Watt de Wolk of zo is het dorpsleven

Publisearre op 28 februari 2018

WILLEM WINTERS

De wolkenlucht is een soort plafond [-] Gijsbert van der Wal – Wijd open ogen

Laaghangende wolken, ze komen vaak voor en meestal weten ze zich uit deze benarde positie te werken. Dat valt niet mee, want op de grond is een wolk net zo onbestuurbaar als een walvis op het strand.

 

Toen kwam dat ‘vervelende’ jongetje van zopas en zei: ‘Ik weet wat. In Leeuwarden staan twee beelden voor het station. Bij bepaald weer slaat er een machine aan die mist maakt. Misschien kunnen we die machine lenen en hem op zijn hardst aanzetten en dan voorzichtig onder de wolk een aantal ventilators aanzetten.

 

Watt – zo heette de wolk waar dit verhaal over gaat – redde het niet. Hij was gegrepen door een pesterige windvlaag in een duikvlucht geraakt en met veel lawaai gedeeltelijk op een dorp terecht gekomen. Er stak van alles in zijn lijf en soms zelfs er dwars doorheen. De toren van de kerk en de schoorsteen van de oude zuivelfabriek waren diep in Watt’s zachte lijf  doorgedrongen. Watt verloor op die plaatsen veel water, hij was ernstig lek gestoken. De bewoners kwamen hun huizen uit. Watt beperkte hun zicht, de mist van Watt was erg dicht, en hij  overspoelde het dorp met tranen.

 

Zelfs buren zagen elkaar niet meer staan, wel riepen ze elkaars namen: “Kees, ben je daar, is het goed met je? Kan ik wat voor je doen?”

Wolken zijn niet kwaadaardig, maar ze zijn vaak de oorzaak van allerlei rampspoed waar zij zelf machteloos tegenover staan.

Zolang zij hoog door de lucht zeilen kan hen weinig gebeuren. Zelfs al botsen ze in volle vaart tegen elkaar – dat botsen valt heel erg mee – dan slokt hooguit de grotere wolk de kleinere wolk op. Of eigenlijk is het meer een in elkaar schuiven wat er dan plaatsvindt.

Even later kunnen ze weer los van elkaar raken.

Anders wordt het als de wolken een electrische lading krijgen – onweerswolken – dan worden ze gevaarlijk. Maar ook daar kunnen ze niets aan doen, het overkomt hen.

 

Zo kent het wolkenbestaan naast zijn vrolijke kanten ook zijn minder leuke tijden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de wolkentaal deze dubbelheid in een aantal spreekwoorden tot uitdrukking komt:

Eltse wolk hat in sulveren râne

Der komt in skip mei soere apel’s oan

 

Er was nu een groot aantal mensen op de been. Ze zochten elkaar voorzichtig op en allemaal praatten ze over de neergekomen wolk Watt.

– Zo kan het niet langer, zei de een.

– Er moet een verbod komen voor wolken om boven steden en dorpen te zeilen.

– Weet je wel hoe groot sommige wolken zijn?

– Die kunnen nergens heen!

– Wat is laaghangend, dat is niet overal hetzelfde, beweerde iemand.

– Hoe bedoel je dat?

– Dat is toch eenvoudig; in een bergachtig gebied heb je soms wolken op bijvoorbeeld 200 meter, daaronder geen mist, daarboven… mist. Een weg over een bergrug, gaat op en neer, dus…

– Ja, ik begrijp het, zei de vraagsteller.

– Hoe kunnen wij hem helpen?

– Ik weet niet, misschien kunnen we hem oppompen als een ballon.

Haha.Wat een idee, een wolk oppompen!

– Ja, lach maar, er was een kunstenaar [Hans Arp – Die Wolkenpumpe] die een wolkenpomp had.

Nog een dame mengde zich in het gesprek:

– Groningers hebben het over de wolkenfabriek, dat is de suikerfabriek, die spierwitte wolken uit de schoorsteen laat ontsnappen.

– Het klinkt als luchtfietserij, zei een jong kereltje, dat zich gauw uit de voeten maakte toen een paar lieden korte lontjes bleken te hebben. Door de stress van het moment waren die vrijwel opgebrand.

– Naar mijn mening, sprak toen een heer, komen we er zo niet uit, We zullen heel praktisch moeten zijn. Welke vragen kunnen we stellen en hebben we bijpassende antwoorden?

  1. waaruit bestaat een wolk?
  2. is dat reparabel en zo ja, hoe dan?
  3. hoe lang houdt een laaghangende wolk het uit? Hebben we binnen die tijd een oplossing?

 

De antwoorden kwamen na wat heen een weer gepraat al gauw. Een wolk bestaat uit waterdamp, die heeft weinig samenhang. Je kunt er niks aan vastmaken of aanhaken.

Toen kwam dat ‘vervelende’ jongetje van zopas en zei: ‘Ik weet wat. In Leeuwarden staan twee beelden voor het station. Bij bepaald weer slaat er een machine aan die mist maakt. Misschien kunnen we die machine lenen en hem op zijn hardst aanzetten en dan voorzichtig onder de wolk een aantal ventilators aanzetten. Ik denk dat de wolk dan op een soort bed van waterdamp komt te liggen en heel, heel kalm aan komt Watt omhoog. De gaten in zijn lijf zullen zich vullen zich met mist .

 

– Zo’n jongen toch…wie had dat van zo’n oproerkraaier verwacht…

– Er zit blijkbaar wel een portie gezond verstand onder die schedel.

 

Twee mannen meldden zich om met een vrachtwagentje naar Leeuwarden te gaan. Het waren bekwame chauffeurs die langzaam naar de stad reden.

– We hebben nog een mistmachine als reserve, die kunnen jullie wel lenen voor een paar uurtjes, zei de wethouder Verkeer en Fontein.

 

Terug in het dorp, werden de mannen met het vrachtwagentje  met applaus begroet! Ze installeerden de machine, terwijl de overige mannen in het dorp alle apparaten verzamelden waar maar een ventilator in zat. Toen begon het aftellen: 1-2-3.

De machine spuwt prachtige witte en vrij dichte mist.

Na ruim een uur lijkt er beweging in Watt te komen, er vaart een trilling door het wolkenlijf. De dorpelingen moedigen de wolk aan: hup Watt! Water Watt… Watt,Watt,Watt…

En ja, zoals het deftige heertje uitriep:

Kijk, kijk, de wolk komt onmiskenbaar omhoog! Tijdens die woorden springt een kikker in zijn keel, het gemoed schiet hem vol, hij pinkt een traan weg… eh, ehh, ehhehu.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels