Mannigfuald, de mythe als metafoor voor inspiratie

ELSKE SCHOTANUS – 

Tot half mei was in Galerie Plaatsmaken in Arnhem de solo-expositie Mannigfuald van de in Leeuwarden opgegroeide kunstenares Mirka Farabegoli te bewonderen: enkele tekeningen, maar vooral etsen. Eerder stelde Mirka, samen met de Friese dichter Tsead Bruinja en saxofonist Femke IJlstra, de bundel Stofsûgersjongers (2013) samen, waarbij zij verantwoordelijk was voor de illustraties. Ook Mannigfuald zal als boek verschijnen.

 

“Ik wil niet alles onder controle houden om ook het spontane zijn kans te geven.”

 

Ambachtelijk werken
Plaatsmaken, naast korenmolen De Kroon in de Arnhemse wijk Klarendal, is niet alleen galerie, maar vooral een werkplaats voor professionele grafici, met meerdere werkruimtes. In de kelder bevinden zich de etspersen voor het afdrukken van grote platen, een stuifkast en een doka. Mirka, die ook in andere ateliers wel werkte – Nijmegen, Leeuwarden, Bolivia, Ierland – noemt grafici het meest sociale slag onder de kunstenaars. “Door gezamenlijk gebruik te maken van een ruimte en apparatuur voel je je onmiddellijk verbonden met andere grafici, daarmee valt het pretentieuze weg dat veel individueel werkende kunstenaars wel kenmerkt. Etsen is een oude techniek die niet zo past in deze tijd.”

Gevraagd naar het waarom van juist deze techniek, vertelt Mirka dat zij maandenlang met een tekening bezig kan zijn. Deze veelal grote, kleurige tekeningen ontstaan op het papier zonder eerst eindeloos voorschetsen te maken. Langer dan een uur achter elkaar houdt zij het tekenen echter niet vol. “Bij etsen heb ik een focus, een aandachtsspanne die ik bij elke andere techniek niet op kan brengen.” Het is een ambachtelijk proces, bewerkelijk ook. Een lijntekening aanbrengen, een zuurbad maken (kopersulfaat), de verschillende tonen die elk een eigen etstijd verlangen. Tonen worden verkregen door harspoeder op de plaat te stuiven, een techniek die aquatint wordt genoemd. Is de plaat klaar dan kan die worden ingeïnkt, de overtollige inkt wordt ‘afgeslagen’ en vervolgens druk Mirka de plaat af op de pers met het houten spaakwiel waarmee zij ‘vriendschap’ sloot. “Ik wil niet alles onder controle houden,” zegt zij, “zo maak ik weinig proefjes, om ook het spontane zijn kans te geven.”

Voor Mannigfuald werkte zij in Ierland, waar zink lastig te verkrijgen bleek. “Het toeval wilde dat het echtpaar waar ik verbleef, de keuken aan het verbouwen was en uit de oude keuken, vanachter het fornuis, kwam een stuk zink, vol spetters en vlekken. Ik besloot de plaat niet te poetsen, waardoor er prachtige druipers ontstonden.” Aan de wand hangt, ingelijst, de ets-aquatint met daarop afgebeeld een vrouw – Púca – om haar schouders een sjaal bestaande uit golven.

Daarnaast maakt zij gebruik van digitale foto’s die op acetaat worden geprint en vervolgens op een gevoelige plaat worden overgebracht. Het is deze plaat die wordt geëtst, het ininkten gaat veel soepeler dan bij andere etstechnieken. “Met behulp van photoshop probeer ik de wat groezelige sfeer, die zo kenmerkend is voor het ambachtelijke van bijvoorbeeld een aquatint, te behouden.”

 

“Mannigfuald is een metafoor geworden voor iets waar ik zelf mee bezig ben: een nieuw verhaal maken uit elementen die uit de hele wereld afkomstig kunnen zijn.”

