fotografy: Hoge Noorden / Jacob van Essen

Ecodenken als kans

ELSKE SCHOTANUS – 

Verdeeld over het jaar, als onderdeel van het programma van LF2018, organiseert de Stichting TIJD – beheerder van de ecokathedraal in Mildam en de Le Roy tuin in Heerenveen – workshops waarin theorie en praktijk van het ecokathedrale denken van Louis G. Le Roy (1924 – 2012) worden behandeld. Het ochtendprogramma wordt verzorgd door kunsthistoricus Huub Mous, eerder werkzaam bij Keunstwurk en Oeds Westerhof, director legacy van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa. Het gesprek met hen vindt plaats in de Blokhuispoort.

 

Ik begrijp nog steeds niet waar het kwartje is gevallen, maar ineens was daar de oplossing en dat was het ‘ecokathedrale denken’. De ecokathedralen in Heerenveen en Mildam zijn daar voorbeelden van, maar het moest veel groter worden, overal in de wereld moest het geplant worden, dat denken.

 

Le Roy: van Europees niveau
De dolende ridder, zo noemde Le Roy Huub Mous. De twee raakten tijdens Simmer 2000 bevriend. Toen Mous enkele maanden ziek was, was het Le Roy die dagelijks informeerde hoe het met hem ging. Nadien spraken ze elke drie weken af. Le Roy vond, zo vernam Mous achteraf, het prettig iemand te kennen die hem tegensprak.

Als weinig anderen is hij op de hoogte van de achterliggende filosofie van Le Roy’s werk. “Door de persoon ben ik bij de theorie gekomen.” Gevraagd deze in een paar zinnen samen te vatten, schrikt hij zichtbaar. “In een paar zinnen …” Wie zijn blog op huubmous.nl volgt, zal een vermoeden hebben waarom dit zo is.

“De tijd teruggeven aan de mens en de natuur”, zo begint hij, “dat wilde Le Roy. Dat denken is ergens in de jaren zestig ontstaan toen hij in zijn omgeving, de stedelijke omgeving zoals hij dat noemde, monoculturen zag ontstaan waar de complexiteit en de processen in de tijd, die eigen zijn aan de natuur, niet meer gerespecteerd werden. Ja, wat was hij? Tekenleraar? Bioloog? Hij was dit, hij was dat … Hoe dan ook, met die gedachte begon hij dat alles bij elkaar te voegen in een visioen. Ik begrijp nog steeds niet waar het kwartje is gevallen, maar ineens was daar de oplossing en dat was het ‘ecokathedrale denken’. De ecokathedralen in Heerenveen en Mildam zijn daar voorbeelden van, maar het moest veel groter worden, overal in de wereld moest het geplant worden, dat denken.”

“Ik heb mij weleens afgevraagd: wie in Friesland, na de oorlog, is van Europees niveau? Dan moet je heel lang nadenken. Dan is Le Roy een eenling. Is hij een Fries? Vanaf 1947 is hij hier in elk geval bezig geweest. In heel Europa is hij erkend, hij heeft projecten gedaan in België, West-Duitsland, Zwitserland, Italië. Ook in Amerika is zijn gedachtengoed bestudeerd.”

Mous laat een boekje zien. “Dit verscheen in ter gelegenheid van een Simmer 2000-project. Zo heb ik Le Roy leren kennen. Er staan Duitse en Engelse teksten in, boeken als Natuur inschakelen, natuur uitschakelen (1973) zijn vertaald. Hij is in zijn denken wereldwijd erkend als een pionier. Als je Friesland op de kaart wilt zetten, dan verdient dat denken veel meer aandacht.”

 

De plattelandsvertaling van Le Roy’s denken
Ter plekke realiseert Oeds Westerhof zich dat het goed zou zijn om de workshops niet alleen in het Nederlands te verzorgen, maar ook een internationale groep samen te stellen. Sinds 2012 is hij verbonden aan Leeuwarden-Fryslân 2018. Als director legacy, een functie die eind 2018 afloopt, richt hij zich met name op de duurzame versterking van Leeuwarden en Fryslân op sociaal, economisch, cultureel en ecologisch gebied.

