Polderblindheid

Publisearre op 19 juni 2013

BAUKE TUINSTRA – 

Veel mensen kennen de Noordoostpolder enkel vanaf de snelweg. Dat is jammer, want voor wie goed kijkt is er er veel te genieten in hoofdstad Emmeloord of in een van de tien oorspronkelijke dorpen. De polder, de stad, de dorpen en de gebouwen zijn zorgvuldig en in samenhang ontworpen. Er zijn prachtige, vaak bescheiden woonblokken en bijzondere kerken en scholen, sommigen gebouwd volgens het Modernisme, anderen volgens de traditionele Delftse School. En alles in de tijdgeest van de wederopbouwperiode.

Zo heeft een dorp drie kerken, een voor elke hoofdstroming. En er zijn drie scholen, in de buurt van de kerken. Geen van de kerken heeft een dominante plaats in het dorp, want geen stroming staat boven de anderen. Daarom ook is de Poldertoren, in het hart van zowel de polder als van hoofdstad Emmeloord, geen kerktoren maar een watertoren. Maar ze staan niet op een willekeurige plek in het dorp. Want het dorp is volgens een zeer precies plan gebouwd.

De gang door het dorp is zorgvuldig geregisseerd. Vanuit de polder maakt de weg telkens een knik bij de entree van het dorp. Zichtassen op onder andere de kerken zorgen voor een logisch verloop van de route, vaak langs prachtig vormgegeven straten en singels. In het centrum van het dorp is er een plein of een brink, met winkels en openbare gebouwen.

Natuurlijk zijn er ook grote verschillen tussen de dorpen. Nagele is een wereldberoemd modernistisch monument, waar woonbuurten met plat afgedekte woningen rondom een grote dorpsweide zijn gesitueerd. In deze dorpsweide staan ondermeer verrassend eigentijdse scholen van Aldo van Eyck en een prachtige kerk van Van den Broek en Bakema. Maar het beeld dat Nagele een uitzondering is in de traditionalistische polder klopt niet.

Bij nadere beschouwing blijkt de scheiding niet zo strak. Er zijn ook elders gebouwen met zowel modernistische als traditionele kenmerken. En de stedenbouwkundige opzet van Kraggenburg bijvoorbeeld, lijkt sterk op die van Nagele: ook hier tref je een dorpsweide aan met scholen en kerken. Maar de architectuur in Kraggenburg is wel degelijk erg traditioneel.

De overeenkomsten tussen de dorpen zijn eigenlijk groter dan de verschillen. Elk dorp is een hechte gemeenschap, ontworpen voor voetgangers. Verschillende functies zijn op een compacte wijze samengebracht in het centrum, woningen voor verschillende klassen zijn vlak bij elkaar te vinden. En al die gebouwen vormen samen de openbare ruimte, waarin slechts belangrijke openbare gebouwen zich opvallend onderscheiden.

Veel van deze kenmerken zijn ook terug te vinden bij het zogenaamde ‘New Urbanism’. Het dorpje Seaside was een van de vroege voorbeelden en diende jaren later als decor voor de film The Truman Show. Ook zijn er meer bedenkelijke voorbeelden, waarbij het dorp wel model heeft gestaan voor de ruimtelijke opzet, maar waar strenge regels gelden en de toegankelijkheid beperkt wordt door hekken en slagbomen: de ‘gated communities’. Celebration, ontwikkeld door Walt Disney, is hiervan het bekendste voorbeeld.

In GrootBrittannië was Prins Charles vanaf de jaren tachtig pleitbezorger van het traditioneel en dorps bouwen. Zijn ideeën vatte hij samen in het boek A vision of Britain. Het dorp Poundbury, door Leon Krier ontworpen, was zijn initiatief. Hier is het dorp niet alleen het ruimtelijke voorbeeld. Het gaat hier juist ook om de manier van samenleven.

Dichterbij zijn er ook voorbeelden. Zo worden in de Leeuwarder Zuidlanden nieuwe Friese dorpen gebouwd. De compacte opzet en kwaliteit van de openbare ruimte zorgen voor een echt dorpsgevoel. Echte dorpse kerken worden nauwelijks meer gebruikt, laat staan gebouwd. Een dorp heeft dit soort gebouwen wel nodig, voor de leefbaarheid en de broodnodige hiërarchie. Zo kun je je weg vinden en worden plekken benoembaar. Dorpse voorzieningen ontbreken, er is geen café, geen bakker en geen kruidenier. Dat probleem hebben de polderdorpen tegenwoordig trouwens ook.

De grootste waarde van zowel de polderdorpen als van de dorpen in de Zuidlanden ligt niet in het teruggrijpen op oude architectuurbeelden. Daarover zijn de meningen bovendien nogal verdeeld. Het meest waardevol is de samenhang tussen architectuur, stedenbouw en landschap. Ze zijn aanvullend en ondergeschikt aan elkaar. Zo worden mooie openbare ruimten gevormd, waarin bijna vanzelfsprekend ook sociale samenhang ontstaat.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels