Ira Judkovskaja Deiboek Moskou 4

Ira Judkovskaja (artistiek leider Tryater) is een week naar het internationaal bekende ‘Golden Mask festival’ in Moskou. Moskou is ook de geboortestad van Ira. Ze is daar ter voorbereiding op het Rusland- Nederland jaar in 2013 (in samenwerking met TIN en Sica) en om contacten te leggen zodat Tryater daar in de toekomst mogelijk gaat spelen. Zij houdt een dagboek bij.

Krymov

Vrijdag is een volle dag. Veel kennismakingen met andere gasten van de Russian Case. Poolse bezoekers beginnen meteen over het meldpunt van de PVV. Dit is de eerste keer in ruim 21 jaar dat ik me voor Nederland schaam.

Overdag zien we een experimentele voorstelling van een half uur. De voorstelling speelt in een van de kantoren van een theatertijdschrift. Er is een afbakening van lage muurtjes aangebracht van een meter hoog. We staan om de muurtjes heen. Op de grond en boven aan de muurtjes zijn tl-lampen bevestigd. Twee jonge actrices komen op. In zwart gekleed, met zwarte zonnebrillen. In hoog tempo spreken ze teksten uit. Het is een dialoog tussen een moeder en haar dochter. Ze kijken elkaar niet aan. Als de dialoog voorbij is, schakelen er andere lampen in, actrices nemen een andere pose aan en er volgt een variatie op de eerdere tekst. En zo nog een keer en nog een keer. Zonder elkaar aan te kijken, op dezelfde toon. Het is warm in de ruimte, ik moet moeite doen om mijn aandacht bij de tekst te houden.

Voor wie geen Russisch verstaat, moet het een vreemde ervaring zijn. Een van de actrices (de moeder) gaat in een stoel zitten. De andere buigt lief over haar, kamt haar haar, maakt haar op. Nu wordt er samen gespeeld. Er is weer een variatie op de eerdere tekst, maar dan met veel genegenheid. Nu begrijp ik dat het steeds een variant is op het laatste gesprek tussen de moeder en de dochter voordat de moeder overleden is. Ik hoor geluid van een tafel die gedekt wordt. De dochter vertelt dat de vader een ontbijt aan het maken is. Moeder en dochter lopen naar de tafel waar de vader op hen wacht. In stilte eten ze hun ontbijt op. Dat laatste kan ik niet zien, ik hoor alleen de geluiden van het bestek. Ik merk nu dat de beschrijving van deze korte voorstelling veel spannender over komt, dan hoe het werkelijk was.

Ik ben vooral verbaasd dat het voor de Golden Mask gekozen is. Dit lijkt eerder op een regie-etude op de toneelschool, een stijlonderzoek. Een paar dagen later spreek ik over deze voorstelling met andere Russische acteurs. Ze begrijpen mijn kritiek niet. Ze vinden het een toonbeeld van bijzondere acteerwerk. We houden het erop dat de actrices hun dag niet hadden.

In de avond bezoek ik ‘Tararabum’ van Dmitri Krymov in de ‘School voor dramatische kunst’. Deze ‘School’ is in 1987 opgericht door Anatoli Vasiliev en staat in de eerste instantie voor onderzoek naar nieuwe vormen en ook voor voortdurend onderwijs en de verbetering ervan. Sinds 2001 heeft de school een eigen gebouw. En wat voor één!

Alle muren in het theater zijn wit. (Vasiliev werkt altijd vanuit een witte ruimte). Er zijn veel lagen en veel doorkijkmogelijkheden. Het is heel ruim, maar je voelt je geen moment klein of verloren. Over Krymov, zijn achtergrond, zijn uitspraken over theater en zijn andere voorstellingen zou ik een heel exposé kunnen schrijven. Ik beperk me er nu toe dat hij ooit als vormgever in het theater van zijn vader, de bekende regisseur Efros, begonnen is. Uiteindelijk ontwikkelde hij zich tot een regisseur met een zeer eigen en onnavolgbare stijl. Sinds 2002 geeft hij leiding aan het laboratorium in de ‘School voor dramatische kunst’ en maakt daar ook voorstellingen.

‘Ta-ra-ra-bum’ is gemaakt ter ere van de 150ste verjaardag van Anton Tjechov. Chebutykin, een personage uit ‘Drie Zusters’, zingt regelmatig ‘Ta-ra-ra-bum.. ik zit op een stoel…’ – een zinnetje uit een vaudeville uit die tijd. De witte ruimte is door een catwalk van minstens 20 meter in tweeën verdeeld. Het publiek zit aan weerszijden. Vanuit mij gezien bevindt zich aan de rechterkant een opgebouwde witte coulisse, aan de linkerkant een ouderwetse poort/deur. De catwalk blijkt een lopende band te zijn, die de hele voorstelling mensen van links naar rechts vervoert.

Beelden wisselen elkaar af. Een optocht van een legerorkest speelt ‘Tararabum’. Lange dames op stelten roepen ‘Is de rente betaalt?’, of ‘ Komt u uit Moskou?’ Twee officieren slepen de derde achter zich aan en vertellen dat de baron vandaag tijdens een duel vermoord is. Een aan alle kanten gesloten veranda met mooie dames erin, gevolgd door een kleinere veranda waar Konstantin zichzelf doodschiet. Een groep Trigorin’s, die gaan vissen. De cadeautjes uit de eerste acte van ‘Drie zusters’ worden als in een nachtmerrie doorgegeven: een tol, een doos kleurpotloden, een mes. Een leger Natasha’s met poppen van kleine kinderen die vertellen dat Bobik ziek is. Meest indrukwekkend is het beeld van Nina als meeuw, een verminkte bruid, gevolgd door de begrafenis van Tjechov.

Dan wordt de snelheid van de lopende band opgevoerd. ‘Sovjet schrijvers en buitenlandse gasten begroeten Anton Tjechov’. Het is Sovjet-absurdisme ten top. Olympische kampioenen synchroon zwemmen, vissers van de boot ‘Tjechonte’ (eerste schrijversnaam van Tjechov), gasten uit Japan (‘Japanse Sakura begroet de uitgekapte Kersentuin!’) Na deze kleurrijke beelden komt een vrouw op in een witte, laat negentiende-eeuwse jurk. Ze loopt heel rustig. ‘Het is alsof onze overleden moeder door de tuin loopt.’ We zijn weer in de tijden van Tjechov.

Ik begreep van René van der Pluijm dat hij deze voorstelling in maart 2013 naar Amsterdamse schouwburg probeert te halen. Ik zou zeggen, zorg dat je het ziet!

Hier volgt – in mijn vertaling – de uitleg van Krymov zelf over zijn voorstelling:

Al meer dan honderd jaar bevolken personages van Tjechov overal ter wereld het toneel. Hun namen hebben een eigen betekenis gekregen, hun situaties zijn typisch geworden, hun taal is de taal van alle theatermensen en in Rusland van alle Russische intelligentsia. Balzak is getrouwd in Berdichev! is qua associatieve rijkdom te vergelijken met Arme Yorik!; Zeer gerespecteerde kast is uitgegroeid tot een eigen metafoor, net zo groot als het kasteel van Hamlet, Elsinor. En de liefdesverklaring van Masha en Vershinin:

Ta-ra-ram?..

– Pam-pam…

kan gelezen worden als een moderne bewerking van Romeo en Julia.

 

De eerste zinnen van een nooit voltooid stuk van Konstantin Trepljev Mensen, leeuwen, adelaars en patrijzen… hebben het Russische symbolisme overschaduwd, zijn daar het teken van geworden, sterker nog – het teken van al het nieuwe en raadselachtige in de kunst.

 

Al meer dan honderd jaar probeert een zich jong voordoende moeder het hoofd van haar koppige zoon te verbinden. En alles lijkt eerst goed te gaan, maar dan wordt hij elke keer weer zenuwachtig, staat op, schreeuwt en rent weg. Het vieze en bebloede verband achter zich aanslepend, als een mantel achter de prins van Denemarken.

Meer dan honderd jaar doen sympathieke en een beetje zielige mensen helemaal niets, terwijl hun leven vergaat. Lief en grappig roepen ze af en toe:

– Mijn zuster! Mijn zuster!

– Oom! Lieve oom!

– Lieve zusters! Wist ik het maar!…

 

 

Een enge en pijnlijk herkenbare, door anderen meerdere malen opgeloste kruiswoordraadsel in een oude krant, achtergelaten op een treinstation. De sporen van potloden en pennen zijn duidelijk te zien in de hokjes. Het maakt alle pogingen om de zaak met verse kracht op te lossen, onmogelijk.

 

Firs zal altijd achtergelaten worden, niemand gaat naar Moskou, voor Toesenbach en Irina is er geen geluk weggelegd op de baksteenfabriek, voor Jelena en Astrov geen geluk in het bos, ook niet voor Nina op het toneel van Jelets. En ik vrees, ook voor geen van ons in het aankomende Gegroet, nieuw leven!

 

Het zou goed zijn om op verjaardag van de man – die zo stil leefde en met zoveel rumoer stierf; die banaliteit haatte en wiens kist in een wagen voor oesters naar zijn vaderland werd gebracht; die deze vreemde, kwetsbare en toch stevige, zo klein en zo gigantische wereld creëerde – het zou goed zijn om al zijn personages te verzamelen en een parade te laten lopen, van links naar rechts, allen samen: heren en bedieners, schrijvers en acteurs, goochelaars en muzikanten, station wachters en militairen, doctors, jonge verliefde vrouwen, eeuwige studenten, ondernemers, de nieuwe eigenaren van de Kersentuin, alle mensen en ook leeuwen, adelaars en patrijzen, rendieren en zwijgende vissen. En kinderen! En Bobiks en Sofochka’s!

 

Mooie OPTOCHT, met veel mensen, altijd iets roepend, schreeuwend, zingend en jonglerend. Orkesten en koren, stukken van herenhuizen, meeuwen en ook theetafels met trillende lepels in de kopjes en tot slot een grote treinwagon met daarop OESTERS en een heel groot lichaam van Tjechov dat daaruit gehaald wordt en voor onze ogen tot leven komt!

 

Leven en dood, schoonheid en vergankelijkheid, ouderdom en jeugd! De laatste parade van de veteranen van de Napoleontische oorlog, die zich verzamelen ter nagedachtenis van hun maarschalk.

 

Carnaval! Ta-ra-ra-bum!

Komedie! Dat zou Tjechov gezegd hebben.


Ira Judkovskaja

 

Deiboek Ira Judkovskaja yn Moskou 1
Deiboek Ira Judkovskaja yn Moskou 2
Deiboek Ira Judkovskaja yn Moskou 3

Comments are closed.

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.