fotografy: Hanneke Heeremans

Een dag te vroeg, nee, vele jaren

ATTE JONGSTRA – 

1991, Amsterdam. Mijn roman Groente was net verschenen, ik ging het vieren met een filmvriendin in Café Welling achter het Concertgebouw. Tegen alle gebruik in was deze huiskamerachtige ruimte bijna leeg. Aan de bar zat één eenzame man, verder niemand aanwezig. Of ik wist ik wie dat was, vroeg ze. Nee dus. ‘Dat is Pieter Verhoeff.’

Die moest ik nodig spreken. Ze stelde me aan hem voor.

‘Atte Jongstra…’ zei Pieter. ‘Jou moest ik al eens ontmoeten.’

Met die reactie was de filmvriendin overbodig geworden. Zij verlaat hier het verhaal.

Pieter had net Groente gelezen, vertelde hij. ‘Vooral dat hoofdstuk over radijzen heeft me getroffen. Mooi dat je daar eerherstel voor eist.’

‘Ja,’ knikte ik. ‘Iemand moet het doen.’

Waarom ik hem wilde spreken? ‘Over je film Het teken van het beest. Je had bijna een acteur moeten casten om mijn pake te spelen.’

‘Huh… Pardon?’

In Pieters historische film schiet de anarchist IJe Wijkstra vier veldwachters dood. ‘Ook mijn pake de rijksveldwachter was opgeroepen om Wijkstra te arresteren, maar hij lag ziek in bed.’ Hoe die pake dan heette? ‘Atte Jongstra, zoals ik.’

‘Ja,’ zei Pieter. ‘Dat schept een band.’

Als ik het me goed herinner – we namen nogal in – hebben we het laatste glas op onze splinternieuwe vriendschap gedronken. Dat die zo lang goed zou blijven hadden we geen van tweeën kunnen weten.

 

‘Je bent een dag te vroeg.’

‘Ja,’ zei ik. ‘Kon niet wachten, sorry.’

 

Pieter, warm hart, groots verstand, humor om te lachen. Beide Friezen om útens, schept ook een band. Natuurlijk: Pieter was van Lemmer, ik een Wouden-grensgeval. We grepen onze drie maal à vier maal jaarlijkse etentjes aan om de memmetaal op te halen. Maar welke memmetaal? Waar ik vertelde waar ik stond (stie) zei Pieter sting. Stadsfries, Lemsters. Rinne, ronne, al die rare verschillen. Wij dichtten zulke diepe kloven zonder één keer met de ogen te knipperen, tot aan 2019 aan toe. Nog de laatste keer dat ik met hem sprak – opnieuw aan een bar te Amsterdam.

Sting’ zei Pieter weer.

‘Weet je Pieter? Ik heb stie maar afgeschaft. Tegenwoordig zeg ik zelf ook sting als ik stond bedoel.’

Pieter was weer eens jarig. Daar had hij een jaarlijkse gewoonte van gemaakt. Feestje bij hem thuis. Ik tramde derwaarts. Trof echtgenote Hanneke aan de deur.

‘Je bent een dag te vroeg.’

‘Ja,’ zei ik. ‘Kon niet wachten, sorry.’

Dit moet al in de nieuwe eeuw zijn geweest. Pieter werd vijf- of zesenzeventig, in het jaar dat ik zijn verjaardag twee keer vierde. ‘Op deze manier word ik in één keer twee jaar ouder,’ zei Pieter. ‘Da’s te snel. Ik moet nog zoveel doen.’

Zoveel nog doen, en zo veel al gedaan. Begin 2019 mailde ik hem voor een afspraak. Per ommegaande antwoord: ‘Zit in Amerika, voor een nieuw project. Maar kom nou eindelijk eens eten met je nieuwe vriendin.’

’t Werd toch eerst weer eten/drinken aan een bar. Gezellig, hartopheffend, geestverruimend als vanouds. Met de wetenschap van nu (Pieter dood) herinner ik mij plotseling dat ik in zijn aanzijn toen iets ouds ontdekte – voor het eerst. Iets neusoptrekkends, mond iets vaker open. Alsof zijn bril steeds wilde zakken. Geen moment gedacht dat hem iets mankeerde. Gewoon een held op leeftijd. Hij leek wel eeuwig jong

Pieter. We scheelden zestien jaar, maar nooit iets vaderlijks aan hem ontdekt. We waren gewoon – noem dat maar ‘gewoon’ – vrienden. Ik heb gesnikt toen ik hoorde van zijn dood.

Comments
Ien reaksje oan “Een dag te vroeg, nee, vele jaren”
  1. dalstra, koos schreef:

    moai ferhael, Atte Jongstra.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.