Celliste Dana de Vries: Het verhaal gaat boven alles

Publisearre op 2 juni 2017

MARITA DE JONG – 

Haar eerste kennismaking met een cello was tijdens een open dag bij Parnas. Dana de Vries (Leeuwarden 1993) was vijf jaar oud en wilde meteen spelen op dat bijzondere instrument. Tien jaar later, in 2009, won ze de tweede prijs op het Prinses Christina Concours. Nu studeert ze in Leipzig, heeft een Urlaub-semester genomen en is even over voor een familieweekend in Vlieland. Twee dagen voor onze ontmoeting speelde ze nog in Berlijn tijdens de Konrad Adenhauer-herdenking, waar ook bondskanselier Angela Merkel aanwezig was. Daarna weer door naar Malta om deel te nemen aan het Europe Day Concert.

‘Muziek was er altijd in ons gezin maar niet prominent aanwezig. Mijn moeder heeft trombone gestudeerd en gaf in Franeker, waar wij woonden, s’ avonds na haar werk bij de gezondheidszorg, les aan studenten. Een goede vriend vroeg haar eens: maken je kinderen ook muziek? Ze had ons er nooit naar gevraagd, omdat ze ons niet wilde pushen. Toen we een keer met zijn allen aan tafel zaten, vroeg ze of er ook iemand mee wilde naar die open dag van Parnas. Mijn zus had wel zin om mee te gaan en omdat we heel veel samen deden, ging ik ook.

 

Na die tweede prijs voelde het alsof ik op een roze wolk zat.

 

Ik herinner me die dag nog heel goed. Het was zonnig en erg druk. We keken bij de strijkinstrumenten en bij de blaasinstrumenten waar ik met geen mogelijkheid geluid uit kon krijgen. Ik zei tegen mijn zus dat ik nog even naar ‘dat ding waar je op moet zagen’ wilde en weg was ik. Dat was dus een cello, alleen wist ik toen nog niet dat het instrument zo heette. Paniek bij mijn moeder: waar is Dana? Uiteindelijk vonden ze me bij de mevrouw van de cello, waar ik aan het oefenen was. Het was duidelijk, het klopte, de cello moest het worden.

Vanaf mijn vijfde heb ik tien jaar lang les gehad van Jiri Prchal. Mijn moeder had tegenover hem gewoond in de Engelsestraat in Leeuwarden. Hij wilde het een half jaar met me proberen en als ik goed was, mocht ik blijven. Ieder woensdagmiddag ging mijn moeder met me mee naar Leeuwarden. Ik genoot van die lessen, oefende veel omdat ik persé goed voorbereid op de les wilde komen. Verjaardagsfeestjes van klasgenootjes waren vaak op woensdagmiddag. Daar kon ik niet naar toe, maar ik heb het niet echt gemist. En nooit heb ik een les afgezegd omdat ik geen zin had.

 

Abrupt afscheid
Mijn eerste concours was bij Advendo in Franeker. We speelden samen, mijn zus op klarinet. Met mijn cello was ik wel een wat vreemde eend in de bijt maar ik mocht gelukkig meedoen en we werden eerste. Bij het Frysk Jeugd Orkest, dat onder leiding stond van Theo Brouwer, speelde ik mijn eerste solo toen ik negen was. Prchal hielp me bij de voorbereiding. Ik keek tegen hem op, vertrouwde hem volkomen. Met zijn kritiek kon ik goed omgaan omdat ik wist dat hij het beste met me voor had. Hij was er tien jaar lang altijd voor mij, stippelde een route uit om mij beter te maken, hielp me met de voorbereiding voor concoursen, ging altijd mee en was zo een grote steun voor me.

Het afscheid kwam nogal abrupt. Op mijn 9e werd in toegelaten in de jong talent klas van het Prins Claus Conservatorium in Groningen. Prchal heeft me weggestuurd toen ik 15 jaar was. Hij zei: ‘nog een paar weken en dan wordt Jan Ype Nota je nieuwe docent’. Ik snapte het niet, vond het moeilijk, het deed pijn. Achteraf begrijp ik het wel: hij vond het afscheid waarschijnlijk net zo lastig als ik het vond. Jan Ype Nota ging door, waar Prchal gebleven was. Daar ben ik hem erg dankbaar voor.