“We gaan de workshops nog voorbereiden,” vertelt hij, “maar het ligt voor de hand, en dat is ook de vraag van Peter Wouda geweest, dat mensen die de workshops ervaren het werk van Le Roy beter leren kennen. Dat zal meer van Huub dan van mij komen, want Huub zit er dieper in. Vervolgens gaan we kijken: wat van Le Roy’s visie vinden we terug in wat wij in Leeuwarden-Fryslân aan het doen zijn. Huub heeft wel eens gezegd: het zou passend geweest zijn als hét thema van culturele hoofdstad zijn gedachtengoed was. Ikzelf vind het interessant om na te gaan: kunnen we het terugvinden als je naar ons programma kijkt? Wat zijn elementen waarin je minimaal zijn gedachtengoed bevestigd ziet? Die gaan we heel expliciet benoemen.”

“Culturele hoofdstad is geen ‘Le Roy-revisited’, dat is het helemaal níét. Wel zitten er elementen in onze aanpak en onze projecten die er op een bepaalde manier aan verwant zijn. Toen wij de titel wonnen, werd er een juryrapport gepresenteerd waarin onze holistische aanpak werd geprezen. Een programma van onderop laten groeien, zeg maar. Als je daarop op doorredeneert, dan zou je dat in zijn gedachtengoed kunnen plaatsen. Als je kijkt hoe Theunis Piersma en Sytse Pruiksma in Kening fan ’e Greide een oproep doen voor natuurinclusieve landbouw, dan is dat feitelijk de plattelandsvertaling van de strijd die Le Roy voerde als het ging om stedenbouw. Le Roy noemde zelfs een percentage: 1% van de stedelijke ruimte moet je zo inrichten dat mensen, dieren en planten er hun eigen weg kunnen vinden. Bij het burgerinitiatief Kening fan ’e Greide (kingofthemeadows.eu) zie je dat terug. Het modernisme heeft op het platteland misschien nog wel harder toegeslagen dan in de stad en dat is wat zij proberen een halt toe te roepen. Daar zie ik overeenkomst. Hun claim is geen 1%, geen 10%, maar veel groter, want 10% aan natuurgebieden hebben we al in ons arsenaal. Het is echter veel te weinig om de biodiversiteit op gang te houden. Daar zie ik de verwantschappen tussen Le Roy en Kening fan ’e Greide. Op zoek gaan naar díé verwantschap, dat is de spanning die wij in de workshops moeten zien te vinden.”

 

Een chauvinistisch bewaren van het Friese
Is het dan niet zo, dat wanneer je het over ecologie hebt, er vooral afbraak plaatsvindt?
Mous neemt het stokje over, terwijl Westerhof nu en dan bevestigend reageert. “Ik ben nog eens nagegaan hoe de gedachtenvorming over de culturele hoofdstad ontstaan is. Ik herinner mij nog heel goed, 21 september 2009 was er de eerste openbare discussiebijeenkomst in het Natuurmuseum. Daar kwamen meteen al allerlei ecologische gedachten naar boven. Je had Station Fryslân en ook in de bidbookgroep zaten hele ecologische gedachten, maarrr… sterk gekoppeld aan teloorgang. Aan afbraak. Dat zie je in het verhaal van Sytze Pruiksma en Theunis Piersma (beiden betrokken bij Kening fan ’e Greide). En ook in het boek van Bert Looper, Hier ligt de zee, Essays over taal, kunst, landschap en Friese identiteit, dat net verscheen, duiken dit soort gedachten op. Landschapspijn, ook zo’n begrip gerelateerd aan teloorgang. Taalpijn – teloorgang – Frieslandpijn – teloorgang. Ecologie vermengt zich dan al vrij snel met een chauvinistisch bewaren van het Friese. Dat koppelen aan het eigene is beslist niet eigen aan het denken van Le Roy. Hij is veel meer een kind van de jaren zestig en dat is naar de wereld toe. Niet tragisch, maar activistisch, opbouwend naar de toekomst toe. Die afslag naar de toekomst heeft culturele hoofdstad van het begin af aan grote moeite mee gehad. Ik weet, Oeds, dat jij je in je verklaringen altijd verre van dat chauvinistisch bewaren van het eigene gehouden hebt, maar het sluipt er toch in. Zelfs in het thema: Iepen Mienskip. De basis van het ecologisch denken van Le Roy is er wel enigszins en het is ook terecht dat je dat noemt. Maar in de kern – in het DNA van de culturele hoofdstad zoals ze dat zo mooi noemen – zit Le Roy beslist níét.”

