Meubels. Zegelringen. Heimwee.

JAAP KROL – 

Marjolijn van Heemstra (1981) is theatermaakster, dichteres en medewerkster van NRC en Trouw. Ze is – dat moge geen verwondering wekken – familie van Feijo Schelto Sixma Baron van Heemstra, oftewel Homme Eernstma, die in Friese literaire kringen bescheiden succes genoot met zijn indertijd (1963) omstreden roman Leafdedea.

De laatste Aedema is van Heemstra’s romandebuut, een boek tegen het vergeten. Althans, zo kun je de neergang van deze oude familie lezen. Hoofdpersoon Loina barones van Aedema is de jongste en laatste telg uit een geslacht dat zo’n duizend jaar teruggaat – tot 1023 – en vrijwel alle generaties in Noordoost-Friesland heeft gewoond. In de vrouwelijke lijn is ze Loina nummer tweeëndertig. Dit getal heeft niet echt veel betekenis, maar binnen het brede palet aan schilderijen, serviezen, bestek en hoffelijke omgangsvormen – kortom: de traditie – dient natuurlijk elk feit geboekstaafd te worden. Loina is zich dan ook nadrukkelijk bewust van haar bijzondere positie. Enigszins tegen wil en dank beweegt ze zich tussen haar adellijke leeftijdsgenoten (zo is ze lid van het dispuut JAVU, ‘Jonge Adel Verenigt U’), heeft ze een jonkherig vriendje en woont ze op de zolderetage van het grote huis in Rotterdam dat haar grootvader na zijn overlijden nagelaten heeft. De laatste Loina heeft namelijk haar ouders op zeer jonge leeftijd verloren bij een verkeersongeluk. Tragisch natuurlijk, maar binnen de familiare context ook weer niet zeldzaam vreemd, aangezien oom Tikkie een kinderarm had en tante Schoor ‘een kaak zo groot als haar middenrif.’

De lange en unieke familiegeschiedenis is in de vorm van talloze beenderen en schedels  bewaard gebleven in de grafkelder van de kerk te ‘Oendijk’. Hier woont Fluit, de archivaris van de familie. Een oude man, die niets liever wil dan het raadsel oplossen. De beenderen van overgrootmoeder Loina, de moeder van grootvader, ontbreken namelijk. Eigenlijk weet de familie niet meer dan dat ze Friesland in 1929 ‘zomaar’ verliet om nooit meer terug te keren. Daar is tenminste in kleine kring altijd op gespeculeerd – officieel is overgrootmoeder bezweken aan de bof. Voor overgrootvader destijds reden om naar Rotterdam te vertrekken.

Het verhaal van de overgrootmoeder Loina is eigenlijk onwaarschijnlijk: aangestoken door het verlangen groot menselijk te willen ‘ontwaken’, liet ze huis en haard achter om in het verre India in de leer te gaan bij Krishnamurti, een spiritueel leraar met veel aanzien in theosofische kringen. Het spoor dat haar achterkleindochter ontdekt, leidt via vergeelde  brieven en oude foto’s naar de laatste getuigen. Als blijkt dat overgrootmoeders pleegzoon Ramesh nog leeft, lijkt de persoonlijk gevoelde verwantschap van Loina steeds groter te worden. Bovendien is er ook nog Dawud, een mysterieuze stalker van ogenschijnlijk Arabische komaf, die Loina steeds meer op de huid zit en met zijn onwaarschijnlijke verhaal de familieverhoudingen op scherp zet.

Noblesse oblige drukt uit wat weldenkende mensen (adellijk of niet) doorgaans doen: de samenleving ter wille zijn. Een manier van leven dus. Net zoals ooit de machtige kerk grote invloed had, zijn de kastelen en landhuizen van eeuwenoude geslachten ook vrijplaatsen geweest voor verlichte ideeën en bestuurlijke slagkracht. Maar voor deze instituties lijkt er in onze snelle verspil- en prestatiesamenleving geen plaats meer te zijn, met alle gevolgen van dien. In de woorden van Samson, Loina’s oom: ‘Wij zijn die oude eik op het dorpsplein (…), waar geen waarde aan wordt gehecht totdat hij wordt omgehakt. Dan is het plotseling zijn karakter kwijt. Dan beginnen mensen plotseling iets te missen. Te laat.’

Van Heemstra lijkt met deze roman een pleidooi te willen houden voor de kracht van tradities en het vasthouden aan een identiteit. ‘Het verhaal dat ons in beweging zet, ons doet verlangen naar een verleden of een nieuw begin, naar een gevoel van toebehoren, een rechtvaardiging van ons bestaan.’

Tradities scheppen ideeën, zoals overgrootmoeder in 1929 graag wilde bewijzen. Van Heemstra laat zien dat sociaal kapitaal er zeer toe doet en niet zomaar in de koelkast (vooruit, ijskast) gezet kan worden. Zo bezien is De laatste Aedema een waardige roman over het belang van goed rentmeesterschap.

Daar staat tegenover dat ik van Heemstra’s schrijfstijl nogal vlak vind. Al die familiefeiten en reconstructies maken van het verhaal ook een in zichzelf gekeerd familie-epos, waarin zinnen vaak krachteloos zijn – niet zozeer slecht, maar wel saai. Je moet overgrootmoeder er vooral een beetje bij denken, als romanfiguur wil ze niet echt groot menselijk ontwaken. Ook de komst van Dawud via de achterdeur is een geforceerde ingreep. Hier verliest de (literaire) waardigheid het van de maakbare wetten van de soap. Jammer, want meubels, zegelringen en heimwee zijn in beginsel mooie decorstukken.

 

Marjolijn van Heemstra, De laatste Aedema, De Bezige Bij, E. 18,90

 

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.