Het beletselteken

HENK WOLF – 

Drie puntjes die we op een nieuwe manier zijn gaan gebruiken
Het leesteken dat bestaat uit drie puntjes heet het ‘beletselteken’. Het geeft conventioneel aan dat er iets is weggelaten of dat de schrijver spanning wil oproepen. De Franse schrijver Céline is bekend om het veelvuldig gebruik ervan, maar verder was het altijd een redelijk schimmig leesteken dat in het onderwijs weinig aandacht kreeg.

Het beletselteken lijkt er tegenwoordig een functie bij te hebben gekregen. Op het eerste gezicht lijkt dat dezelfde functie te zijn die in wat conventioneler proza door de punt wordt vervuld. Als voorbeelden van het nieuwe gebruik heb ik hieronder twee berichtjes gezet die ik uit een Facebookgroep voor docenten Nederlands heb geplukt.

 

voorbeeld

 

Ik geloof niet dat er in de taaladviesliteratuur al veel aandacht wordt besteed aan het nieuwe gebruik van het beletselteken. Wel was het verschillende collega’s ook al opgevallen, eerst in mails van studenten, later ook in digitale communicatie van collega’s.

 

De Friese schrijver Anne Feddema gebruikt het beletselteken ook veel. Anne Popkema zei zelfs: “Anne Feddema is de kening fan de driepunters”. Ook Feddema probeert met z’n drie puntjes volgens mij zo’n gedachtestroom uit te drukken.

 

Waarom drie puntjes in plaats van een?
Natuurlijk vroeg ik me af waarom de schrijvers drie puntjes gebruiken in plaats van de veel conventionelere ene punt. Ik vermoedde dat er een verschil in betekenis of gevoelswaarde tussen die twee moest bestaan en eens rondgevraagd.

De meeste mensen die de puntjes zelf gebruikten, zeiden dat die voor hun gevoel een soort ‘stream of consciousness’ uitdrukte. De zinnen stonden in niet tot volzinnen uitgewerkt proza, waarin meer de nogal chaotische manier van denken direct aan de lezer wordt gepresenteerd. Dat gebruikt lijkt erg op dat van Céline. De Friese schrijver Anne Feddema gebruikt het beletselteken ook veel. Anne Popkema zei zelfs: “Anne Feddema is de kening fan de driepunters”. Ook Feddema probeert met z’n drie puntjes volgens mij zo’n gedachtestroom uit te drukken.

Interessant vond ik de reactie van iemand die zei: “Ik denk dat ik op de plaats van de puntjes allerlei overwegingen/mitsen/maren/terzijdens weglaat die mijn verhaal niet helderder zouden maken.” Dat lijkt erg op het voorgaande: het denkproces wordt direct (maar met wat weglatingen) op het toetsenbord overgebracht, zonder dat de schrijver zich moeite geeft om z’n gedachten voor de lezer helder te formuleren.

Anderen zeiden dat volgens hen de puntjes een pauze in het communiceren uitdrukten. De lezer kon dan het voorgaande even laten bezinken. Daarmee drukt de schrijver volgens mij uit dat hij net iets heel diepzinnigs heeft gezegd. Dat lijkt me wat pretentieus, maar met alle ‘wijze spreuken’ die op Facebook verschijnen sluit ik niet uit dat veel schrijvers hun eigen woorden heel serieus nemen.

Heel interessant vond ik ook dat verschillende mensen de enkele punt op de een of andere manier onvriendelijk vonden. Zo schreef iemand: “Eén punt vind ik vaak zo ‘hard’ overkomen.” Ze schreef als toelichting: “Als iemand vraagt of ik vanavond af wil spreken, maar ik kan niet, dan vind ik ‘Ik heb geen tijd.’ toch een stuk onvriendelijker overkomen dan ‘Ik heb geen tijd…’

Die persoon schreef ook dat ze in belangrijke mails en berichten wel de enkele punt gebruikte. Verschillende twintigers zeiden dat ze dat gevoel herkenden en dat de vervanging van de punt door een groter aantal punten waarschijnlijk was ontstaan bij gebruikers van het nu verouderde chatprogramma MSN.

 

De tijdgeest
Ik vermoed dat de poging om vriendelijk te zijn bij niet-twintigers makkelijk misverstanden kan oproepen. Ik zou ‘Ik heb geen tijd…’ met drie puntjes opvatten als een zin waarin iets is weggelaten en vervolgens wachten op de niet geuite verklaring, terwijl dezelfde mededeling met één punt helder voor me is.

Gedachtenstromen zonder al te veel redactie weergeven, je eigen woorden als heel diepzinnig framen en vooral vriendelijk willen zijn – het zijn misschien eigenschappen van deze tijd die samenkomen in een nieuw gebruik van een oud leesteken. Nu gebeurt dat nog vooral in informele situaties in digitale communicatiemiddelen. Ik ben benieuwd of schrijvers het ‘nieuwe beletselteken’ ook nog eens in de formelere gedrukte media gaan overnemen. Wie merkt dat dat gebeurt, moet dat eigenlijk onder dit artikel of op het www.meldpunttaal.nl melden.

In een van de bovenstaande citaten stond overigens het woord ‘hard’ tussen aanhalingstekens. Dat gebruik van aanhalingstekens is ook nieuw. De tekentjes worden tegenwoordig vaak geplaats rondom woorden die een negatieve connotatie hebben en lijken ook als taak te hebben om wat vriendelijker over te komen. Ik las een paar jaar terug een artikeltje waarin werd beschreven dat er ergens een ‘neger’ (aanhalingstekens van de schrijver) in de winkel kwam. Ik vroeg me meteen af of die aanhalingstekens uitdrukten dat de persoon niet echt zwart was. Later kwam ik er pas achter dat veel jonge vrouwen ‘neger’ een beledigend woorden vinden en de aanhalingstekens nu gebruiken om zich van de negatieve connotatie ervan te distantiëren.

 

De conventie
Hoe hoort het nu eigenlijk met het beletselteken? Het conventionele gebruik is duidelijk. Je schrijft altijd drie puntjes, dus geen twee, vier of tien. Laat je een stukje van een woord weg, dan schrijf je het beletselteken aan het afgekorte woord vast. Laat je hele woorden weg, dan plaats je een spatie tussen het beletselteken en het voorgaande woord. Schrijf je wel een volledige zin, maar wil je de puntjes gebruiken om spanning op te roepen, dan plaats je eveneens een spatie. Een paar voorbeelden:

Ze zei: “Ik heb wel zin in een tomaa…” Op dat moment klonk er een luide knal.
Ze zei: “Ik heb wel zin in een …” Op dat moment klonk er een luide knal.
Ze zei: “Ik heb wel zin in een tomaatje.” Op dat moment klonk er een luide knal …

 

Comments
2 reaksjes oan “Het beletselteken”
  1. Karel Gildemacher schreef:

    Moai stikje Henk, myn puntsjekenig wie oars W.G. Van de Hulst. Dy syn berneboeken stiene de fol mei en allyksa guon fan syn Fryske neifolgers. As jonkje wist ik noait hoe’t je dat lêze moasten en allikemin wêr’t it foar stie. Blykber is dat noch sa.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.