 

Mythen en sagen
In Mirka Farabegoli’s werk komen fantasie en werkelijkheid samen, daarmee zit het enigszins in dezelfde sfeer als dat van kunstenaars als Bas Epker en José Witteveen, beide in Friesland wel bekend of bijvoorbeeld dat van Merlijne Marell, evenals Mirka werkzaam in Arnhem. Op Mirka’s tekeningen en etsen zijn figuren te zien in carnavaleske uitdossingen, met maskers van hertengeweien of boomtakken, lichamen waarin skelet of vaatstelsel zichtbaar zijn, er is een muzikant die zijn klanken de bronchiën inblaast, maar haar vreemde – vaak vervreemdende – kostgangers kunnen gerust op gympen lopen.

Zoals kunstwerken zich vaak laten herkennen als werk uit precies díé periode, het kubisme, het expressionisme of Cobra – noem maar op – zo lijkt er de laatste jaren een nieuwe generatie te zijn opgestaan, en daarmee een nieuwe stroming. “Het verhalende in de kunst is lang taboe geweest”, aldus Mirka op de vraag naar het waarom van de overeenkomst met andere kunstenaars van haar generatie. “Het is een reactie op de dingen die in de vergetelheid dreigen te raken. Dat wilde, dat niet-rationele zou wel eens de verbindende factor kunnen zijn. Het besef dat de mens uiteindelijk een niet onder controle te brengen wezen is, een terugverlangen naar de natuur. Het is de reactie op een tijdperk waarin de mens steeds meer wordt opgeslokt door technologische ontwikkelingen.”

Waar José Witteveen zich, volgens Mirka, vaak baseert op gesprekken, raakt zijzelf geïnspireerd door culturen, observaties en de verhalen die zij leest. Was het, toen zij in 2005 van ArtEZ kwam, de carnavalscultuur van Bolivia, waar zij drie maanden als artist in residence doorbracht, die haar inspireerde, voor Mannigfuald viel zij terug op haar roots die in Friesland liggen. “Ik heb heel lang gedacht dat die gekke vermenging van de cultuur van de Indianen en carnaval onder invloed stond van het animisme, veel later pas kwam ik erachter dat de invloed van de Spanjaarden veel groter was dan ik dacht. Bij het zoeken naar oude verhalen en tradities kwam ik uiteindelijk terecht bij de Friesche mythen en sagen van J.P. Wiersma met daarin het verhaal over het mythische schip Mannigfuald, opgebouwd uit materiaal afkomstig van meerdere schepen van de Friese vloot. Het schip bracht de Friezen naar hun hoekje van Europa. In de serie gaat het niet letterlijk om het verhaal over dat schip, Mannigfuald is een metafoor geworden voor iets waar ik zelf mee bezig ben: een nieuw verhaal maken uit elementen die uit de hele wereld afkomstig kunnen zijn.

Met dat verhaal, Mannigfuald, ging ik naar Ierland, waar mythen en sagen nog actueel in het bewustzijn leven, nog invloed hebben op hoe de mensen in het hier en nu staan. De wispelturige Púca, kruising tussen elf en duivel, komt in talloze verhalen voor zonder dat er een beschrijving is hoe het wezen eruitziet. Púca verleidt de mens, maar je moet heel voorzichtig met haar omspringen. Ieren zijn geboren verhalenvertellers, van ieder thema weten zij spontaan een verhaal te maken. Zelf maak ik maskers, ik doe onderzoek door er foto’s van te maken, schetsen. Sommige maskers komen in meerdere werken voor, vormen een verbinding.” Zo ontstonden in 2016, in Ierland, onder meer de zwartgemaskerde Filonzana op gympen, de Seaweed man, gekleed in wollen trui en met een hoofdtooi van wieren en Whale harp – een bont gezelschap poserend voor het karkas van een walvis.

Voor de financiering van het boek maakte Mirka Farabegoli gebruik van crowdfunding. Mannigfuald, met daarin een tweetalig gedicht van Tsead Bruinja, een Nederlandstalig vers van Joost Oomen en foto’s van Heleen Haijtema wordt, evenals Stofsûgersjongers, vormgegeven door Monique Vogelzang en verschijnt in september in eigen beheer. “Het is fijn om mijn connecties met Leeuwarden weer op te bouwen. Toen ik van de middelbare school kwam, moest ik niets meer van de stad hebben en ging ik twee jaar naar Spanje. Nu zijn er allerlei toffe initiatieven als de popacademie en de Neushoorn. Ik zou het boek graag ook in Leeuwarden presenteren.”

 

mirkafarabegoli.com

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.