De voortvarendheid van het Leeuwarder Gameship

ROBBIN VAN NEK – 

De jongste oogappel van ambitieus Friesland heet ‘gaming’. Leeuwarden moet met een groots opgezette studio een voortrekkersrol gaan spelen in deze groeiende tak van de entertainmentindustrie. Het vertrouwen in de Friese kansen is groot, maar heeft de regio alles in huis om de gewekte verwachtingen waar te maken? Het mag zo zijn dat de volksaard van Friezen neigt naar een zekere nuchtere bescheidenheid, maar zeker de laatste tijd is in onze provincie het formuleren van krachtige ambities in de mode.

Een recent uitgesproken doelstelling is om van Friesland dé gaming hotspot van Nederland te maken. Vanuit de breed gedragen overtuiging dat de game-industrie de toekomst heeft, is men in Leeuwarden voortvarend aan de slag gegaan met het opzetten van de grootste gamestudio van Nederland. De studio, bekend als Gameship, kost in ieder geval rond de vier miljoen euro en kan door zowel studenten als bedrijven worden gebruikt. Flinke investeringen, waarvan men verwacht dat die zich terug zullen betalen in de vorm van een toename van de regionale bedrijvigheid en in een groeiende werkgelegenheid in deze industrie.

De game-industrie produceert digitale spellen, die gespeeld kunnen worden op één of meerdere systemen, zoals pc’s, spelcomputers (consoles) en het internet. Er gaat wereldwijd zo’n 25 miljard in om, daarmee genereert de bedrijfstak meer omzet dan andere vormen van entertainment zoals film en muziek. Het zijn niet alleen de spelletjes die puur voor de lol worden gespeeld die van de wereld van de games een volwassen economie hebben gemaakt. In ‘serious gaming’, het genre van spellen en simulaties met een educatieve doelstelling, zit misschien nog wel de meeste groei.

‘De term ‘gaming’ staat op dit moment voor beleidsmakers en opdrachtgevers bol van de sex appeal, zoals dat eerder bijvoorbeeld het geval was bij e-learning, kenniscirculatie en recentelijk e-health.’

Friesland, vooral Leeuwarden, speelt bovendien al langere tijd een rol van betekenis op het gebied van gaming. Er zijn meerdere bedrijven actief in het bedenken en ontwikkelen van games, waarvan een aantal heel succesvol. Grendel Games, al jaren op hoog niveau bezig met zowel games ter ontspanning als serious games, timmert internationaal driftig aan de weg en heeft zijn medewerking toegezegd aan het Gameship in Leeuwarden. De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden levert de toekomstige ondernemers, in de vorm van studenten van de afdeling Communication & Multimedia Design (CMD).

Met indrukwekkende omzetcijfers en bewezen Friese successen in het achterhoofd, lijkt het niet meer dan logisch dat er stevig wordt ingezet op het veroveren van een plek binnen het gamelandschap. Maar tegenover deze enorme ambities en verwachtingen wil ik toch graag een aantal bedenkingen plaatsen.

De term ‘gaming’ staat op dit moment voor beleidsmakers en opdrachtgevers bol van de sex appeal, zoals dat eerder bijvoorbeeld het geval was bij e-learning, kenniscirculatie en recentelijk e-health. Aan innovatieve begrippen die zich in zoveel belangstelling mogen verheugen wordt, zeker in het begin, behoorlijk veel subsidie uitgegeven. Partijen en politici staan in de rij om ‘ook iets te doen met…’, zolang ze zich daarmee nog kunnen profileren als toonaangevend en volop bij de tijd. Na verloop van tijd dient zich een nieuwe prioriteit aan en is de nieuwigheid eraf. Daarmee verdwijnt ook de bereidheid om blijvend financiële steun voor dergelijke innovatieve concepten te vinden. Je kunt je mijns inziens serieus de vraag stellen of na de vliegende start van dit soort initiatieven de sector genoeg (commerciële) potentie blijft vertonen om op eigen benen te kunnen staan. Toepassingen in de zorg, bijvoorbeeld serious games die revalidatie van patiënten bevorderen, zullen waarschijnlijk kunnen blijven rekenen op overheidsgeld. Maar bedrijven met een winstoogmerk zullen misschien minder staan te popelen om te investeren wanneer dat niet met behulp van financiële overheidssteun aantrekkelijk(er) wordt gemaakt. Dat er nu nog volop opdrachten worden verstrekt om (educatieve) spelconcepten te ontwikkelen, wil nog niet zeggen dat eventuele zelfstandige bedrijfjes in de toekomst de ene na de andere order gaan krijgen om ze daadwerkelijk in productie te nemen.