Eerst reisde ik vanuit Franeker naar Groningen omdat ik mijn Havo-opleiding in Harlingen beslist wilde afmaken. Niet veel mensen op mijn middelbare school wisten waar ik mee bezig was. Daar vertelde ik nooit iets over, omdat ik niet wilde opvallen, niet een bijzonder kind wilde zijn. Het was soms lastig omdat ik in een compleet andere wereld leefde, met heel andere dingen bezig was dan mijn leeftijdgenoten. Pas toen ik in 2009 tweede werd bij het Prinses Christina Concours veranderde dat.

 

Roze wolk
Op het conservatorium in Groningen voelde ik me meteen thuis. Dit was de wereld waar ik naar op zoek was, hier hoorde ik bij, dit waren mijn mensen. Er werd veel gediscussieerd over muziek, en gesproken over heel veel zaken waar ik nog geen weet van had. Ik leerde er ontzettend veel.

Na die tweede prijs voelde het alsof ik op een roze wolk zat. Een week lang speelde ik celloconcerten van Elgar en Saint-Saëns met het NNO en met het JeugdOrkest Nederland. Ik vond het heel cool om een eigen kleedkamer te hebben met mijn naam er op.

 

Soms twijfelde ik of dit leven wel iets voor me was, ging ik te veel nadenken.

 

Nadat ik cum laude was afgestudeerd, werd ik aangenomen aan le Conservatoire de Paris. Michel Strauss was daar mijn docent. Ik kende hem al vanuit Groningen waar hij mij ook les gaf. In de Franse hoofdstad heb ik drie jaar gewoond en heb het er zeer naar mijn zin gehad. Toch vond ik het op een gegeven moment tijd voor verandering. Ik ontmoette Peter Bruns en had een Erasmus bij hem gedaan. Dat is een uitwisselingsproject. Ik ging naar Leipzig en iemand anders kreeg mijn plek voor een jaar in Parijs. Ik leerde zoveel van hem dat ik besloot mijn studie bij hem voor te zetten. Sinds vorig jaar studeer ik in Leipzig aan de Hochschule für Musik und Theater Felix Mendelssohn Bartholdy en krijg les van hem.

Met mijn huidige docent ben ik heel bij. Hij is menselijk, heeft veel kennis en staat positief in het leven. Als ik les van hem heb gehad, ben ik altijd blij en vrolijk. Ik zou nog heel lang bij hem willen blijven studeren, maar ik heb mijn studie bijna afgerond. Het liefst zou ik dat moment nog even willen uitstellen. Daarom heb ik in het voorjaar een Urlaub-semester genomen. Die ‘werkvakantie’ heb ik aangevraagd om projecten te doen met verschillende muzikanten en orkesten.

 

Aanvoerder cellogroep
In Engeland heb ik gespeeld met het Britten Pears Ochestra onder leiding van de vrouwelijk dirigent Marin Alsop. Een fantastische ervaring. Ik was aanvoerder van de cellogroep. Dat betekent dat je alle beslissingen moet nemen en de contactpersoon bent tussen groep en dirigent. Je hebt ook een voorbeeldfunctie en moet de anderen inspireren door je attitude. Een ontdekking was dat, dat ik dat zo leuk vond. Je bent een soort teamleider. Het past heel erg bij mij, ik ben wel iemand van de controle, al ben ik beslist geen control-freak.

Na die twee weken Engeland kreeg ik in Groningen het Zilveren Viooltje uitgereikt. Een geldprijs en een oorkonde met daarop de woorden: buitengewoon muzikaal talent. Daar ben ik heel blij mee, al is dat misschien wel een beetje gek om dat in een interview over jezelf te zeggen. Ik heb er met het Prins Claus Conservatorium Orkest het celloconcert in A klein van Carl Philip Emanuel Bach gespeeld. Het was heel fijn om weer als soliste op het podium te zitten en samen mooie muziek te maken.

