Vijf tips voor de gevorderde schrijver

HENK WOLF – 

‘Studinten skriuwe striemin Nederlânsk’ stond er op 29 april op itnijs.nl. De kop vatte de conlusie samen van een onderzoek dat Mik van Es en Anouk van Eerden hebben uitgevoerd onder Nederlandse eerstejaarsstudenten. Ze hebben de kwaliteit laten beoordelen van teksten die de studenten hebben geschreven. Die kwaliteit was allesbehalve hoog: op de universiteit maakten studenten per pagina gemiddeld zo’n veertig fouten, op het hbo was dat zelfs het dubbele. Tachtig fouten per pagina, dat is gemiddeld meer dan één fout per zin.

Uit het nieuwsbericht en uit andere artikeltjes over het onderzoek begreep ik dat de fouten meestal niet voortkomen uit de typische spellingproblemen die in het onderwijs altijd veel aandacht krijgen, zoals de keuze tussen -d, ­-t of -dt­ aan het einde van werkwoorden. De studenten uit het onderzoek schreven wel vaak zinnen die niet goed liepen, ze gebruikten overbodige woorden en maakten veel fouten met de interpunctie.

Een aantal fouten met het gebruik van hoofdletters, spaties en leestekens is heel eenvoudig af te leren.

Mijn eigen studenten maken zulke fouten ook veel. Daarin staan ze niet alleen. Ik zie veel professionele taalgebruikers die hetzelfde doen. Sterker nog: ik krijg geregeld pr-materiaal van scholen en cursusinstituten onder ogen met dit soort fouten erin.

Een aantal fouten met het gebruik van hoofdletters, spaties en leestekens is heel eenvoudig af te leren. Ik geef hieronder vijf tips waarmee iedereen een tekst in één klap een professioneler aanzien kan geven. Ik geef ze hier voor het Nederlands, maar ze gelden ook voor het Fries.

 

1. Een school heeft wel een hoofd, maar geen hoofdletters
Namen van schooltypen schrijven we in kleine letters:

Willem zit op de havo, Anke geeft les aan het vmbo, de doorstroming van mbo naar hbo is niet altijd eenvoudig.

2. Het beletselteken lijkt op de neefjes van Donald Duck: ze zijn met z’n drieën en je mag ze alleen vasthouden als ze iets af moeten maken

Het beletselteken bestaat uit drie puntjes (dus niet vier of vierentwintig). Het wordt voorafgegaan door een spatie, tenzij we het gebruiken om aan te geven dat we een woord niet af willen maken:

Toen zag de inspecteur in de hoek plots een witte hand …
Volgende week horen we hoe het afloopt …
Ze zette grote ogen op en stamelde: “Dat … dat is toch de commis…”
Dat is toch godv… niet te geloven!

3. Woordsamenstellingscreatie is een proces zonder spatie

Als we een nieuw woord samenstellen uit twee of meer kortere woorden, dan schrijven we die woorden aan elkaar, ook als die woorden uit een andere taal komen:

De bedrijfskundestudente heeft het stageportfolio met het developmentmodel aan haar afstudeerstagebegeleider gegeven.

4. Afleiden met apostrof, samenstellen met een koppelteken

Het Nederlands heeft veel woorden met een gekke schrijfwijze. Die worden bijvoorbeeld letter voor letter uitgesproken (sms, PvdA, WAO) of er staan cijfers of leestekens in (D66, 65+, A4). Vaak zijn het namen van organisaties, instellingen of wetten. Als we van zo’n gek woord een langer woord afleiden door er een woorddeeltje achter te plakken dat zelf geen woord is (-tje, -je, -er), dan schrijven we tussen de woorddelen een apostrof (‘). Maken we een samenstelling met een ander woord (collega), dan schrijven we een koppelteken (-):

De PvdA’er schreef aan zijn D66-collega een sms’je over de 65+’ers die hun zorgen hadden geuit over de kosten voor oudere WAO’ers.

5. Het is heel gemeen, maar een zinsafsluiter is altijd alleen

We sluiten een zin af met een van de volgende leestekens: de punt (.), de dubbele punt (:), de puntkomma (;), het vraagteken (?), het uitroepteken (!) en het beletselteken (…). Alleen na het beletselteken mag nog een ander leesteken komen, namelijk een vraagteken of een uitroepteken. Combinaties van vraagtekens en uitroeptekens (??????, ?!?) horen alleen in stripverhalen thuis.

Dit is een voorbeeldzin en hier komen er nog een paar:
Hoe hij dat nu weer had gedaan?
Oprotten!
Of we daar ooit achter zullen komen …?

Comments
Ien reaksje oan “Vijf tips voor de gevorderde schrijver”
  1. Stefan Terpstra schreef:

    Dag Henk, deze taaltips heb ik in mijn hoofd gestampt en wat werken ze goed!
    Groetjes, Stefan Terpstra

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.