Gearticuleerd een dialect spreken is vrijwel onmogelijk

Publisearre op 12 maart 2013

HENK WOLF – 

“Gearticuleerd een dialect spreken is vrijwel onmogelijk.” Ik citeer hier een zekere Wim van Ingen, blijkbaar een deskundige op het gebied van articulatie. Foneticus is hij vermoedelijk niet, dan had ik zijn naam wel gekend, dus waarschijnlijk is hij logopedist of neuroloog en verwijst hij naar opzienbarend nieuw onderzoek waarover in de taalkundige vaktijdschriften nog niet gepubliceerd is.

Van Ingen presenteert zijn gegevens onder een recent artikel op de website van Trouw. In dat artikel formuleert etiquettedeskundige Beatrijs Ritsema als hoffelijke omgangsregel dat sprekers van streektalen en sprekers van het Standaardnederlands elkaar de ruimte geven om hun moedertaal te spreken. Ze schrijft dat streektaal voor haar sprekers “een bron van trots en identiteit” is en dat ze het recht hebben die te spreken, zoals ook sprekers van het Standaardnederlands het recht hebben hun moedertaal te gebruiken.

Het doet me deugd dat het tweetalige gesprek met respect voor de taalkeuze van de gesprekspartner deel uitmaakt van de moderne etiquette. Wie nu nog vol afschuw roept dat Friezen ‘stug Fries blijven spreken’, kan met een beroep op de autoriteit van mevrouw Ritsema gevoeglijk als hork worden weggezet.

Het gratis inzicht dat Van Ingen de Trouw-lezers verstrekt is niet minder verblijdend. Zijn toelichting is ook interessant: “[Dialect] is heel gemakkelijk te leren Meestal spreekt men de klinkers verkeerd uit omdat men de mond te weinig opent waardoor bijvoorbeeld de A iets wordt tussen A en O in. […]  Als men helder articuleert is elk dialect vrijwel automatisch het gebruikelijke Nederlands.”

Van Ingen is dus ook thuis in de taalgeschiedenis en behoort blijkbaar tot dezelfde school als de illustere taalkundige Ronald Plasterk, die in 2001 schreef: “Fries is heel gewoon Nederlands, fonetisch opgeschreven, en met wat dialect uitspraak zoals die in heel Oost en Noord Nederland bestaat (bijvoorbeeld vaak een ie voor een ij).”

De Plasterkiaans-Van Ingense school is voor de conservatieve taalkundige gemeenschap helaas te vernieuwend. Dat de Drentse woorden ‘draegen’ en ‘vraogen’ niet rijmen, verklaart de laatstgenoemde nog steeds met de theorie dat de klinkers in de eerste lettergreep de voortzetting zijn van verschillende West-Germaanse klinkers. Zij negeert het inzicht dat de Standaardnederlandse ‘aa’ gewoon op twee manieren verminkt wordt in het Drents. Ook beweert zij brutaalweg dat er al eeuwenlang Drents werd gesproken voordat het Standaardnederlands in de 16e en 17e eeuw ontstond.

Ik wacht de publicatie van het onderzoek waarop Van Ingen zich baseert vol spanning af. Om alvast vooruit te lopen op de aanstaande omwenteling in de taalkunde heb ik in dit Friese artikel de klinkers bij benadering zo weergegeven als ik ze zou uitspreken als ik had leren articuleren.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels