De verborgen schoonheid van Morandi

DIRK VAN GINKEL

Museum Belvédère in Heerenveen toont de komende maanden het verstilde werk van de Italiaanse schilder Giorgio Morandi (1890-1964). Morandi wordt wel een painter’s painter genoemd. Een kunstenaar die door vakgenoten zeer gewaardeerd wordt. Dat gaat in elk geval op voor de Friese schilder Jan Snijder, die diepgaand door Morandi is beïnvloed. Een blik op Morandi door de schildersogen van Snijder.

 

Schoonheid zit in degene die kijkt, niet in de dingen. Morandi schilderde de schoonheid in hemzelf.

 

Jan Snijder wacht me op in de deuropening van zijn atelier in Drachten. “Kijk eens goed naar deze kleuren”, zegt hij, en wijst op de witte deurpost en het vuil-okeren stucwerk van de buitenmuur. Dan loodst hij me mee naar binnen waar op een tafel een boek ligt, opengeslagen bij wat hij zijn favoriete Morandi noemt: een compositie van twee potjes en een kan, iets links uit het midden, en rechts daarvan een wat achteloos geschilderde schaduwpartij. “Precies dezelfde kleuren, zie je wel. En dat zalmrose vind je terug in die stoel daar. Die heb ik destijds speciaal in die Morandi-kleur geschilderd.” Wat je noemt een bijzondere binnenkomer.

 

Introvert expressionisme
Jan Snijder leerde het werk van Morandi kennen toen hij eind jaren tachtig  in de leer was bij Gerriet Postma, een Friese abstract expressionist die in Groningen woonde. Snijder werkte in die tijd, net als Postma, in de geest van Willem de Kooning. Maar hij ging zich bezinnen op zijn schilderstoekomst, nadat iemand hem een tentoonstellingscatalogus van Morandi had laten zien.

“Ik zag in dat boek het ene stilleven na het andere. Er kwam geen eind aan. Ik dacht aanvankelijk: wat moet ik ermee? Maar in de weken daarna bleven er maar beelden van dat werk in mijn hoofd opkomen. Er was echt iets gebeurd met me. Die mediterrane kleuren, die levendigheid, dat expressieve kwastwerk en tegelijk die verstilling… Ik noemde het voor mezelf introvert expressionisme en voelde me daarmee diep verwant.”

 

Het Onzegbare
Snijder laat werk zien dat hij in die tijd maakte: studies op het bescheiden Morandi-formaat. Hij probeerde te achterhalen hoe de Italiaan zijn kleuren samenstelde. Gaandeweg werd hem ook duidelijk waar het Morandi eigenlijk om te doen was. En dat was niet een realistische weergave van die steeds opnieuw geschikte werkelijkheidjes van serviesgoed.

“Als iemand zijn hele leven naar potjes zit te kijken, zoals Morandi, dan voel je wel aan dat hij eigenlijk met iets anders bezig is. Het gaat om iets wat daarachter ligt, om het wezen der dingen. Als ik naar zijn werk kijk, dan zie ik een schilder die het Onzegbare wil uitdrukken. En dat probeert hij op alle mogelijke manieren te doen, vandaar dat voortdurende herschikken van objecten. Ik ervaar bij zijn werk iets heel authentieks, iets dat heel zuiver is. En ook iets vitaals. Altijd maar zoeken, zoeken, zoeken.”

Daarbij ging Morandi volledig voorbij aan wat er in de kunst en in de wereld gebeurde. Hij was bezig met een hyperpersoonlijke queeste. Morandi kwam zijn huis – waar hij samen met zijn zussen een leven lang woonde – nauwelijks uit. Zijn atelier was zijn domein, geen mens mocht er naar binnen. En al helemaal niet om er schoon te maken. Snijder vertelt dat de ‘verdoezelde’ kleuren van de Morandi-schilderijen zijn terug te voeren op de geweldige hoeveelheid stof die er op de potjes was neergedaald. Als hij ze herschikte, dan deed hij dat door zijn vingers heel voorzichtig aan de binnenkant van de objecten te plaatsen en ze zo op te pakken. Want daardoor bleef de stofjas prachtig mooi zitten.

 

Krakkemikkige elegantie
Het lijkt een hele stap van het abstract expressionisme van De Kooning naar het verstilde stilleven van Morandi. Maar dat valt wel mee, zegt Snijder.

“Wat Morandi deed, stond ogenschijnlijk haaks op waar ik mee bezig was, maar eigenlijk maakte hij alles alleen maar stiller en eenvoudiger. Het lijken wel potjes en kannetjes die hij schildert, maar eigenlijk zijn het kleurvlakken die in een bepaalde verhouding staan tot elkaar. Daarmee is het werk eigenlijk abstract. En daarbij is het zo levendig, gepassioneerd en expressionistisch geschilderd! Morandi zat eindeloos te kijken naar die potjes en ze te schikken en te herschikken. Maar als hij de juiste opstelling eenmaal gevonden had en het licht was goed, dan kletste hij het allemaal zo op het doek. Zoeken naar het moment dat alles samenvalt en dan razendsnel kwasten. Dat verklaart die krakkemikkige elegantie, dat naïeve. Eigenlijk is het heel ruig allemaal. Daarom spreek ik liever ook niet over stillevens. Het is veel meer. Oh man, ik heb daar zoveel van geleerd.”

 

Schoonheid
Als Jan Snijder een van zijn Morandi-boeken dichtslaat, blijkt daaronder een schetsboek te liggen met aantekeningen voor ons gesprek. In een reeks steekwoorden vatte hij samen wat Morandi voor hem betekent. Schoonheid staat er niet tussen.

Morandi was niet op zoek naar schoonheid, hij beleefde schoonheid, zegt Snijder.

“Weet je wat het is? Schoonheid zit in degene die kijkt, niet in de dingen. En dat is wat er bij Morandi aan de hand is. Hij schilderde de schoonheid in hemzelf. Hij had alleen iets nodig om dat in de fysieke wereld te brengen en dat waren die potjes. Af en toe keek hij naar buiten en dan zag hij een stadsgezicht of een landschap. Die schilderde hij dan ook, maar hij is op z’n best met die potjes.”

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.