fotografy: Florian Kor

Investeren in blauw op straat

RICHARD DE BOER –

Vrijwel alle regionale media kampen met financiële problemen. In de afgelopen drie jaar verloor de Leeuwarder Courant bijna vijftien procent van zijn oplage. Ondertussen bepleit Omrop Fryslân-directeur Jan Koster meer samenwerking tussen regionale media in ‘ien grut Frysk mediasintrum‘. In een crisisdecor maakt de regiojournalistiek zich op voor de digitale toekomst.

Zeker vijftien jaar lang is het inmiddels stormachtig en onvoorspelbaar weer in krantenland. ‘De mediawereld is momenteel onrustig’, merkte het Nieuwsblad van het Noorden al in 1998 op over ‘ongewisse ontwikkelingen’ als internet, kabelkrant en commerciële radio. Maar hoe dan ook, zo schreef de krant, de toenmalige NDC-directeur De Roos wist zeker dat er in de toekomst niet twee krantendrukkerijen in Groningen en Leeuwarden naast elkaar konden blijven bestaan.

Die éne nieuwe drukfabriek voor het hele noorden is er inderdaad gekomen in 2010 en staat in Leeuwarden. Maar inmiddels heeft het digitale mediagebruik via laptops, smartphones en tablets zo’n vaart genomen dat het de vraag is of de papieren krant überhaupt nog wel toekomst heeft.

De honderdduizendste abonnee
Terwijl de iPad-app van de Leeuwarder Courant het uitstekend doet, is de papieren oplage sinds het begin van de financiële systeemcrisis in 2008 in een vrije val geraakt. Het vernieuwen van de vormgeving in oktober 2010, het verschijnen op tabloidformaat in september 2012, noch de overstap naar ochtendkrant in april 2013 hebben daar iets aan kunnen veranderen.

In 2002 kon de Leeuwarder Courant nog prat gaan op een oplage van 113.000 en de zusterkrant Dagblad van het Noorden – ontstaan uit een fusie van het Nieuwsblad van het Noorden met het Groninger Dagblad en de Drentse Courant – op maar liefst 170.000 exemplaren. Die cijfers zijn sindsdien nooit meer gehaald. De betaalde papieren oplage van de LC daalde in de laatste drie jaar met 14,8% van 80.600 exemplaren (derde kwartaal 2010) naar 68.650 (derde kwartaal 2013). In dezelfde periode verloor het Dagblad van het Noorden 15,5% van de betaalde papieren oplage. Alleen het Friesch Dagblad – sinds vorig jaar ook onderdeel van NDC Mediagroep – weet zich vooralsnog te handhaven met een oplage die al enkele jaren schommelt rond de 13.000 duizend exemplaren.

De functie van de regionale journalistiek om mensen op elkaar betrokken te houden wordt enorm uitgehold

“De Leeuwarder Courant is qua oplage jarenlang stabiel gebleven, maar de laatste jaren is dat wel veranderd, zoals bij alle regionale kranten”, zegt Marcel Broersma, historicus en hoogleraar journalistieke cultuur en media aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van zijn hand is het boek Beschaafde vooruitgang (2002), een geschiedschrijving van de krant die ooit als ‘hoofdblad van Friesland’ werd aangeduid. “De Leeuwarder Courant heeft door de tijden heen de Friese regionale identiteit mede gestalte gegeven, en is ook onderdeel geworden van die identiteit. De klassieke illustratie voor mij is het verhaal van de honderdduizendste abonnee in 1975. Een 26-jarige man die ging trouwen, een huis kocht in Oldelamer en twee weken later een abonnement nam op de krant waarmee hij in het ouderlijke huis al vertrouwd was.”

Maar die tijden zijn voorgoed veranderd nu de krantenlezer zich heeft getransformeerd in een calculerende nieuwsconsument, zegt Broersma: “Nieuwe vormen van mediagebruik zijn een rol gaan spelen. De krant is een negentiende-eeuws product dat via een industrieel bulkproces op een vast moment een zo groot mogelijke groep mensen bereikt. Inmiddels zijn er alternatieven voor de krant gekomen. Huis-aan-huisbladen, lokale en regionale televisie, internet… Dat voelt als gratis en meerkeuzevrijheid, dus waarom betalen voor die krant?”

Broersma ziet twee tendensen. Ten eerste kampen alle regionale media met financiële problemen. Tegelijkertijd komen er lokale nieuwssites bij die zich vaak door hun zwakke verdienmodellen niet kwalitatief kunnen meten aan de regionale kranten. Broersma: “Voor andere regio’s geldt nog veel sterker dat er dan een informatievacuüm ontstaat. Aan de onderkant gebeurt wel iets, maar het gat dat ontstaat doordat grote media moeten bezuinigen kan niet worden opgevuld.”

Hoe dat eruit kan zien, toont de situatie in Zuid-Holland. Voor Delft is er op internet nauwelijks lokale bestuurlijke berichtgeving te vinden. “Dat perspectief vind ik alarmerend,” zegt Broersma, “zowel voor de lokale democratie als gewoon uit sociaal oogpunt. De functie van de regionale journalistiek om mensen op elkaar betrokken te houden wordt enorm uitgehold.”

Regionale samenwerking
Volgens Broersma kan de regionale journalistiek zich verbeteren door een andere aanpak te kiezen voor het zogeheten ‘snelle nieuws’ uit openbare bronnen, zoals persberichten en mededelingen van overheden, politie en brandweer. “Er gaat namelijk veel tijd zitten in het verwerken van snel nieuws. Daar is voor journalisten weinig eer aan te behalen, je hebt hier geen monopolie over de distributie van informatie.” Dat werd bijvoorbeeld afgelopen najaar duidelijk toen het twitteraccount van de Leeuwarder nieuwsweblog Suksawat zich ontpopte als het voornaamste communicatiekanaal over de grote brand aan De Kelders. Omrop Fryslân en de Leeuwarder Courant hadden het nakijken. Broersma: “De journalistieke waarde zat tot zo’n dertig jaar geleden in het snelle nieuws, maar nu is dat nieuws overal te vinden. Als je snel nieuws organiseert, maak je de handen vrij voor het fundamentele werk.”

 

Schermafbeelding 2014-02-05 om 15.30.51

 

Al in 2009 stelde de Commissie-Brinkman in haar rapport over de toekomst van de dagbladsector voor om regionale mediacentra op te richten waarin regionale en lokale media hun krachten bundelen voor berichtgeving in de regio. In Nederland loopt er inmiddels een aantal proefprojecten rond regionale samenwerking. Zo zijn Omroep Brabant en dagblad BN/De Stem begonnen het snelle nieuws te verwerken in het september vorig jaar opgestarte regionale Mediacentrum West-Brabant. In Twente hebben tien lokale omroepen hun krachten structureel gebundeld in een vergelijkbaar samenwerkingsverband.

In Friesland staan er evengoed geen concrete plannen voor een regionaal mediacentrum in de steigers, hoewel Omrop Fryslân-directeur Jan Koster inmiddels hardop nadenkt over ‘ien grut Frysk mediasintrum‘ waarin Omrop Fryslân, de Leeuwarder Courant, het Friesch Dagblad en tal van lokale omroepen moeten samenwerken. Daarbij krijgt hij bijval van LC-hoofdredacteur Hans Snijder, terwijl FD-hoofdredacteur Lútsen Kooistra er wat gereserveerder tegenover staat.

In mijn begintijd was institutionele berichtgeving heel vanzelfsprekend. Die tijden liggen gelukkig achter ons

In de afgelopen jaren is er al wel wat ervaring opgedaan met samenwerking tussen de twee regionale dagbladen en Omrop Fryslân. Onder de titel ‘Fryslân Kiest’ bundelden zij hun verslaggeving rond de Provinciale Statenverkiezingen in 2011 en de Tweede-Kamerverkiezingen in 2012.

De huidige ingrijpende veranderingen bij NDC Mediagroep noopten al tot een gedeeltelijke redactionele samensmelting van de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. “Laat ik het niet mooier maken dan het is: we zitten in een ongekend grote reorganisatie”, zegt LC-hoofdredacteur Hans Snijder in een telefoongesprek. “Veel collega’s hebben ons moeten verlaten. Op de LC-redactie zijn we 16 fte kwijtgeraakt, maar de regioredactie is daarbij in essentie op sterkte gebleven. De eindredactie doen we nu samen met onze collega’s in Groningen en ook op de redacties sport, cultuur en economie werken we onderling nauw samen. Maar we zoeken de samenwerking ook buiten de redactie op. Met hoofdredacteur Diederik Bonarius van Omrop Fryslân heb ik afgesproken dat we een aantal projecten samen gaan uitwerken. Als eerste gaan we straks weer een aantal verkiezingsdebatten gezamenlijk organiseren.”

De controlerende taak
De grote reorganisatie bij NDC Mediagroep had als inzet om de regioredacties en de schare verslaggevers op sterkte te houden. “Die inzet is gelukt”, zegt Douwe Wijbrands, chef van de gezamenlijke nieuwsdienst van de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. “Om relevant te blijven in de regio moet je investeren in blauw op straat.” De vaak gehoorde klacht dat de regioverslaggever amper nog komt opdagen bij raadsvergaderingen nuanceert Wijbrands, die al sinds 1988 bij de LC werkt: “Het klopt dat die minder worden bezocht dan twintig jaar geleden, maar de aandacht voor gemeentepolitiek is niet minder geworden. Toen Leeuwarden het voorstel deed om bijstandsgerechtigden onbetaalde arbeid als tegenprestatie te laten verrichten, gingen we de wijken in en lieten we cliëntenraden aan het woord en de mensen die het aangaat. Zo zetten we politieke onderwerpen op de kaart. In mijn begintijd was institutionele berichtgeving heel vanzelfsprekend. Verslagen van raadsvergaderingen hadden een zekere onderdanigheid. Die tijden liggen gelukkig achter ons. Op de redactie kampen we nu met minder mankracht, maar tegelijk zijn journalisten wat eigenzinniger geworden in de keuze van onderwerpen.”

Van recente datum is ook de toenemende belangstelling voor onderzoeksjournalistiek – diepgravende stukken die door langdurig onderzoek beleid toetsen, schandalen blootleggen of trends in de samenleving signaleren. Een verkennend onderzoek uit 2010 liet nog zien dat zowel het Dagblad van het Noorden als de Leeuwarder Courant onderzoeksjournalistiek niet structureel hadden ingebed binnen de redactie. Bij de LC werden trendanalyses niet eens als vorm van onderzoeksjournalistiek gezien.

Inmiddels liggen de kaarten iets anders. Vorig jaar maakten redacteurs Atze Jan de Vries en Saskia van Westhreenen een grote artikelenserie over het Thialf-debacle. Hun grondige reconstructie van de jarenlange discussies rond de schaatstempel bracht onder meer de positie van gedeputeerde Hans Konst aan het wankelen in de Provinciale Staten. Daarnaast zijn gezondheidszorg en onderwijs onderwerp van langlopend journalistiek onderzoek – elk door een eigen LC-specialist. Wijbrands: “We brengen nu met een artikelenserie de toekomst van de Friese zorg in kaart en sinds kort is er ook een wekelijkse gezondheidspagina.”

Daarnaast is er een permanente brigade van onderzoeksjournalisten actief. Voor dit onderzoeksteam werden in 2011 drie verslaggevers van het Dagblad van het Noorden ingezet op initiatief van de toenmalige chef nieuwsdienst Jan Rozendaal, die zijn inspiratie haalde uit de ervaringen van Limburgse collega’s. “Onderzoeksjournalistiek moet iets zijn waarmee we ons onderscheiden”, zegt Rozendaal. “In de eerste twee jaar hebben we 25 eigen onderzoeksverhalen geproduceerd. Een verhaal over misstanden in de jacht, over het gedoe bij energiebedrijf Rendo… Voor onze reconstructie van de Facebookrellen in Haren kregen we een journalistieke onderscheiding. Daar hebben we veel positieve reacties op gekregen. Lezers zijn er trots op dat hun krant een landelijke prijs wint.” In januari, vlak voor het kabinetsbesluit over de gaswinning in Groningen, publiceerde het team een uitvoerige reconstructie van hoe de aardbevingen jarenlang werden onderschat.

Het onderzoeksteam is inmiddels uitgebreid met Friese collega’s van de Leeuwarder Courant. Rozendaal: “De komende tijd wordt onderzoek gedaan naar de gemeenteraadsverkiezingen in de noordelijke provincies. Alle cijfers over raadsleden worden verzameld, man of vrouw, jong of oud, wie er tussentijds is opgestapt en waarom, dat soort informatie. Wat we in de gaten willen houden is of het niveau van raadsleden daadwerkelijk afzakt, en of een klein aantal ambtenaren het echt voor het zeggen heeft.”

Misschien moeten we compleet nieuwe journalistieke genres bedenken

Hoogleraar journalistiek Broersma: “De toegevoegde waarde van journalistiek zit in het onderzoek, de controlerende taak, het in kaart brengen van wat er op een dieper niveau gebeurt in de provincie, hoe iets in een groter verhaal past. Uit onderzoeken blijkt telkens weer dat de lezer helemaal niet zit te wachten op alleen maar amusement en entertainment. Als hij dat zou willen, dan zijn er talloze andere media waar hij beter bediend wordt. Wat mensen van regiokranten verwachten, is dat ze betrouwbaar zijn en betrokken bij wat er gebeurt in de regio. Waardevolle journalistiek betekent niet verplatting, maar informatie die aansluit bij de nieuwsbehoeftes van het publiek.”

Andere verhaalvormen
‘Het mogelijk verdwijnen van papier gaat het voorstellingsvermogen van onze dagbladjournalisten te boven: tweederde gelooft dat hun papieren krant langer dan tien jaar zal blijven bestaan’, zei bedrijfseconoom en hoogleraar journalistiek Jeroen Smit vorig jaar tijdens zijn oratie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij stelt onverbloemd dat er over enkele jaren geen papieren krant meer bestaat. Journalisten moeten radicaal anders gaan denken over het internet, dat oneindige mogelijkheden biedt om ‘journalistieke verhalen veel beter te vertellen’.

Hans Snijder blijft ervan overtuigd dat de papieren krant over tien jaar nog wel bestaat: “Maar de ontwikkelingen gaan zo snel, dat niemand kan voorspellen hoe de toekomst eruit gaat zien. Belangrijker is het signaal dat Jeroen Smit afgeeft met zijn stelling, namelijk dat journalistiek in een transitie zit. Verhalen zijn niet langer alleen fit to print, maar digitale verspreiding is steeds belangrijker. De iPad-app is van toenemend belang en er komen daarnaast steeds meer digitale mogelijkheden bij.”

Veelbesproken digitale diensten op dit moment zijn eLinea, die artikelen aanbiedt voor een vast bedrag per maand (het Spotify-model), en Blendle waar artikelen worden afgerekend per stuk (het iTunes-model). Het Dagblad van het Noorden zet binnenkort een betaalmuur op de website voor eigen nieuws, grote verhalen en commentaren. Ook de Leeuwarder Courant gaat zogeheten ‘plusartikelen’ achter een betaalmuur aanbieden.

Jan Rozendaal, die inmiddels is overgestapt naar de functie chef digitaal voor NDC Mediagroep, zegt: “Je ziet dat alle mediabedrijven worstelen met overleven, zo simpel is het. Digitaal moet de toekomst zijn. Je ziet dat alle kranten dezelfde strategie kiezen. NRC Handelsblad gaat artikelen achter een betaalmuur zetten, De Volkskrant ook, en Het Parool, De Telegraaf… Iedereen doet dat met eigen varianten, maar grosso modo komt het op hetzelfde neer.”

Over het veelgeprezen nieuwe digitale genre van de longreads – multimediale verhalende artikelen met een lange leestijd ­– is Rozendaal wat gereserveerd: “Je ziet dat er een kapitaal aan energie en geld ingestoken wordt en iedereen vindt het fantastisch. Maar in de praktijk kijk je er even naar en het verhaal wordt niet uitgelezen. Daarmee bind je geen mensen aan je. Maar digitaal vraagt wel om andere verhaalvormen. We nemen met De Persgroep, de NOS en de publieke omroepen deel aan een onderzoeksproject waarin we samen nadenken over hoe we daar beter op kunnen inspelen. Misschien moeten we compleet nieuwe journalistieke genres bedenken.”

 

De hoogste mediadichtheid van Nederland
Friesland heeft de hoogste mediadichtheid van Nederland, zo blijkt uit een vorig jaar gepubliceerde serie onderzoeken van het Stimuleringsfonds voor de Pers naar de regionale journalistiek. In 2012 telde een Friese gemeente gemiddeld veertien nieuwsmedia. In de nieuwsvoorziening buitelen twee regionale dagbladen, één nieuwsblad, vier huis-aan-huisbladen, twee regionale tv-zenders, vier radiozenders en een lokale nieuwssite over elkaar heen. Het rijke nieuwsaanbod maakt de Friezen echter niet per se goed geïnformeerd, zo wijst een nader onderzoek uit waarin mediawetenschappers het zeer hoge regionale nieuwsaanbod in Friesland en het zeer lage aanbod in Zeeland toetsten aan de nieuwsbehoeftes van het publiek.

Zeeuwse nieuwsmedia blijken naar verhouding met minder titels meer inwoners aan te spreken dan Friese media. De Friese kranten bereiken 49% van de inwoners, de Zeeuwse daarentegen 61%. Het grootst is het contrast bij regionale nieuwssites. Zo bereikte de website van Omrop Fryslân volgens het onderzoek in 2012 33% van de Friezen van 13 jaar en ouder, terwijl die van Omroep Zeeland door maar liefst 94% van haar inwoners wordt geraadpleegd. Op het criterium van representatie (de mate waarin het publiek zich goed vertegenwoordigd voelt) scoren de Zeeuwse media en de Leeuwarder Courant hoog, maar de onderzoekers merken over de Omrop op: “Weliswaar zendt de Friese omroep uit in de eigen taal, maar er komen voornamelijk institutionele bronnen aan bod en er is geen ruimte voor een burgerperspectief of vox pops.”

Omrop Fryslân scoort naar verhouding wel weer aardig in het aandeel lokaal bestuurlijk nieuws in een steekproef naar het nieuwsaanbod voor de gemeentes Heerenveen en Súdwest Fryslân. Het relatief hoogst scoort in Súdwest Fryslân de lokale nieuwssite Groot Sneek (7 van de 63 berichten).

Quint Kik & Lammert Landman (red.), Nieuwsvoorziening in de regio. Studies voor het Stimuleringsfonds voor de Pers / S39, Diemen 2013

Comments
Ien reaksje oan “Investeren in blauw op straat”
  1. citaat:”Wat mensen van regiokranten verwachten, is dat ze betrouwbaar zijn en betrokken bij wat er gebeurt in de regio.”
    De betrouwbaarheid mbt. de weergave van controversiële kwesties betwijfelen velen die ervaringen hebben moeten maken namelijk dat vaak de meest pregnante en cruciale punten uiteindelijk binnen de redactiekamers blijven omdat andere belangen dan die van de aangever van deze informatie meer behartigd worden dan het algemeen belang (zelfcensuur en/of geïntervenieerd censuur) die de aandacht verdient volgens de code van bordeaux,en zonder aangevers kan elk dagblad zich beter maar tegelijk opheffen,dus verdwijnt deze verbondenheid.
    Kort samenvattend komt de werkwijze van de beslissers volgens mij op een spreuk neer die mijn vrouw als antwoord mij gaf toen ik alles maar een leugenfabriek noemde wat over ons uitgestort wordt.

    De leugen verplaatst een probleem naar de toekomst.
    De waarheid verwijst naar een probleem uit het verleden.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.