 

Zoektocht naar nieuwe wegen
Geen wonder, want, zo gaat Westerhof voorzichtig formulerend verder: “Ik denk dat heel veel mensen het werk van Le Roy echt niet kennen. Maar ik deel je mening niet helemaal als het gaat om de pessimistische kant van KH2018-projecten. Die zit er wel in, maar ik zie óók de andere kant. Als je kijkt naar de processen die in Kening fan ’e Greide plaatsvinden, dan zitten er absoluut een aantal in die sterk met die sombere kant, die verlieskant, te maken hebben. Toch is er óók een hele duidelijke component van juist nieuwe wegen vinden. Je ziet dat boeren als Catharinus Wierda het anders willen doen, niet omdat zij wat er ontstaan is willen ontkennen, maar omdat een andere manier van werken toekomstbestendiger is. Datzelfde optimisme zie je ook bij iemand als Bouwe de Boer die zich inzet voor fossielvrij rijden. (fossylfrijfryslan.frl) Dat is toekomstgericht, dus niet terug naar paard en wagen, maar we gaan wél een weg vinden. Dus,” zo concludeert Westerhof, “ik heb een genuanceerd beeld daarin.”

Zitten de mensen rondom Kening fan ’e Greide en andere KH-projecten niet in een bubble, terwijl er buiten dat wereldje iets heel anders gebeurt, met bijvoorbeeld de fabrieken die meer en meer melk nodig hebben voor de Chinese markt?
“Het is een begin”, protesteert Westerhof. “Die mensen van Kening fan ’e Greide zijn nog maar vijf jaar bezig. Dat zij de strijd daarmee gewonnen hebben, is absoluut niet zo. Maar veranderingen beginnen altijd ergens. Bij het Van Hall Instituut worden boeren nu opgeleid in natuurinclusieve landbouw. Ook als je ziet dat zowel in het collegeprogramma van Gedeputeerde Staten als in die van B&W van Leeuwarden en Súdwest-Fryslân ruimte gemaakt wordt voor natuurinclusieve landbouw, dan begint het effect te sorteren. Zijn we daarmee al klaar? Nee, dat vergt een hele lange adem en zijn we in staat die lange adem te hebben? Dat weet ik niet. Dus ja, er is een bubble, maar het is ook de basis voor verandering. Dat niet iedereen daarin meegaat, daar ben ik van overtuigd, maar zoals het nu gaat, kan het ook niet verder.”

 

Dingen versus processen
Mous zou liever van een frame spreken dan van een bubble. “Het grote verschil tussen het frame van de culturele hoofdstad en het Le Roy-denken is het verschil tussen Richard Florida en Louis Le Roy. Het frame van de culturele hoofdstad is cultuur in relatie tot economie, die twee bij elkaar brengen en zo een transitieproces creëren. Waarom wij hier zitten, in dit gebouw, dat is puur het gevolg van het denken van Richard Florida. Door de creatieve industrie, door culturele injecties worden processen op gang gebracht die uiteindelijk de economische groei moeten bevorderen.”

“Le Roy daarentegen was heel veel, maar hij was geen econoom. Zijn denken is op de natuur gebaseerd en in die zin wel economisch, op een lager niveau economisch, op celniveau bij wijze van spreken. Er zijn wél paralellen tussen Florida en Le Roy. Je kunt hun uitspraken soms bijna identiek naast elkaar leggen, maar het gaat Le Roy er niet om de economie te bevorderen, het gaat hem erom de mens meer in te schakelen. Wat hij wilde, is de vrije energie van mensen die ergens bij elkaar wonen inschakelen in processen. Als je dat procesdenken had vertaald naar de culturele hoofdstad, dan hadden programmaonderdelen er heel anders uitgezien. In het denken van Le Roy zijn het monoculturen, dode objecten ingevoegd in een dode monocultuur. Neem de elf fonteinen. Le Roy vond veel beeldende kunst verwerpelijk omdat het concrete dingen zijn. Hij dacht permanent in processen en in tijd. Hij zou hier nooit fonteinen hebben neergezet, hij zou er processen van hebben gemaakt. Het is natuurlijk een heel gemakkelijk voorbeeld om tegenaan te boksen… Kening fan ’e Greide is een goed voorbeeld van een proces, maar er zitten ook heel veel ‘dingen’ in het programma van LF2018. Proces of ding: dat is een fundamenteel verschil.”

