Nieuwe Friese spelling, een gûd idee?

Publisearre op 7 mei 2013

HENK WOLF –

Provinciale Staten van Friesland hebben besloten de officiële Friese spelling te wijzigen. Het beruchtst is de nieuwe regel voor de schrijfwijze van de oe-klank. De nieuwe regel zegt dat er een oe wordt geschreven als het ‘duidelijk overeenkomstige Standaardnederlandse woord’ die ook heeft. In andere gevallen wordt een û geschreven. Die regel zou eenduidig en makkelijker leerbaar zijn. Laten we eens bij een paar Friese woorden met een oe-klank bekijken of dat waar is.

 

boesgroen/bûsgroen – in het Nederlands ‘overhemd’. Of moet je kijken naar het verwante, maar onbekende ‘boezeroen’?

bloeske/blûske – kan in het Nederlands als ‘bloes’ en als ‘blouse’ worden geschreven. Wil dat zeggen dat het Fries dan twee spellingen toelaat? En is een Friese ‘bloes’ niet een overhemd en een Nederlandse ‘bloes/blouse’ een dameskledingstuk?

hoenear/hûnear – in het Nederlands ‘wanneer’, dus zonder oe, maar er zit wel het woord ‘hoe’ in. Of speelt dat geen rol?

brûs/broes – in het Nederlands een ‘douche’, dus in het Fries ‘brûs’. Maar het Nederlands heeft wel een ‘broes’ voor op de gieter. Dus je wast je ‘ûnder de brûs’ en je geeft de planten water ‘mei in broes’? Maar het is toch hetzelfde ding?

doe/dû – is ’toen’ overeenkomstig genoeg? Moet ik een etymologisch woordenboek pakken om te kijken of dat dezelfde oorsprong heeft?

tûfe/toefe, wynpûster/wynpoester, boekel/bûkel – volgens Van Dale zijn ’toef’ (kuif) en ‘poesten’ (blazen) Nederlandse woorden, maar ‘windpoester’ niet. ‘Boekel’ (beukennoot) staat in het WNT. Maar wie kent die Nederlandse woorden?

poepetoer/pûpetoer – een ‘heksentoer’, dus zonder ‘oe’. Of moet ik bij samengestelde woorden naar de afzonderlijke woorddelen kijken? Dat staat niet in de nieuwe regeling. En is ‘poep’ voor ‘Duitser’ dan ook Nederlands? Ja, verrek, het staat in de Van Dale. Maar ‘poeps’ weer niet, dus dan wordt dat ‘pûpsk’ in het Fries?

dûzelje/doezelje – het Nederlands kent ‘doezelen’, dus het zal wel ‘doezelje’ worden. Maar ‘dûzelich’ dan? Dat is ‘duizelig’. Moet dat dan met een û blijven? En wat is de ‘duidelijk overeenkomstige Standaarnederlandse’ vertaling van ‘dûzje’?

koerant/kûrant – het Nederlands heeft ‘courant’, zonder oe, dus wordt het in het Fries dan ‘kûrant’? Maar dit is een Frans leenwoord! Daar gaan Provinciale Staten niet over. Blijft de regel dan van kracht dat je in vreemde woorden voor een r een oe schrijft?

koese/kûse, koeienearje/kûienearje – ‘koese’ komt van ‘coucher’ en ‘koeienearje’ van ‘couillonner’. Dat zijn Franse woorden. Maar tot nu toe werden ze gespeld alsof ze geen vreemde woorden waren. Blijft dat zo? En hoe moet ik dat weten?

 

De nieuwe spelling is dus evenmin eenduidig als de oude. En ze heeft een extra nadeel. Mensen spellen namelijk alleen in het begin van het leerproces analytisch (beredenerend). De overgrote meerderheid onthoudt al snel lettercombinaties en woorden en schrijft na een paar maanden grotendeels op woordbeeld. Daardoor kunnen Engelsen en Fransen hun onsystematisch gespelde talen schrijven. Daardoor ook maken wij in het Nederlands weinig fouten met au/ou en ei/ij. En daardoor maken we juist veel fouten met de d/t van werkwoorden, waarvoor analytisch spellen noodzakelijk is.

De ervaring leert dat de keuze tussen û en oe een beginnersprobleem is. Na een tijdje gaat het vanzelf goed, doordat de leerders woordbeeld opbouwen. Wel hardnekkige problemen zijn de spelling van Franse leenwoorden (“stantaasje”, te laagfrequent), de werkwoordspelling (“hy wurd”, vereist analytisch spellen), de keuze tussen g/ch (“aardigheid”, Nederlands woordbeeld dringt zich op) en het verschijnen van spellingvormen van voor 1980 (“hawn”, “houn”).

Dat laatste belooft tientallen jaren van nieuwe spelfouten; straks is er welgeteld één boek in de officiële spelling – de woordenlijst. Alle andere Friese teksten frustreren het opbouwen van een correct woordbeeld. Niemand schrijft straks meer op gevoel goed. Woorden in nieuwe teksten (‘drûch’, ‘bûsgroen’?) worden bovendien onvindbaar in de bestaande woordenboeken, woorden in oude teksten keurt de staveringshifker af. Schrijvers boycotten de nieuwe spelling of verkiezen het Nederlands. En dat allemaal voor een fictief voordeel.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels