Ira Judkovskaja Deiboek Moskou 5

Publisearre op 22 april 2012

Zaterdag (07-04) was een bijzondere dag


In de ochtend raak ik in gesprek met een van de programmeurs van Helsinki Theatre Festival, Eva Maarika. Het gesprek begint met de vraag in welke landen mensen geld over hebben voor theater. Volgens Eva heeft men in Finland daar geld voor over. De gemiddelde prijs van een kaartje is 45 euro en de zalen zitten redelijk vol. Ze noemt Fins theater een ‘volkstheater’. Ooit was Fins in het openbaar verboden, en sindsdien is er een sterk traditie van de culturele uiting in je eigen taal. Dit doet me aan de beleving van taal en cultuur in Friesland denken.

In de middag ‘Geluk’, regie van Andrei Moguchiy. Een jeugdvoorstelling van twee en een half uur (met twee pauzes). Andrei Moguchiy werkt vooral in Sint Petersburg. Hij is bekend om zijn sterke vormgeving en eigenwijze omgang met tekst en ruimte. In het begin van de jaren negentig vormde hij een eigen theatergroep. Samen met acteurs, vormgevers, beeldende kunstenaars, muziekanten of gewoon uitgesproken persoonlijkheden zocht Moguchiy naar nieuwe theatervormen. Zijn werk is in de laatste 20 jaar veel in het buitenland te zien geweest. Sinds een jaar of vijf regisseert hij steeds vaker bij grote gezelschappen. Deze voorstelling is een bewerking van Maurice Maeterlinck’s ‘Blauwe Vogel’.

Een groep oude mannen in het zwart loopt door de zaal en vertelt dat zij de zielen van de voorwerpen zijn. Nacht en dag voeren oorlog met elkaar. Een van de mannen stelt zich voor als de tijd. Hij had ooit twee dochters. De dochters hebben ooit moeten kiezen: één voor de nacht en de andere voor de dag. Sindsdien bestaat er geen vriendschap meer tussen hen. De tijd gaat steeds sneller en de nacht wil de dag verslinden. Alleen kinderen zouden in hun dromen de tijd kunnen helpen.

Dan zijn we in een huis van een familie van Mytyl en Tyltyl (broer en zus). Samen met hun vader, zwangere moeder, twee honden en een kat maken ze zich klaar voor de nieuwjaarsfeest. In Rusland wordt Nieuwjaar met een versierde dennenboom en met cadeautjes gevierd. Mytyl (zusje) is opgefokt en chagrijnig. Ze wil cadeautjes en heeft vooral geen zin in een nieuwe broertje. Deze wereld staat in zijn kleurrijkheid in extreme tegenstelling tot de sobere ‘zielen der voorwerpen’. Personages lijken op opgeblazen Lego-poppetjes. Het knappe van de acteurs (en de bewerking) is dat het, ondanks deze vorm, menselijke en warme personages blijven. Nog voor twaalf uur krijgt moeder de weeën en moet naar het ziekenhuis. De bevalling verloopt niet goed en de kans is groot dat de moeder komt te overlijden. Ze zal haar ziel, haar vogel, doorgeven aan haar nieuwe kind. Mytyl en Tyltyl moeten via de dromen op zoek naar de vogel van hun moeder. Uiteindelijk komen ze terecht bij de nacht. Mytyl komt tot de ontdekking dat ze in staat is van haar nieuwe broertje te houden en dat niets boven de onbaatzuchtige liefde gaat. De zussen nacht en dag verzoenen met elkaar.

Ik denk niet dat het me zal lukken deze voorstelling helder te beschrijven. Het is zo rijk aan beelden, associaties, grappen maar ook zware momenten over de dood en ouderdom.

Ik beschrijf een van de beelden. Op een gegeven moment komen Tyltyl en Mytyl bij hun overleden voorouders op bezoek. Het zijn alleen de vrouwelijke voorouders. Oma, overgrootmoeder, over-overgrootmoeder enz. Alle vrouwen dragen witte jurken met zwarte stippeltjes en rijden in rolstoelen. Boven aan de rolstoelen zijn net een infuus poppen bevestigd. Omdat het allemaal moeders en dochters van elkaar zijn, vervallen ze telkens in een gedrag van moeders en dochters: kom eten! laat me! Naar huis, nu! Op jouw leeftijd was ik anders! Een chaos van vrouwen in de rolstoelen. De sfeer die de vrouwen zelf oproepen is warm, terwijl het beeld echt eng is. Later zien we dat vader een witte jurk met zwarte stippeltjes voor de moeder naar het ziekenhuis brengt. Dan weten de kinderen dat hun moeder gaat sterven.

Wat mij in deze voorstelling vooral raakt, is dat de makers hiervan durven echt enge beelden over dood en verlies op te roepen en zowel volwassenen als kinderen naar de echte catharsis toe brengen als alles aan het einde goed komt. Met stralende gezichten verlaat publiek het theater. We moeten de zaal trouwens wel snel verlaten, omdat de voorstelling over een uur weer zal spelen.

