Vanuit Kunsthuis SYB boren naar het Atlanticum

ELSKE SCHOTANUS – 

Van 1 augustus tot 10 september zal de Haagse kunstenaar Josje Hattink als artist in residence haar intrek nemen in Kunsthuis SYB om te werken aan het project ‘Drach’. Voor de Moanne woonde ik vrijdag 23 juni het dagprogramma bij over de sporen die de mens heeft nagelaten in het veenlandschap. Voor de aanwezigen zou het een smaakmaker kunnen zijn; voor haarzelf onderdeel van het proces dat in augustus zijn vervolg zal krijgen. ‘Wat ga je hier over schrijven?’ vroeg iemand mij, al tijdens de ontvangst met koffie en thee. Het zou een goede vraag blijken.

 

‘Wat ga je hier over schrijven?’ vroeg iemand mij, al tijdens de ontvangst met koffie en thee. Het zou een goede vraag blijken.

 

Ga ik schrijven over de 16mm film ‘Flow Country’ (2017) van Jasper Coppes, intrigerende zwartwitbeelden van veenmoerassen in noordoost Schotland? Over hoe het lijkt alsof het landschap altijd zwart, wit en alle grijstinten er tussenin is geweest? Over zijn gesprek met Josje’s gasten, de sprankelend heldere uitleg bij de film? Over hoe hij, op zoek naar het ‘wildernisgevoel’, er achter was gekomen dat elke ‘wildernis’ sporen van cultivatie draagt? Hoe, wanneer mensen een landschap terug willen brengen in zijn ‘oorspronkelijke staat’ de vraag wat die staat dan is, kan worden gesteld? Hoe hij geïntrigeerd raakte door het boek Landmarks van Robert Macfarlane over de rol en betekenis van de taal bij de ervaring van het landschap? Ga ik daar over schrijven?

Of zal ik schrijven over de presentatie van Theo Spek, hoogleraar landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen? Hoe een groot deel van Nederland eens bedekt was onder een enorm pakket veen? Hoe het veen in de loop der eeuwen werd afgegraven? Hoe afwateringsslootjes liepen, dorpen op de kaart verschoven, sporen altijd zichtbaar zouden blijven? Hoe studenten onderzoek doen naar veenlagen en waarom zij dat bij voorkeur in de nabijheid van kerken doen? Over hoe Spek ook de sociale geschiedenis van het veen nog aanstipte. Ga ik daar over schrijven?

Eén ding weet ik zeker, over de voortreffelijke lunch zal ik níét schrijven. Per slot van rekening kan ieder zich wel iets voorstellen bij de smaak van diverse broodjes en beleg, de frisheid van druiven, het zoete sap van meloenen. Zal ik dan maar iets vertellen over de excursie naar natuurgebied de Deelen? Over hoe Theun de Leeuw, veendelver van het laatste uur, de groep in sneltreinvaart door het gebied leidde? Over de koppel ganzen op het voetpad, de zwarte sterns die opvlogen? Of moet het gaan over de grondboor die Theo Spek bij zich had, een boor waarmee tot op zeven meter diepte grondmonsters zouden kunnen worden genomen? Over zijn zijn teleurstelling dat het veenpakket ter plekke ‘maar’ twee meter dik is? Noem ik zijn irritatie, even, toen bleek dat hij het handvat van de boor in de auto had laten liggen?

Zal ik in geuren en kleuren vertellen over de stank van rotte eieren en het bruinige veen, dat zwart wordt als het aan de lucht wordt blootgesteld? Moet het gaan over de capaciteit die veengrond heeft om CO2 op te vangen, een vermogen dat vernietigd wordt door ontwatering? Zal ik het hebben over het rode hout dat ongetwijfeld van de els is, hoe Josje, in hurkzit, de brokstukken bestudeert? En die draadjes – daar, kijk daar – zevenduizend jaar oud veenpluis, afkomstig uit het Atlanticum, zal ik daar over schrijven?

Zou ik niet liever schrijven over de mensen die ik sprak? Over de jongeman die, na net zijn diploma gehaald te hebben, van plan is een tussenjaar te nemen? De twee vrienden die Kunsthuis SYB ‘leuk’ vinden op facebook? Het kan ook gaan over die kennis van Josje die, als kunstenaar, gefascineerd is door die ene duinpan in Zeeland die iedere dag weer anders is. Of over het drietal dat zich vanuit historische belangstelling opgaf en die ene die werkelijk álles van de veengeschienis lijkt te weten? Zal ik daar over schrijven?

Of schrijf ik liever over mijzelf? Over wat het veengebied bij mij oproept? Die keer dat ik er schaatste? Over puberdochters die stiekem een nacht in de vogelkijkhut doorbrachten, een fles Pisang Ambon bij de hand? Ik zou ook kunnen schrijven over een recente aankoop: het kostbare Het 4e en 5e Veendistrict 1826/1926, op de kop getikt voor vijftien euro. Of over de wandeling die ik eens maakte, samen met Steven Sterk over de stripen, hij op klompen, ik, wankelend, op hakken? En zou ik niet nog eens een in de familie lopende anecdote kunnen ophalen over mijn voorouiders die Lúnberters – de taal van de veenarbeiders – spraken?

‘Ik woon hier in de buurt’, vertelde ik Josje Hattink, ‘het veen is verbonden met mijn geschiedenis. Voor jou zal het anders liggen …’

‘Dát zou ik niet zomaar zeggen’, diende ze mij van repliek.

Er blijkt een verhaal te zijn, een ander verhaal nog dan dat waar zij zich als kunstenaar mee bezig houdt. Als kunstenaar stelt zij zich de vraag hoe de wereld om haar heen functioneert en is opgebouwd: zand, stenen, water, aarde. Om dan het veen als uitgangspunt te nemen voor het dagprogramma en, binnenkort, het verblijf in Kunsthuis SYB verbaast dus niet. En dat andere verhaal? Ergens hoop ik dat zij het deel uit zal laten maken van haar project ‘Drach’. Het is niet aan mij om het hier nu te vertellen.

Maar wat zal ík dan eens schrijven?

 

http://www.josjehattink.com – http://kunsthuissyb.nl

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.