 

Complexe systemen
Westerhof acht het willen inpassen van het fundamentele denken van Le Roy op LF2018 per definitie kansloos. “Al was het alleen maar omdat culturele hoofdstad een begin- en een eindpunt heeft die gedicteerd zijn. Dat alleen al past niet in Le Roy’s denken. Er zijn inderdaad tal van onderdelen die duidelijk plaats- en tijdgebonden zijn. Maar er zijn er ook die wel degelijk die proceskant hebben en dus een langere adem nodig hebben. Kening fan ’e Greide is een voorbeeld, maar ik denk dat De Reis ook dat soort dingen doet. Beginnen te zingen met bewoners in een dorp en een asielzoekerscentrum, dat is heel erg een proces. Of Look at me, waarin kinderen op zoek gaan naar hun eigen omgeving, die filmen en daar weer van leren over de context waarin zij leven. Daarmee houdt de vergelijking ook weer op, want dan zit je in het veld van de community art. Le Roy had ook de ambitie om kunst te maken.”

Hier begint Mous enigszins te steigeren, want al kon Le Roy goed tekenen en schilderen, kunst was niet ‘zijn ding’. “Hij had een enorme blinde vlek. Alle abstractie was verwerpelijk. Mondriaan was zijn absolute tegenpool, de man die alles vereenvoudigd had tot principes, dictatoriaal, terwijl hijzelf, de Billy Graham van het onkruid, natuurlijk ook hele dictatoriale trekken had. Hij had gevoel voor rechte lijnen, maar hij mocht van zichzelf geen doel hebben. Wonderlijk, want hoe kun je als mens geen doel hebben? Anders dan Gaudi, die tekeningen maakte voor de bouw van de kathedraal in Barcelona, bouwde hij al doende.”

“Er is een paradox. De tijd moet zijn vrije loop hebben, vond hij, maar tegelijk was hij een determinist. Hij dacht dat de natuur aan wetten onderhevig is. Dat geldt, volgens hem, ook voor de geschiedenis en de kunst, maar ik heb altijd gezegd: daar volg ik jou niet in.”

Westerhof: “Jij vraagt je af: hoe kun je als mens geen doel hebben? Ik heb redelijk veel mensen gesproken over hun loopbaanontwikkeling en dan zie je dat de meeste mensen zich ontwikkelen op basis van toevalligheden. Ook bij de aanpak van zoiets als de culturele hoofdstad zie je dat. Het is geen planmatig proces, het ontwikkelt zich zoals het zich ontwikkelt. En in die zin klopt Le Roy’s observatie wel: als je vertrouwt op de energie die er is, ontstaan dingen vanzelf. Ook voor de culturele hoofdstad is er geen superdraaiboek waarin alle details ingevuld zijn. Een wiskundige zei eens: elk complex systeem is zo complex dat je het nooit in een formule kunt vangen. Elke interventie is een deelinterventie waarvan je de uitkomst niet kunt voorspellen. Dat is wat het deterministische denken ondergraaft. Het geldt voor het politieke systeem, het geldt voor de samenleving en het geldt voor de culturele hoofdstad.”

En bij dat laatste ziet Mous vervolgens weer een paradox: “De kern van de culturele hoofdstad was er nooit geweest als cultuurgedeputeerde Jannewietske de Vries niet had gezegd: dat is de punt aan de horizon. Het proces, zoals jij dat beschrijft, is een gevolg van het stellen van dat doel.” En dat proces was er een van vallen en opstaan. Voorbeelden vliegen over tafel: wat top-down werd opgelegd, wat van onderop kwam, hoe mensen kwamen en gingen, processen vastliepen, plannen veranderden of vervielen, rivaliteit tussen overheden, weerstand, want hoe kun je een armoederegio met dit soort gedoe opzadelen. Noem maar op. “Het zou mooi zijn om dit soort chaotische processen nog eens met de ogen van Le Roy te evalueren”, vindt Mous. “Complex-dynamische systemen zijn chaos.”

 

In 1967 kreeg Le Roy de opdracht om een kilometer lange strook in Heerenveen-Midden naar zijn ideeën vorm te geven. Vervolgens kocht hij grond in Mildam waar hij jaar in, jaar uit met restmateriaal van stratenmakers aan zijn Ecokathedraal werkte.

Komende generaties zetten zijn werk voort. Daarvoor richtte Le Roy, samen met zijn vrouw Inge, in 2001 de Stichting TIJD op. In 2018 organiseert de stichting negen workshops over het ecokathedrale denken.

In het ochtendprogramma behandelt Huub Mous de filosofie achter Le Roy’s werk. Oeds Westerhof zal spreken over de langetermijnkansen die Leeuwarden-Fryslân 2018 kan bieden. ’s Middags gaan de deelnemers onder leiding van Peter Wouda – vanaf het begin betrokken bij de Stichting TIJD – aan de slag in een ecokathedraal.

Voor informatie over de workshops, zie ecokathedraal.nl.

Zie ook stichtingtijd.nl.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.