Nu heb ik een afspraak met John Freedman, een Amerikaanse journalist die al 23 jaar in Moskou woont. Ik ben door Constant Meijers aan hem voorgesteld. Na een paar minuten is voelbaar dat John echt in het Russische theater ‘leeft’. Hij spreekt hierover met zo’n kennis, warmte, passie en ook vanzelfsprekendheid. Het is leuk om hem over mezelf en over Tryater te vertellen. We spreken ook over het leven in twee culturen, over de vraag welke land na ruim 20 jaar je echte land is en welke de tweede, over de mogelijkheden van culturele uitwisselingen. Iedereen die op de hoogte wil blijven van de ontwikkelingen in de Russische theater zou ik aanraden de site van John te volgen: www.johnfreedman.webs.com

Op weg naar Satyricon. Ineens hoor ik iemand ‘Ira!’ roepen. Een actrice met wie ik in 1998 in Moskou gewerkt heb. Hoe groot is de kans om in een miljoenenstad iemand op straat tegen te komen? Ze blijkt in een voorstelling te spelen waar ik maandagavond naar toe ga. In Satyricon ga ik naar ‘De Meeuw’. De voorstelling schijnt 5 uur te duren. In het programmaboekje lees ik enkele inleidende woorden van de regisseur (vertaald naar herinnering): ‘De wereld van Tjechov’s Meeuw wordt bevolkt door de mensen die liefde voor theater ontdekt hebben. Ze zijn bereid alle ongeluk in het leven te aanvaarden, als ze maar bij het theater kunnen horen.’ De voorstelling is opgedragen aan Valentina Karavajeva, ooit een bekende filmactrice die na een auto-ongeluk niet meer kon spelen. Ze was aan haar bed gekluisterd. Na haar dood vond men een van servetten opgevouwen meeuw naast haar bed. Ze bleek elke avond in haar eentje Nina Zarechnaia te spelen.

Acteurs bevinden zich al op het toneel, bij binnenkomst van het publiek. De regisseur is ook op het toneel. Hij tekent op een grote papieren doek met zwarte verf een grote boom, een vijver, contouren van een theater. De setting van de eerste acte. Voor de voorstelling begint, vertelt de regisseur dat de voorstelling drie pauzes kent en geeft hij aan wat de lengte is van elke acte. Alle acteurs zijn ongeveer van dezelfde leeftijd, niemand is ouder dan midden veertig. De kleding is vooral zwart, met af en toe witte overhemden.

De hele stuk is ontleed. De opkomst van elk personage is een performance, een act. Elke zin waar iets over theater of kunst wordt gezegd, wordt uitvergroot, herhaald en ook tot een aparte performance getransformeerd. (Als de dokter vertelt dat hij er veel voor over zou hebben om de vervoering van het maken van theater mee te maken, rent hij naar voren, schreeuwt, zingt en danst.) Alle acteurs lijken elkaar ook steeds af te willen troeven met hun overgave op toneel. Ze rennen of smijten zichzelf het toneel op, verbouwen het decor, nemen elkaars rollen over. Als de ander niet goed oplet, nemen ze de avant scène over. De sleutelscènes van het stuk worden meerdere malen achter elkaar gespeeld, door een andere bezetting en in alle mogelijke interpretaties. Aan het eind van elke acte rent de regisseur vanuit de zaal het toneel op en zet een wilde dans in, alle acteurs volgen. Er klinken verschillende muziekstukken, schaamteloos ingezet, afhankelijk van emotie die men bij publiek wil oproepen. Ook wordt er een gedicht van Brodsky voorgelezen. Het is spelen met de hele traditie van het stuk, spelen met de interpretaties, met de verwachtingen. Het is SPELEN.

Ik ben blij dat ik het stuk goed ken en het Russisch versta, anders zou het niet te volgen zijn. Eerste uur vind het allemaal too much. In de eerste pauze loopt ook redelijk wat publiek weg. Maar langzamerhand geef ik me over aan de aanstekelijke drive van deze voorstelling. ‘Ons leven draait om spelen’, lijkt deze voorstelling mij toe te schreeuwen. ‘De rest is bijzaak. Dood verdient niet meer aandacht dan een zin, dan ben je simpelweg uitgespeeld!’

Verward en gelukkig reis ik met de metro terug naar het hotel. In de lobby zitten de meeste mensen van de Nederlandse delegatie aan de wodka. ‘Het is zaterdagavond!’, zegt Annemieke Keurentjes, programmeur van het Holland Festival. Een bijzondere bijkomst van zulke festivals is dat je met name mensen uit je eigen land beter leert kennen. Ik kan een glas wodka in deze situatie niet afslaan. De rest van de avond schijn ik met een belachelijk sterk Russisch accent Nederlands te spreken.


Ira Judkovskaja

Deiboek Ira Judkovskaja yn Moskou 1
Deiboek Ira Judkovskaja yn Moskou 2
Deiboek Ira Judkovskaja yn Moskou 3
Deiboek Ira Judkovskaja yn Moskou 4

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels

  • Kategory: Opiny,Teater

    HANS BRANS - Een festival van twaalf dagen om een nieuw artistiek leider welkom te heten - dat is een opmerkelijke, nooit eerder vertoonde openingszet. [...]

  • MARITA DE JONG  - Akteur Freark Smink is yn 1948 berne yn Sondel. Hy hat 15 jier as akteur ferbûn west oan it toanielselskip Tryater. [...]

  • Kategory: Resinsje,Teater

    SOPHIE TEKELENBURG - ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Van: Sophie Tekelenburg Aan: redactie de Moanne Datum: 28 april 2004 Onderwerp: “Yerma” van Tryater ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Beste redactie, Yerma, van de [...]