Het ernstige spel van Van Althuis

SUSAN VAN DEN BERG – 

Het werk van Willem Van Althuis staat volgend jaar voor de tweede keer centraal tijdens een grote tentoonstelling in Museum Belvédère. De aanleiding is het verschijnen van een monografie over zijn leven en werk, waarin voor het eerst het gehele oeuvre wordt bekeken. Van aarzelende aanzetten en imitaties van andermans werk, tot het langzaam zoeken – en vinden! – van die kenmerkende eigen stijl vol sfeervolle figuratie en bedachtzame abstrahering, waarmee Van Althuis een unieke signatuur ontwikkelde. Binnen zijn werk is de visafslag van Laaxum een regelmatig terugkerend thema.

In zijn geliefde Gaasterland – waar hij vaak kwam – vond Willem van Althuis (1926-2005) uiteenlopende onderwerpen om te schilderen, zoals een bijzondere bomengroep bij Oudemirdum of de oude herberg Kippenburg, maar geen enkel motief wist hem zó te boeien als het gebouwtje dat bekend staat als De Hang. Het bescheiden voorkomen van de zoutloods (door de schilder liefkozend ‘pakhuisje’ genoemd) wist hem telkens weer te inspireren tot een nieuwe interpretatie, die steeds subtiel verschilde van voorgaande edities. Aanvankelijk werd gedacht dat hij in de jaren zeventig zo’n veertien van deze ‘Laaxums’ had gemaakt, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat het er negentien zijn, die werden vervaardigd in de periode tussen 1976 en 1985. Het exacte aantal kan echter nog groeien, want de Willem van Althuis Stichting blijft bezig met het traceren, inventariseren en registreren van soms verloren gewaande werken.[1] Voor het boek en de tentoonstelling zijn inmiddels bijna vijfhonderd schilderijen en werken op papier in kaart gebracht en er wordt nog gewerkt aan een informatieve database, die op termijn online gezet zal worden. Zo kan er doorlopend een actueel overzicht worden gegeven van het oeuvre van de schilder, terwijl het interactieve karakter het mogelijk maakt om wijzigingen en toevoegingen makkelijk aan te brengen.

Zijn horizonnen laten uitgestrekte vergezichten zien, die verder reiken dan de begrenzingen van het doek en zijn nevelige landschappen hebben een helderheid die wel gevoeld, maar niet gezien kan worden.

Willem van Althuis begon op latere leeftijd te schilderen en bleek een opmerkelijk en authentiek talent. Twee jaar na zijn debuuttentoonstelling bij Thom Mercuur in het Coopmanshûs te Franeker (1973), exposeerde hij al in het Stedelijk Museum van Amsterdam (1975). Zijn naam was vrijwel meteen gevestigd en hij maakte een explosieve groeiperiode door. Binnen zijn oeuvre zijn meerdere periodes en verschillende series te onderscheiden. Zo zijn daar de ‘paartjes’, die bestaan uit een figuratieve voorstelling en een abstracte vertaling, met als meest bekende voorbeeld het Zuurkoolpakhuis in Heerenveen. Hij verdiepte zich in blues en greys, maakte tevens enkele rode schilderijen en experimenteerde met weergaven van gescheurd en gevouwen papier. Maar bovenal is hij de schilder van de bezielde leegte, iemand die licht en ruimte onderzocht, met geschilderde zinderingen tot gevolg. Zijn horizonnen laten uitgestrekte vergezichten zien, die verder reiken dan de begrenzingen van het doek en zijn nevelige landschappen hebben een helderheid die wel gevoeld, maar niet gezien kan worden.


Tour de force
Het vervaardigen van dergelijke gelaagde werken betekende een grote krachtsinspanning voor de schilder, zeker als het grote formaten betrof. Hij ging uiterst zorgvuldig te werk en besteedde bijzonder veel aandacht aan het vinden van de juiste kleur. Van Althuis stelde als een alchemist zijn eigen verf samen en het prepareren van het palet – met als ondergrond een stuk marmer – was daardoor een even intensief als tijdrovend ritueel. Bij het schilderen bracht hij de verf aan in kleine toetsjes met dunne penselen. Hij kon zich echter nooit een lange pauze permitteren, omdat anders de verf te droog werd en zichtbare overgangen konden ontstaan. Bij grote werken betekende dit afwisselend enkele uren schilderen en enkele uren slapen, net zo lang totdat het schilderij voltooid was. Uiteraard was de kunstenaar na zo’n schildersessie zeer vermoeid. Niet alleen vanwege het verstoorde lichamelijke ritme, maar ook omdat de geestelijke spanningsboog zo lang vastgehouden moest worden. Om zich weer op te laden na zo’n tour de force, schilderde hij graag een vertrouwd ‘pakhuisje’, maar dat werd nooit een herhalingsoefening. Hoewel het formaat steeds hetzelfde was (24 x 30 centimeter) en ook het standpunt ongewijzigd bleef, is ieder schilderij een andere verkenning van de moeizame relatie tussen distantie en betrokkenheid. Het gebouw verschijnt en verdwijnt. De onderlinge verschillen zijn uiterst subtiel en betreffen vooral tonale verschuivingen binnen het schaduwgebied of de nagenoeg alles verhullende nevel.

In zijn aantekeningen staat te lezen dat schilderen en ‘het scheppend bezig zijn’ een levensbehoefte was, die voortkwam uit ‘ontroering en verwondering aan de ene kant, met de raadsels van het leven aan de andere kant’.

Doordat bijna elke ‘Laaxum’ is ontstaan tijdens een overgangsperiode tussen grotere werken, worden figuratie en abstractie regelmatig met elkaar afgewisseld. Dat is opvallend, want waar de meeste schilders figuratief beginnen en abstract eindigen (denk aan Mondriaan), bestonden deze verbeeldingswijzen bij Van Althuis dus naast elkaar, als gelijke grootheden. Ze hadden elkaar nodig en vulden elkaar aan. In zijn aantekeningen staat te lezen dat schilderen en ‘het scheppend bezig zijn’ een levensbehoefte was, die voortkwam uit ‘ontroering en verwondering aan de ene kant, met de raadsels van het leven aan de andere kant’. Van Althuis zag schilderen als ‘het ernstige spel’. Zijn onderzoekende geest, beschouwelijke aard en filosofische inslag werden door het eigen artistieke geweten continu bevraagd en uitgedaagd. Zijn schilderijen zijn daarom ook nooit weergaven van de zichtbare werkelijkheid, maar manifestaties van een rijke innerlijke wereld.

Earder ferskynd yn de Moanne, 11 (2012), 7 (septimber), s. pag. 38-41.


[1] De Willem van Althuis Stichting werd in 2005 opgericht en heeft zich ten doel gesteld om het werk van de schilder te inventariseren en toegankelijk te maken voor het publiek, door middel van bijvoorbeeld tentoonstellingen en publicaties. De kunstenaar heeft de oprichting van de Stichting nog mee kunnen maken.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.