Levenloze spullen als stemmen uit het verleden

Publisearre op 24 april 2019

ELSKE SCHOTANUS – 

Op de website van Het Posthuis staan, bij de aankondiging van de voorstelling Paradijsvogels van poppenspeler Fred Delfgaauw, op 18 april in Heerenveen, enkele citaten uit recensies en ook hoeveel sterren er werden gegeven. NRC drie, Trouw drie en de Theaterkrant drie. Drie sterren? Drie sterren betekent: matig. Al kun je twijfelen aan het nut van sterren als beoordeling, als het dan toch ‘moet’ tel er dan voor de voorstelling in het Posthuis op zijn minst één of misschien wel twee bij op.

 

Onder het motto ‘Je kunt alles geloven, als je het maar niet zeker weet’, brengt Delfgaauw, als ervaren vakman en meesterverteller met Paradijsvogels een voorstelling die een feest is om naar te kijken.

 

In Paradijsvogels keert Delfgaauw, 59 jaar, terug naar Den Haag, naar de straat waar hij, in de Transvaalwijk, opgroeide en waar bijzondere mensen woonden, paradijsvogels. Daarbij speelt hij zichzelf, de Delfgaauw van nu – ‘Ik ben Fred Delfgaauw en ik speel met poppen’ – en het kind van toen en zit hij weer aan tafel, kind tussen zijn gelovige, vaak ruziënde ouders. Moeiteloos wisselt hij van stem in de dialogen aan tafel, zo ook wanneer hij ‘met de poppen speelt’. Je ziet dat hij het is die beweegt, dat hij het is die de stem vertolkt van de mensen die een rol speelden in zijn kinderleven en je weet dat de personages levenloze spullen zijn. En je gelooft erin.

Nog slechts één bewoner van toen woont er nog, Bennie Pleite en hij spreekt hem, Fred Delfgaauw, bij zijn terugkeer naar de straat, die qua bevolkingssamenstelling transformeerde van Haagse volksbuurt naar een wijk waar allochtonen zich vestigden. Bennie Pleite wijst hem op de boerka’s, op de vrouwen die de deur niet uit komen. En, zo pruttelt de pop, dat komt niet omdat anderen ‘ons’ iets afpakten, maar omdat ‘wij’, uit respect, meenden ons aan te moeten passen aan andermans normen en waarden. ‘Don’t blame de poppenspeler’, is het als Bennie Pleite wordt weggelegd.

Ook hij ontmoet er opa Lou, geen echte opa, daarmee had het gezin, om ruzies over het geloof geen contact. Opa Lou, allang dood, was niet gelovig, maar had wél tegen het jongentje gelogen toen hij, nadat zij samen een dode goudvis hadden begraven en hij stiekem een goudvis in de kom had gedaan, beetje modder erbij, deed voorkomen alsof het Gods werk was. Ook wordt hij binnen geroepen door Jet Slootweg, de vrouw die altijd ‘bootjes te huur’ door het raam riep terwijl de straat uitliep op een blinde muur en er geen sloot te bekennen viel. Zij onthult hem het raadsel van haar teruggetrokken bestaan en bij haar vindt hij het Mariabeeld terug dat hij als kind, bij de sloop van Huize Groenestein, had gestolen. Wanneer een opkoper de woning leeghaalt, neemt hij het beeld over om het thuis een plek te geven.

Maar waar Delfgaauw eigenlijk voor komt dat is zijn toenmalige vriendje Mark die hij bezoekt in de recreatiezaal van een psychiatrische instelling. Zijn alle dialogen al fantastisch, geestig, soms ontroerend, dan weer filosofisch en dan weer fulminerend, deze is fenomenaal. Mark, vriendje uit de tijd dat Jesus Christ Superstar in de bioscopen draaide, beweert bij hoog en bij laag Jezus te zijn. En wie is er eigenlijk gek? De poppenspeler die, met zijn stemmen, in de isoleercel belandde?

De straat is veranderd, in het huis waar Delfgaauw opgroeide woont een Marokkaans gezin. Hij wordt binnen genodigd, want het is Suikerfeest en hij spreekt zijn bewondering uit voor het prachtige Perzische tapijt. Het blijkt het vloerkleed uit zijn jeugd. Want al is er veel veranderd, er is altijd iets dat blijft.

Onder het motto ‘Je kunt alles geloven, als je het maar niet zeker weet’, brengt Delfgaauw, als ervaren vakman en meesterverteller met Paradijsvogels een voorstelling die een feest is om naar te kijken.

 

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels

  • Kategory: Literatuer,Resinsje

    SJOERD BOTTEMA -   Jacob Nauta syn beppe is mâl mei har hinnen. Se praat dermei. ‘Kwòòòk-hoe-wiiie-it-meiiii-jim-kwòòòk-kwòòòk-ha-jim-ekaaaaien-ein-kwòòòk?’ En hoewol’t de hinnen allinne mar ‘kwòòòk?’ weromsizze, [...]

  • Kategory: Literatuer,Resinsje

    ERNST BRUINSMA - Yn 1990 ferskynde de roman Possession fan de Britse skriuwster A.S. Byatt. Datselde jier waard it boek bekroand mei de prestigieuze Bookerprize [...]

  • Kategory: Opiny,Teater

    HANS BRANS - Een festival van twaalf dagen om een nieuw artistiek leider welkom te heten - dat is een opmerkelijke, nooit eerder vertoonde openingszet. [...]