Het is nu juist de productie van games waar een flinke investering voor nodig is. Wanneer het idee en spelconcept bedacht is, vergt het ontwerpen en programmeren ervan de inzet van heel wat manuren en expertise op verschillende gebieden. Zeker bij het soort games dat puur voor entertainment wordt gemaakt, is er al snel sprake van een heel team van hardwerkende talenten. Illustratoren die zich bezig houden met ‘character design’, bedreven beeldbewerkers die 3d-objecten voorzien van precies de juiste texturen, sound engineers die zorgen voor de geluidseffecten die de spelbeleving ondersteunen.

‘Door zo hoog van de toren te blazen, is inmiddels de kans verkeken om in alle luwte te werken aan veelbelovende ideeën en vervolgens als verrassende outsider vriend en vijand te verbazen.’

Het is een werkomgeving waar een zekere romantiek aan kleeft, een groep jonge mensen die een wereld creëert die nog niet bestaat, die probeert om de grenzen op te zoeken van wat technologisch haalbaar is. Waar een pioniersgeest rondzweeft die het niet altijd toelaat dat er genoeg geslapen en gezond gegeten wordt, getuige de uitgeharde potjes noodles en anderhalve literflessen cola die harmonieus tussen de apparatuur staan. Jongeren die het wel leuk vinden om zelf thuis wat met hun Xbox te spelen hebben hier niks te zoeken, er wordt met techniek, zweet en tranen een virtueel kunstwerk gebouwd.

Deze atmosfeer is er nou niet direct een die ik associeer met de Friese studenten van de NHL, die het vooral druk hebben met het halen van ‘minors’ en competenties. Het hoeft niet zo te zijn dat de Gameship studio zich vooral gaat richten op dit soort arbeidsintensieve technische hoogstandjes, maar de aanschaf van een geavanceerde ‘motion catcher’ (een systeem dat menselijke beweging vastlegt en in virtuele vorm reproduceert) doet een zeker ambitieniveau vermoeden. Het wordt dan interessant om te zien of de studenten die het luchtschip van de provincie gestalte moeten gaan geven, de belofte van de initiatiefnemers waar kunnen maken. De faciliteiten zijn er, het komt nu aan op inzet, inventiviteit, creativiteit, en technische kennis.

Een eerste krachtmeting wist in dit verband nog niet erg te overtuigen. Onder de noemer ‘A Perfect World’ werden studenten van de eerder genoemde CMD-opleiding in groepjes bij elkaar gezet om voor bedrijven innovatieve game-concepten te ontwikkelen. Eind juni dit jaar werd in de Prinsentuin in Leeuwarden de slotpresentatie gegeven, waarbij de zeven projectgroepen hun resultaten wereldkundig maakten.

De oogst bestond uit twee educatieve games en vier ‘casual games’. Het ging om eenvoudig speelbare games die bedoeld zijn voor een groot publiek en één game die uiteindelijk toch teruggebracht was tot de vorm van een gedrukt lespakket. Het merendeel van de op die middag gepresenteerde casual games kwam niet los van het gangbare spelletjesidioom; ruimteraketten en asteroïden, ridders en kastelen. Waar groepjes al in staat waren een werkend deel van hun game te laten zien, was de visuele uitwerking van een nogal mager niveau. Op zich is daar overheen te stappen, een sterk idee houdt zich zelfs zonder gelikte visuals wel staande. Maar ook op inhoudelijk gebied bleef er nog wel een en ander te wensen over, die middag in de beoogde hoofdstad van gamend Nederland.

Het voert te ver om op basis van deze pilot de kans van slagen van het Gameship project in twijfel te trekken, maar de eerste vingeroefening plaatst de zelfverzekerde uitspraken van de betrokkenen wel enigszins in perspectief. Er is nadrukkelijk de verwachting gewekt dat dit Friese initiatief van internationale klasse zal zijn. Door zo hoog van de toren te blazen, is inmiddels de kans verkeken om in alle luwte te werken aan veelbelovende ideeën en vervolgens als verrassende outsider vriend en vijand te verbazen. Misschien was een beetje spreekwoordelijke Friese bescheidenheid hier meer op zijn plaats geweest.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.