Niet in één beeld te vangen

JEROEN WIERSMA – 

Een fijnmazig stelsel van kanalen, wijken en sloten, ooit gegraven voor het vervoer van het vele turf dat hier in de 17de en 18de eeuw op grote schaal werd gewonnen tekent het landschap rondom Haulerwijk. Het is de woonplaats van Chris Beuker (1946), schrijver van het boek ‘Communistisch verzet in Friesland 1925-1945’. Niet geheel toevallig was dit ook één van de plaatsen in Friesland waar het communistische gedachtegoed in vruchtbare bodem viel. Figuurlijk gesproken dan, want na ruim twee eeuwen gegraaf in het van oorsprong metersdikke veenpakket was er van een vruchtbare bodem geen sprake meer. Het landschap veranderde en de mensen transformeerden mee. Het werk was zwaar, ongezond en monotoon. Net als de bodem raakten ook de mensen stilaan uitgeput. Toen de turf tegen het einde van de 19de eeuw als brandstof werd verdrongen door kolen en petroleum werd de situatie voor de veenarbeiders er niet beter op. De nieuwe realiteit presenteerde zich in de vorm van werkloosheid en daaropvolgende schrijnende armoede.

 

“Ik vind het juist belangrijk dat ook de komende generaties weten voor welke waarden andere mensen hebben gestaan en wat ze daarvoor over hadden.”

 

Zelf groeide Beuker op in een arm gezin in een buurt met veel socialisten en communisten in de stad Groningen. De Eén Mei viering maakte grote indruk. “Ik herinner mij als kind de eerste Mei met vlaggen en optochten en vele debatten. Bij deze discussies op straat ging het hard tegen hard. Er werden flyers uitgedeeld van de Communistische Partij van Nederland en de Partij van de Arbeid. Het was echt een rode buurt. Ik leerde er om geen genoegen te nemen met hoe het hier en nu is. Niet alleen om strijdbaar te zijn, maar ook om de dialoog aan te gaan. Dus niet vanuit je eigen hokje redeneren, maar stilstaan bij de vraag: wat verbindt mensen met elkaar?”

Het boek staat ruim stil bij die vraag. In het jaar 1925 zien we de eerste vormen van georganiseerd communisme ontstaan in Zuidoost Friesland. Eén van de personen die daar een belangrijke rol in heeft gehad, is Gerrit Roorda, ‘de rebel fan De Tynje’. Bij de jonge Gerrit thuis werd intensief uit de boeken van Multatuli gelezen. En één van de mensen die Gerrit Roorda inspireerden was de markante vrije socialist Domela Nieuwenhuis, die door de veenarbeiders ‘Us Ferlosser’ werd genoemd. Roorda was een flamboyant spreker. Door overtuigend vanuit zijn hart te spreken wist hij een grote groep mensen te verbinden. Als voormalig docent drama is Beuker erg geïnteresseerd in de menselijke drijfveren van mensen als Roorda. In het boek wordt een portret geschetst waarbij de schrijver erg dicht op de persoon zit. En die lijn wordt verder in het boek vastgehouden wanneer andere belangrijke personen binnen het communistische verzet als Jan Herder en Frits Taraschewski aan bod komen. “Ik vind het juist belangrijk dat ook de komende generaties weten voor welke waarden andere mensen hebben gestaan en wat ze daarvoor over hadden. Je moet je dan niet willen beperken tot oppervlakkige feitjes. Je werkt dan ook met verbeeldingskracht. Ik wilde deze mensen in het middelpunt plaatsen. Omdat er nooit aandacht aan is besteed en er nooit eerherstel is geweest. Tot aan de dag van vandaag. Dat was een hele belangrijke motivatie om dit boek te schrijven.”

