KLM, Joop van den Ende en de Zuidelijke Toneelgroep Globe. Daarna heb ik nog even in Leeuwarden gewoond en gewerkt. Ik gaf balletles aan de Blauwe Stoep – het latere Parnas – en richtte samen met vijf andere dansdocenten Fel Pastel op. Met die groep kwamen we op scholen door de hele provincie. Toen zag ik pas echt hoe mooi Fryslân is, met als gevolg dat het buitenleven me nog meer trok. Daarna leefde ik een paar jaar op een boot. Dat was een bevrijding, want ik voelde me niet thuis in de Friese hoofdstad. Ik verwachtte van Leeuwarden hetzelfde als van Amsterdam, miste bijvoorbeeld dat de bibliotheek niet elke dag open was. Nu ik in een dorp woon, heb ik daar geen last meer van. Als de verwachtingen anders zijn, onderga je het blijkbaar anders. Het platteland heeft mijn hart gestolen.’

Fan dûns nei glês, hoe kaam dat sa?
‘Als klein meisje hield ik al van tekenen. Toen ik ouder werd, tekende ik nog steeds. Ik maakte vaak van die Keith Haring-achtige poppetjes en ontwierp ook altijd flyers voor Fel Pastel. Een vriend had al eens gezegd dat ik daar meer mee moest doen. Toen ik op een gegeven moment geen werk als danser meer had las ik een interview met broeder Aquino van Dijck uit Wolvega. Hij gaf aan dat hij het ambacht van glazenier over wilde brengen op jongeren. Ik dacht: dit is wat voor mij. Glazenier was misschien een uitstervend ras, maar ik wist zeker dat glaskunst weer in de mode zou komen. En dus meldde ik me met al mijn tekeningen bij broeder Aquino. Hij zei: Monique, God heeft de vrouw heel wat mooier geschapen dan dat jij ze tekent. Toch wil ik je als leerling aannemen.’

Er is niets mooier dan het spel van schaduwen wat dan ontstaat. Vroeger leerde je dat schaduwen duister zijn, maar dat is niet waar.

En? Kaam glêskeunst wer yn ‘e moade?
‘Absoluut, sterker nog, toen ik startte was er een soort van kentering gaande. In eerste instantie leek het er niet op, want na de opleiding kon ik nergens aan de slag. En dus begon ik voor mezelf. Dat is nu ruim twintig jaar geleden. Toen ik in het begin op een soort van ambachtelijke markt op de Schrans in Leeuwarden stond, voelde ik het: glaskunst wordt booming. De ene helft van de bezoekers vroeg of ik het glas-in-lood wilde kopen dat ze uit hun huis hadden gesloopt, maar de andere helft vroeg juist of ik glas-in-lood terug kon plaatsen. Vanaf dat moment heb ik altijd genoeg opdrachten gehad.’

Meitsje jo net leaver frij wurk?
‘Nee, ik vind het juist leuk om binnen een kader te werken. Ik geniet van de een-op-een-gesprekken met particulieren. Soms denk ik weleens dat ik meer een fascinatie voor mensen heb dan voor glas. Misschien is glas wel mijn taal. Een ontwerp moet passen bij de opdrachtgever, maar vooral ook bij het interieur. Het moet niet zo zijn dat mensen zeggen: kijk dat raam nou eens. Wat dat betreft ben ik misschien meer een designer dan een kunstenaar. Al maak ik tegenwoordig meer kunstzinnig werk dan voorheen. Zo ga ik volgend jaar aan de slag met een kerk en een professorenwoning in Franeker. En de afgelopen jaren werkte ik bijvoorbeeld mee aan projecten voor de Slachtemarathon. Voor de editie van 2012 maakte ik samen met Lambert Fortuin het Speelpaleis. Dat waren twee halve auto’s van 3,5 bij 2,50 meter. De binnenkant van de auto’s was beplakt met spiegels. Als een wandelaar daarin keek, leek het net of de ‘greide’ eindeloos ver was. Maar zat je in het middenstuk op het bankje, dan zat je juist in je eigen cocon. Daarnaast ontwierp ik een caleidoscoop van glas-in-lood.’

Hoe soenen jo jo eigen wurk omskriuwe?
‘In het begin begreep ik niet waarom die glas-in-lood-blokjes altijd zo recht moesten. Ik wilde het sierlijker maken, meer dansend. In mijn werk is dus vrijwel altijd beweging te vinden. Ik houd van dansende figuren. Daarnaast kijk ik altijd hoe het glas op de grond geprojecteerd wordt. Er is niets mooier dan het spel van schaduwen wat dan ontstaat. Vroeger leerde je dat schaduwen duister zijn, maar dat is niet waar.’

 

Monique Verbruggen makket al mear as tweintich jier glêskeunst. Se wurket mei ferskate techniken, lykas glês-yn-lead, brânskilderje, sânstrielje en fuusje. Mei har bedriuw Moglas leveret se oan partikulieren, tsjerken, skoallen en bedriuwen. Se docht ek reparaasjes en jout workshops. Der binne in soad keunstners dy’t har ynhiere fanwege har knowhow op it mêd fan glês. Mear ynformaasje: moglas.nl.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels