fotografy: Dirk van Ginkel

Kunst en catharsis

DIRK VAN GINKEL – 

Dichter Peter van Lier was zes weken lang part time ‘poet in residence’ bij NOK 6 in Beetsterzwaag, waar 25 kunstenaars uit Groningen en Friesland exposeerden. Door het wegvallen van diverse publicatiemogelijkheden zag Van Lier zich bedreigd in zijn bestaan als dichter. Het doel met zijn verblijf bij NOK was te achterhalen of de beeldende kunst hem iets te bieden had in deze tijd van economische en emotionele onzekerheid: vertroosting, inzicht, inspiratie, of hoop… Hij schreef er een boekje over: ‘Voedselbank’.

Lege handen
Het museumtijdschrift waarvoor hij schreef is opgeheven, veel literaire bladen zijn verdwenen, zijn uitgever ziet af van de publicatie van zijn essaybundel over poëzie en diezelfde uitgever wil alleen maar met hem verder als hij ophoudt met de vormexperimenten in zijn gedichten. De poëziebundel die onlangs voltooid is, verschijnt dus ook niet. De dichter staat opeens met lege handen.
‘Ik had even niets meer om me door te laten inspireren en opmonteren. Dat was nieuw voor me’.
En uiterst onwenselijk. Daarom was de verontruste Peter van Lier wel te porren voor een experiment bij NOK. Drie dagen per week, zes weken lang, zou hij verblijf houden te midden van 150 kunstwerken in de hoop iets van zijn vertrouwde levensgevoel terug te vinden.
‘Wat de werkelijkheid me op dat moment niet meer kon bieden – vertroosting, inzicht, inspiratie, hoop – kon me mogelijk nog wel door de kunstwerken worden verschaft.’

‘Ik was heel benieuwd wat ik, gezien mijn deprimerende situatie, voor positiefs aan de 150 kunstwerken in Beetsterzwaag zou kunnen ontfutselen.’

Columns
Peter van Lier, van huis uit filosoof, is nogal uitgesproken in zijn kunstopvatting. Kunst is voor hem niet zozeer een esthetisch fenomeen, een mooie beleggingsmogelijkheid, of iets leuks voor de zondagmiddag. Kunst vertegenwoordigt voor hem vooral een belangrijke existentiële waarde.
‘Kunst – en dat geldt wat mij betreft voor alle vormen – vertelt je iets over het bestaan van de mens. Het kan je iets zeggen over de weg die je dient te gaan in je leven, over hoe je je moet verhouden tot de werkelijkheid. Kunst heeft voor mij een existentiële, filosofische en zelfs ook metafysische lading. Of de betekenis die ik aan kunst geef ook strookt met de intenties van de makers ervan, weet ik niet. Ik vind die intenties wel interessant, maar uiteindelijk gaat het erom wat je aan het werk ontleent voor jezelf. En ik was heel benieuwd wat ik, gezien mijn deprimerende situatie, voor positiefs aan de 150 kunstwerken in Beetsterzwaag zou kunnen ontfutselen.’
Van Lier moest bovendien aan de bak, want hij had zichzelf de opdracht geven om elke dag die hij in de galerie doorbracht een column te produceren.

Verbijstering en confetti
Het eerste werk dat hij beschrijft is ‘Einde beheersgebied’ van Machteld van Buren, een collage op papier. Je ziet een persoon op een nogal onveilig ogend bankje zitten aan de rand van een pikzwarte afgrond. Nog even en hij valt erin.
‘Het zwarte niets dreigt’, zegt Van Lier. ‘Dat paste geweldig goed bij mijn stemming toen, vandaar dat ik met dit werk ben begonnen. Die column heet “De verbijsterden”.’
Het laatste werk is Discodip van Mieke Fokkinga, een buitengewoon kleurrijk geheel van allemaal kleine stippeltjes. ‘Confetti’, luidt de titel dan ook. Een vrolijk stemmend werk waarover Van Lier schrijft: ‘Wie alle kleuren in zijn werk toelaat heeft de gehele werkelijkheid geaccepteerd’.