Het communistische verzet richtte zich in de beginjaren vooral op de verheffing van de arbeidersklasse door te strijden voor het verbeteren van de kwaliteit van het bestaan. Belangrijke thema’s waren huisvesting, gezondheidszorg en werkloosheid. Er was meteen ook aandacht voor de onrechtvaardigheden die zich in het buitenland afspeelden. Die internationale dimensie was fundamenteel. De Communistische Partij van Nederland (CPN) wilde de arbeidersbeweging immuun maken voor wat voor vorm van onderdrukking dan ook , waar ook ter wereld. Nederlandse communisten schaarden zich achter de bevrijdingsbeweging in Indonesië en er werd solidariteit getoond met de jonge Spaanse, democratische republiek in hun strijd tegen het Franco-fascisme tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Met de staatsgreep van Hitler in het voorjaar van 1933 kwam daar een belangrijk thema bij, namelijk het bestrijden van het opkomende fascisme. De strijd tegen het antisemitisme kreeg binnen de partij prioriteit. Het was gewoon ondenkbaar dat je een ander mens minacht, in de grond trapt of op grond van levensbeschouwing gaat vervolgen.

Eén van de personen die in het boek een gezicht krijgt was de Duitse antifascist Fritz Taraschewski. Zijn verhaal maakte indruk op Beuker. In Friesland stond Fritz bekend onder zijn schuilnaam ‘Duitse Gerrit’. Hij was één van de vele Duitse communistische vluchtelingen die na de ontwikkelingen in 1933 naar Nederland kwamen. Het verhaal van Fritz maakt volgens Beuker duidelijk dat je niet alle Duitsers over één kam kon scheren. Als jonge communist kwam Taraschewski in eigen land in verzet tegen het opkomende fascisme van Hitler. Hij werd opgepakt, maar wist te vluchten naar Amsterdam. Uiteindelijk kwam Fritz in Friesland terecht, waar hij als één van de eerste mensen verzet pleegde in Leeuwarden. Binnen de communistische partij werd hij met open armen ontvangen. Fritz liet zien dat voor de communisten niet de bestrijding van de Duitsers centraal stond, maar de bestrijding van het fascistische systeem.

Grote moeite had Beuker met het beschrijven van de ellende die zich in de concentratiekampen heeft afgespeeld. “Dat doe je niet even in een dagje. Als je niet uitkijkt wordt het voor jezelf een trauma. Ik heb het willen doen, omdat ik vind dat boven water moet komen, hoe het gebeurd is. Ik wilde eigenlijk met de mensen meegaan. Dat heeft diepe indruk gemaakt.” Naast de schrijnende verhalen over het onmenselijke leed in de kampen presenteert Beuker ook verhalen over hoop en verbroedering. Om daar een voorbeeld van te geven: De Nederlands-Hervormde dorpsarts van Haulerwijk wendt zich na de Kristal nacht tot een communistische boer om te overleggen over het opvangen van Joodse vluchtelingen. Dat dit gebeurde is alles behalve vanzelfsprekend in een tijd van verzuiling en anticommunisme. Toch ontstond er een band tussen deze twee personen.

Beuker toont in zijn boek aan dat de complexe geschiedenis van het communistische verzet en de personen daarachter niet in één beeld te vangen is. Soms wordt een gebeurtenis op twee verschillende manieren uitgelegd omdat er simpelweg niet één waarheid bestaat. Ook daarin hanteert de schrijver een dialogische visie. Het boek geeft een inkijkje in de levens van mensen die door het maken van vaak radicale keuzes en door het tonen van moed het verschil hebben kunnen maken voor andere onderdrukte mensen. Gewone mensen die met gevaar voor eigen leven voor verbroedering en verbinding kozen in een tijd waarin haat en discriminatie in het collectieve denken doorsijpelde. Als lezer blijf je met één wezenlijke vraag zitten: Welke keuzes zou ik maken wanneer je vertrouwde wereld met angst en onderdrukking wordt geconfronteerd? Dat wil het boek ook beogen. Nadenken over dingen. De diepere thema’s als moed, haat, discriminatie en verbroedering die in het boek worden aangesneden zijn van alle tijden en universeel.

 

 

Communistisch verzet in Friesland 1925-1945, Chris Beuker. Utjouwerij Bornmeer. 496 siden, €29,50

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.