Zilveren kiloknallers

GERBEN DE VRIES –

Op de weegschaal heb ik de boeken gewogen en behoorlijk zwaar bevonden. In totaal wegen de drie boeken over Fries goud en zilver toch al gauw acht kilo. Misschien moet de Billy van Ikea de deur maar uit en kan er uitgekeken worden naar een nieuwe boekenkast van stoer massief eikenhout, want het grenenhout uit de eeuwig zingende bossen van Zweden kan niet al teveel van dit soort zware jongens torsen. De gemiddelde koffietafel zou onder het gewicht bezwijken.

Voor de koffietafel is dit driedelige werk dan ook niet bedoeld. Op initiatief van de Ottema-Kingma Stichting werd een project met een hoog ambitieniveau bedacht: een nieuw en compleet overzichtswerk te maken van de Friese edelsmeedkunst. Officieel was Haags goud en zilver uit 2005 de voornaamste inspiratiebron, maar ongetwijfeld is er ook een jaloerse blik op de buurprovincie geworpen toen daar in 2011 Zilver in Groningen uitkwam. In Friesland werd in de persoon van prof. dr. Johan ter Molen daarvoor de aangewezen man als hoofdauteur gevonden. Ter Molen was directeur van het Nationaal Museum Paleis Het Loo en bijzonder hoogleraar van de leerstoel Toegepaste Kunsten en Kunstnijverheid aan de Faculteit der Letteren van de Radboud Universiteit Nijmegen. Deze leerstoel was tenslotte in 2005 mede door de Ottema-Kingma Stichting in het leven geroepen. Over een masterplan gesproken!

Zelf wist ik niet veel van zilver. Ik heb ooit een zilveren geboortelepel gekregen, bij het ringsteken zie je stevig ingebakerde vrouwen met zilveren oorijzers en natuurlijk kende ik de Poptaschat van het Fries Museum. In die zin ben ik een stuk wijzer geworden van deze drie boeken. In het eerste deel wordt door diverse auteurs een mooi compleet beeld gegeven van allerlei aspecten van het Friese zilver. Van de zilversmeden, de gangbare stijlen tot en met de opdrachtgevers en de consumenten. De afnemers vormden tezamen een bont palet, van het stadhouderlijk hof, kerken, stedelijke en gewestelijke overheden, gilden tot en met de huishoudens, waar zich opmerkelijk veel zilveren gebruiksvoorwerpen maar ook bijvoorbeeld door de vrouwen gedragen oorijzers bevonden. U zult zich inmiddels afvragen waar dat ‘goud’ uit de titel gebleven is. Goede vraag, want behalve in de bijdrage van Marlies Stoter over sieraden en accessoires wordt het goud nogal stiefmoederlijk bedeeld. Pas in het derde deel – de delen twee en drie zijn catalogi – komt het goud weer bescheiden om de hoek kijken. Een apart boek van nog geen kilo over goud, de goudmakers en de goudconsumenten was ook een verdedigbare keuze geweest.

In de vijftiende eeuw was er al sprake van goud- en zilversmeden, die zich later verenigden in aparte gilden. Zo bezit het Fries Museum een mooie koperen plaat, met daarop de namen en merken van de Friese zilver- en goudsmeden die eind zestiende eeuw meester werden. In die tijd beschikten al brede lagen van de bevolking over zilveren gebruiksvoorwerpen, aldus Ter Molen. Friesland was in deze eeuwen door agrarische activiteiten en zeker ook de handel een welvarend gewest geworden en was door de opname in een groter staatsverband bevrijd van de terreur van vroegere vetemaatschappij. Friesland kreeg bovendien een stadhouderlijk hof, een universiteit en een nieuwe godsdienst (het calvinisme) en dat was bijzonder bevorderlijk voor de vraag naar zilveren voorwerpen. Er zijn zelfs protestantse en katholieke drinkhoorns.

Door de gestegen welvaart lieten de boeren en de burgers het breed hangen. ‘Er was eens een tijd dat alle vrouwen in Friesland een gouden of zilveren helm op hun hoofd droegen. Reizigers uit vreemde landen kwamen niet meer bij van verbazing als ze zagen dat de ramen van hun hotelkamer werden gewassen door dienstmeisjes met een gouden helm op hun hoofd.’ Dat was natuurlijk romantische onzin van later tijd, maar dat Friesland in de zeventiende en achttiende eeuw een betrekkelijk rijk gewest was, was wel duidelijk. Voor de zilversmeden kwam het bovendien mooi uit dat er na de zestiende eeuw ook allerlei nieuwe verslavende genotsmiddelen geïntroduceerd werden, van het roken van een pijp tot het drinken van koffie en thee. De Friezen stonden al bekend om hun drinkhoorns en brandewijnkommen en daar kwamen nu zilveren tabaksdozen, koffiekannen en theepotten bij.

Het spreekt vanzelf dat er niet een typisch Friese vorm van edelsmeedkunst was, want ook hier volgden de smeden de West-Europese trends. Opvallend was wel dat zij minder modegevoelig waren dan bijvoorbeeld in Holland en vaak nog lang vasthielden aan een bepaalde stijl, zoals de Lodwijk XIV-ornamentiek. Opmerkelijk bij het Friese zilver zijn ook de vaak drukke patronen op de schotels en schalen, zoals de twee catalogusdelen goed laten zien. Het lijkt alsof de zilversmeden soms hele verhalen in zilver willen vertellen. Tussen de bedrijven door wordt ook duidelijk dat de uitdrukking ‘sydsulver’ een gebruikelijk cadeau was van een man voor zijn aanstaande bruid. Nu wordt de uitdrukking vooral nog gehanteerd in de uitstervende rijen van oud-strijders van de Friese Beweging.

Tenslotte nog een woord van waardering voor de uitgever. De vormgeving en de fotografie tonen dat het drietal boeken met veel liefde en aandacht gemaakt zijn. Daarbij is natuurlijk dankbaar gebruik gemaakt van subsidiering door de vele stichtingen die de provincie rijk is. Ook dan nog verdient de uitgever lof voor het uitgeven van zulk een gewichtig naslagwerk. Alleen heb ik wel enige twijfels bij de omslagen. Ook bij de mooiste mensen kun je maar beter niet inzoomen op een gezichtsdetail en dat geldt voor zilverwerk ook. Het mag de pret niet drukken, zeker als je bijvoorbeeld leest over een zestiende-eeuwse molenbeker. Het blijkt dat ook in die tijd al hoogst merkwaardige drankspelletjes werden gedaan.

 

Johan ter Molen, Fries Goud en Zilver. De geschiedenis van de Friese edelsmeedkunst in woord en beeld. Bornmeer, Gorredijk 2015. 1024 pag. €125,-

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.