Tussen de eerste en de laatste column passeren kunstwerken de revue van zeer uiteenlopende kunstenaars als Drewes de Wit, Pascal van der Graaf, Zoltin Peeter, Fred Pollack, Ilona Hakvoort en Henk de Vries. Van Lier schrijft over schilderijen en beelden, abstracte en figuratieve kunstwerken, monochrome werken en werken die uit hun voegen barsten van de kleur. Tot zijn eigen verbazing heeft hij veel abstracte kunst beschreven: ‘Ik heb daar niet zoveel mee, maar toch zijn er veel abstracte werken in het boek terecht gekomen. Kennelijk kon ik die veel beter verbinden met mijn gemoedgesteldheid dan die prachtige landschappen die me op zich veel meer aanspreken.’

‘Ik hoop dat ik anderen met dit boek inspireer om zich ook meer open te stellen voor kunst en zich bewust te worden van wat kunst met je kan doen.’

Mentale sprong
Het scharnierpunt tijdens het verblijf van Van Lier als poet in residence is een tweedelig werk van Fabian Westphal waarover hij in twee columns verslag doet: ‘Van zwart-wit’ en ‘Naar kleur’. Het eerste werk  van Westphal bestaat uit twee tegen elkaar geplaatste paneeltjes en is grotendeels zwart. Het is nr. 3 op de verkooplijst. Het tweede werk hangt er niet pal naast maar bevindt zich op een andere muur. Het heeft ook nr. 3, maar het bestaat uit één paneel in wit en knalgeel. Zo verschillend als ze zijn horen ze toch bij elkaar. Van Lier schrijft erover: ‘Welke kunstenaar heeft het in zich ons van een hoofdzakelijk zwartgekleurd universum naar een wereld te voeren waarin kleur domineert? (…) Dit is het werk dat ik zocht. Dit schilderij geeft mij de mentale sprong die ik nodig had, bezorgt mij de euforie die ik zocht. Hier en nu.’ Een paar columns later schrijft hij: ‘De dichter in mij lijkt weer wakker gekust.’

Van zwart naar kleur, van donker naar licht, van abstractie naar figuratie, van het platte vlak naar een wereld met perspectief. In zekere zin lijkt de ontwikkelingsgang die Van Lier doormaakt op wat er gebeurt in zijn gedichten. ‘Die beginnen meestal met een onbestemd, wat dreigend of absurd beeld en ze eindigen met een vorm van inzicht, een oplossing, verlichting. Precies wat er met mij gebeurde in Beetsterzwaag.’

Verwondering
Voor de dichter Van Lier is de werkelijkheid de belangrijkste inspiratiebron.
‘Je kunt je over de werkelijkheid van alles en nog wat afvragen – hoe, wat en waarom – maar je ontkomt er niet aan te constateren dàt zij er is. Ik verwonder me daar al een leven lang over. Ik ben dichter geworden, denk ik, om die verwondering voortdurend te blijven voelen. Maar opeens verkeerde ik dus in omstandigheden die me zo terneerdrukten dat ik zelfs dat uit het oog verloor. Het aanbod van galeriehouder Fred Wagemans om poet in residence te worden, pakte ik met beide handen aan. Want kunst is ook een vorm van werkelijkheid, een hele geconcentreerde variant ervan. Ik had er alle vertrouwen in dat de kunstwerken mij een uitweg zouden bieden. Ik schrijf in mijn boekje over mijn verblijf dan ook: “Ik lever mij over aan hun bedoelingen met mij”. Nu voel ik me weer strijdbaar, sterk en ik sta weer open voor wat de wereld mij heeft te zeggen. Ik hoop dat ik anderen met dit boek inspireer om zich ook meer open te stellen voor kunst en zich bewust te worden van wat kunst met je kan doen.’

Inmiddels is Van Lier bezig aan een nieuwe dichtbundel. Onderwerp is weer de werkelijkheid, maar nu de werkelijkheid van zijn nog piepjonge hond.
‘Ik dicht erover hoe hij mij de wereld laat zien, zijn wereld.’

 

NOK 6 duurt nog tot en met 27 juli 2014, open van vrijdag tot en met zondag van 12 tot 17 uur en op afspraak (06-51552333). Adres: Het voormalige Grietenijhuis, Hoofdstraat 17, Beetsterzwaag. Het boek ‘Voedselbank’ van Peter van Lier zal in het najaar verschijnen. Een intekenlijst is op de NOK aanwezig, een exemplaar reserveren op bovenstaand nummer is ook mogelijk of via een mail naar: wagemans@kunstruimte.nl.

 

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.