 

Europees Jeugd Orkest
Dit weekend ontmoet ik mijn familie op Vlieland. Ik heb geregeld dat ik in het kerkje kan studeren omdat ik over anderhalve week alweer naar Malta moet. Daar verheug ik me zeer op. Het is een Europe Day Concert, waar leden van het European Union Youth Orchestra samen spelen met het Malta Philharmonic Orchestra, het Malta EU Presidency Choir en het Estonian Philharmonic Chamber Choir.

 

Sinds enige tijd ben ik ambassadeur van de Weekendschool in Franeker.

 

Het Europees Jeugd Orkest was het eerste orkest waar ik deel van uitmaakte. Het is heel belangrijk voor me geweest. In het voorjaar komen we drie weken samen, in de zomer zes weken. Al die mensen hebben zoveel liefde voor de muziek, je speelt op topniveau en de leden komen uit alle 28 landen van Europa. De sfeer is heel open, alles wordt besproken.

In het tweede jaar dat ik in Parijs zat, had ik het niet altijd even gemakkelijk. Soms twijfelde ik of dit leven wel iets voor me was, ging ik te veel nadenken. Toen ik bij het orkest kwam, verdwenen die sombere gevoelens als sneeuw voor de zon. Ieder jaar moet je opnieuw auditie doen voor het orkest, ze willen echt werken met de allerbesten. Het orkest geeft me veel kansen. Zo heb ik concerten mogen geven met ensembles in Londen, Brussel, Berlijn, Grafeneff (Oostenrijk), Barbados en nu dus Malta.

De cello waarop ik nu speel, stamt uit 1790. Het is een instrument met een geschiedenis en gebouwd door Nicolas Aîné. Toen ik van Groningen naar Parijs ging, moest ik mijn cello van school weer inleveren. Mijn zoektocht naar een ander instrument wilde maar niet lukken. Ik raakte er gestrest van, kon de klank die ik zocht niet meer vinden. Wel twintig cello’s passeerden de revue, ik was ten einde raad. Een van mijn docenten greep in, pakte de telefoon en belde Michel Dispa. Hij wist dat Michel twee mooie cello’s in zijn bezit had. Ik mocht ze uitproberen, wist meteen: dit is ‘m en ik heb hem gekocht. Het is geen gemakkelijk instrument, dat voelde ik meteen. De cello moest weer wakker worden gemaakt, opnieuw worden veroverd. Daar ben ik nog steeds mee bezig. En ik weet dat er nog meer in zit. Het instrument verrast me nog steeds.

 

Ambassadeur Weekendschool
Ik wil nog van alles. Het Northsea Ensemble is het kwartet waar ik deel van uitmaak en ontstaan uit het Europees JeugdOrkest. We willen ons onderscheiden door meer met hedendaagse muziek te gaan doen. Dat gebeurt  in projectvorm, omdat we allemaal uit een ander land komen. De zoon van Claudio Abbado, Misha heeft vorig jaar een stuk voor ons geschreven en dat hebben we uitgevoerd en dit jaar opgenomen. Daarnaast hebben we net een nieuw werk van de Nederlandse componist Peter Kooreman in premiere gebracht en daar willen we mee doorgaan.

Voor kinderen zou ik me ook graag willen inzetten. Dat ze al op jonge leeftijd met muziek in aanraking komen, vind ik heel belangrijk. Daarin zou ik in Friesland graag een rol willen spelen. Sinds enige tijd ben ik ambassadeur van de Weekendschool in Franeker. Het is een initiatief voor kinderen van 10 tot 14 jaar in de gemeente, die minder mogelijkheden en kansen hebben. Dat is alvast een eerste begin.

Na mijn studie wil ik lekker veel rondreizen, alle muziekstijlen ontdekken en vooral genieten van wat er op mijn pad komt. Solo, kamermuziek en orkest, dat wil ik allemaal blijven doen. Een leven zonder muziek kan ik me niet voorstellen. Voor mij is muziek als het vertellen van een verhaal zonder woorden. Perfectie hoort erbij, maar het verhaal gaat voor mij boven alles.’

 

Dit ynterview stie earder yn ‘de Moanne’ nûmer 4, 2017

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels